Stafdienst Voorlichting telefoonnummer 070-3183040
Den Haag, 3 november 2004
Bijdrage van Hannie Stuurman (PvdA) aan het Algemeen Overleg Emancipatie
Voorzitter,
toen ik gisteren dit overleg aan het voorbereiden was, kreeg ik het idee om mijn breiwerk mee te nemen. Ik kreeg namelijk sterk het gevoel dat allerlei zaken aan elkaar gebreid worden zonder dat er echte concrete zaken werkelijk worden ondernomen. Vandaar dat ik ook heb besloten om mijn betoog als klaagzang te betitelen. Aan de hand van een aantal concrete zaken zal de Minister ervaren wat ik daar echt mee bedoel.
* ILO heeft Nederland op de vingers getikt over de eigen bijdrage ziektekosten bij zwangerschap. Er moet door de verzekeringsmaatschappijen 100 % vergoed worden en niet zoals nu voor bepaalde groepen van vrouwen een deel van de kosten niet. Helaas wordt geen gevolg gegeven aan de opmerking van de ILO. Ondanks dat het mogelijk niet rechtstreeks in de portefeuille van de Minister zit, lijkt het mij dat de Minister als coördinerend bewindspersoon hier wel een rol in kan spelen.
* Op 16 maart van dit jaar is de motie Stuurman c.s. , 29203 nr. 7 aangenomen. Hierin is gevraagd om bij de uitwerking van het plan van aanpak van vrouwen en meisjes uit etnische minderheden arbeidsmarktbeleid en scholing een substantieel onderdeel te laten zijn. Helaas heb ik moeten constateren dat met de motie tot op heden niets is gedaan. Een aantal zaken van het plan zijn ingezet, ook niet eens alles, en over hetgeen dat wel loopt hebben wij tot op heden nog geen terugkoppeling ontvangen. De motie is naar mijn mening de basis van het gehele plan. Want hoe wil de Minister anders een economische zelfstandigheid van 60 % behalen?
* In het verlengde van het voorgaande lijkt mij de vraag gewettigd om van de Minister eens te vernemen hoe het met de commissie Pavem is gesteld. Is er eens iets goeds tot stand gekomen, horen wij daar niets over.
* Ik weet dat ik hiermee misschien weer kwaad bloed zet bij de minister, echter ik vind toch dat ik het moet vragen, zeker omdat hij weet dat wij het in het geheel niet eens waren met de wijze van subsidieverlening. Hoe staat het nu eigenlijk met zijn wijze van subsidieverstrekking? Werkt dat nu echt of wil hij dat ons doen geloven? Een opmerking van de directeur van de Vrouwen Alliantie in het vakbondsblad van de abvakabo die mijn mening over het subsidie- en emancipatiebeleid goed weergeeft: ze omschrijft de regering als bureauklerken die uitsluitend met een boekhoudkundige blik kijken naar overheidsbestedingen.
* Afgelopen week ontving ik een e-mail, gelegen in het verlengde van het voorgaande, die mijn haren deden rijzen. In december gaat een campagne van de ministeries van SZW en Justitie van start, die gericht zou zijn op de emancipatie van allochtone vrouwen (vooral dan ook gericht op vrouwen en meisjes die moeilijk te bereiken zijn); op zich prima, maar wat schetst mijn verbazing, voor deze campagne wordt de hulp ingeroepen van zmv-vrouwen organisaties wiens subsidies zijn afgeschaft. Daarnaast is het opvallend dat het gaat om een dure campagne (en dan vergelijk ik het weer met de campagne mannen in de hoofdrol, waar ik ook mijn bedenkingen tegen heb en blijf houden) die mogelijk weinig zoden aan de dijk zet, terwijl als je het geld anders zou hebben besteed, in dit geval aan de zmv-vrouwen organisaties die dan zelf de verdere ontwikkeling van de emancipatie van deze doelgroepen zouden hebben opgepakt, een ieder beter af zou zijn geweest. Het blijkt nu dat vele organisaties hebben besloten geen hulp te bieden in deze campagne. En wat nu, Minister? Gaat u door of neemt u goede nota van mijn opmerkingen en gaat u een gewijzigde koers in deze varen?
* De politiek en vrouwen: hoe staat het daarmee? Ik heb begrepen dat het nog niet echt op koers ligt. Misschien kan dat enigszins veranderen als in Limburg in plaats van een mannelijke een vrouwelijke commissaris van de Koningin wordt aangesteld. Toch even scoren als coördinerend bewindspersoon.
Hier stop ik even mijn klaagzang, omdat er ook nog, zeker van uit het veld een aantal zaken zijn aangedragen betreffende voorliggende stukken. Graag van de Minister over het navolgende een reactie:
* Caldergroep: ondanks de positieve brief die de staatssecretaris hierover aan ons heeft doen toekomen, bereiken mijn geluiden van een geheel andere aard. Er vallen ontslagen; grote zorgen over de kwaliteit van de opleidingen alsmede de wijze van uitvoeren van het concept vrouwenvakschool; waar zijn de opleidingen voor de niet traditionele beroepen voor vrouwen ect. Hierover is al een bericht verzonden aan de capabel onderwijs groep, echter duidelijkheid komt er niet. Mijn verzoek: nogmaals nagaan wat er exact aan de hand is en daarbij hulp bieden.
* Werkplan 2004 taskforce vrouwen veiligheid en conflict: werkplan is doorspekt met genderbewustzijn, prima, maar belangrijk is een cultuuromslag. Hoe vindt dat plaats en hoe wordt dat gemeten? Prima om concreet werk te maken van geweld tegen mannen, echter gaat dit niet ten koste van het voorkomen en tegengaan van geweld tegen vrouwen. Sneeuwt deze groep daardoor niet onder??
* Ik ben bij de installatie van de visitatiecommissie geweest, echter ik heb nog geen werkplan gezien (behalve dan via de bijeenkomst). Krijgen wij die nog en hoe ziet de Minister in concreto het vervolg van deze commissie en haar rapportage.
Tot slot:
Om mijn klaagzang te stoppen zie ik veel in een onderzoek waarbij als uitgangspunt wordt genomen alle (met de nadruk op alle) vrouwen die in 1990 18 jaar zijn (en in 2037 65 jaar) en waarvan onderzocht wordt hoe het staat met hun economische zelfstandigheid. Als dat duidelijk is, kan er goed beleid worden geformuleerd om echt iets te doen aan de economische zelfstandigheid en alleen dan kan geconcludeerd worden of de emancipatie haar voltooiing nadert. Citaten als vrouwen komen er bekaaid af bij het huidige kabinet . Ze moeten en meer werken en meer zorgen . Het resultaat? Terug naar het aanrecht moeten toch verleden tijd worden.
Partij van de Arbeid