Geen groepen mensen veroordelen na moord
3 november 2004
Het kabinet vraagt iedereen de rust te bewaren na de 'brute moord' op
de filmmaker Theo van Gogh. In een brief aan de Tweede Kamer vragen de
ministers Donner en Remkes de samenleving om waardig te reageren.
Remkes (BZK) en Donner (Justitie) reageren in de brief aan de Kamer
met afschuw op de moord op Theo van Gogh. Ze wijzen erop dat Van Gogh
het recht van vrijheid van meningsuiting verdedigde, voor zichzelf en
voor zijn tegenstanders.
---
De vrijheid van debat is volgens het kabinet een absolute voorwaarde
in een rechtstaat: 'Het is het kabinet een schrikbeeld dat onze
samenleving zou veranderen in een samenleving waarin mensen voor hun
leven moeten vrezen als zij uitkomen voor hun mening.'
Omdat nog niet alle feiten rond de moord op Van Gogh bekend zijn,
waarschuwt het kabinet voor het te vroeg trekken van conclusies: 'Onze
reactie op deze daad mag niet zijn dat wij groepen van mensen
veroordelen vanwege deze brute moord. Daarom doet het kabinet een
dringend beroep op de samenleving waardig te reageren.'
Feiten
In de brief aan de Kamer beschrijven de ministers de nu bekende feiten
rond de aanval op Van Gogh en de manier waarop hij de afgelopen
periode werd beveiligd.
De aangehouden verdachte van de moord is een 26-jarige man die geboren
is in Amsterdam. Hij heeft de Nederlandse en de Marokkaanse
nationaliteit. Er wordt onderzocht wat de mogelijke motieven van de
verdachte zijn en of hij alleen handelde dan wel hulp heeft gehad van
anderen.
De verdachte is de afgelopen tijd zijdelings in beeld geweest bij
onderzoeken door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD)
naar andere personen. Maar volgens de ministers gaf 'de daaruit
beschikbare informatie geen aanleiding te veronderstellen dat hij
voorbereidingen trof voor gewelddadige acties.'
De ministers houden er, op basis van wat nu bekend is, rekening mee
dat de verdachte handelde 'vanuit radicaal islamitische overtuiging'.
Maatschappelijke gevolgen
Het kabinet wil voorkomen dat als reactie op de moord
bevolkingsgroepen in Nederland tegenover elkaar komen te staan. Daarom
heeft minister Verdonk (Vreemdelingenzaken en Integratie)
dinsdagmiddag overlegd met minderheden- en moslimorganisaties.
Aan het eind van deze bijeenkomst deden de organisaties en de minister
een gezamenlijke oproep aan de Nederlandse samenleving om met elkaar
de strijd aan te binden tegen radicalisering en geweld.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties