Brief aan Tweede Kamer over moord op Van Gogh
3 november 2004
Inleiding
Vanochtend werd Nederland opgeschrikt door de moord op de heer van
Gogh. Allereerst wil het kabinet via deze weg haar afschuw uitspreken
over deze daad. Het kabinet leeft intens mee met de nabestaanden van
Van Gogh. De heer van Gogh stond bekend vanwege zijn uitgesproken
opvattingen en ook vanwege zijn zeer duidelijke verdediging van het
recht van vrijheid van meningsuiting in tal van gevoelige
maatschappelijke kwesties. Van Gogh verdedigde dat recht ook voor zijn
tegenstanders. In de rechtstaat is de vrijheid van het debat een
absolute voorwaarde. Het kabinet werpt het idee van een samenleving
waarin mensen voor hun leven moeten vrezen als zij uitkomen voor hun
mening, verre van zich.
Hoe ontstellend en schokkend de moord ook is, toch is alles er aan
gelegen om op beheerste wijze te reageren. Onze reactie op deze daad
mag niet zijn dat wij groepen van mensen veroordelen vanwege deze
brute moord. Daarom doet het kabinet een dringend beroep op de
samenleving waardig te reageren.
In deze brief wil het kabinet u informeren over de thans bekende
feiten. Op dit moment zijn nog niet alle feiten en omstandigheden rond
deze criminele daad bekend. Het is dan ook niet mogelijk nu reeds
conclusies te trekken. Zo snel een vollediger beeld kan worden
gegeven, zal dit aan de Kamer worden gezonden.
Feiten
Om ongeveer 8.45 uur is de heer van Gogh neergeschoten. Hij reed op
zijn fiets komend van de richting van de Watergraafsmeer, over de
Linneausstraat. De verdachte, eveneens op de fiets, is langszij
gekomen en heeft toen geschoten. Van Gogh is van zijn fiets gevallen
en heeft de overkant van de straat weten te bereiken. Daar is meerdere
malen op Van Gogh geschoten en is hij in zijn borst gestoken, waarbij
een brief op zijn borst is achtergelaten. Van Gogh is ter plaatse
overleden.
Bij het schieten is een omstander geraakt. Deze omstander is naar het
politiebureau Linneausstraat gelopen en heeft daar de politie
gealarmeerd. Dit bureau bevindt zich op enkele tientallen meters
afstand van de plaats waar de heer van Gogh is neergeschoten. De
politie is direct uitgerukt.
De verdachte is het Oosterpark ingelopen. De politie heeft het park
omsingeld. In het park zijn diverse schoten gevallen waarbij niemand
geraakt is. De verdachte is via de uitgang naast het Tropeninstituut
de Mauritskade opgelopen en heeft daar geschoten. Hierbij is een agent
geraakt en zijn diverse politieautos doorboord met kogels. De
getroffen politieagent droeg een kogelvrij vest en is hierdoor niet
ernstig gewond geraakt. De verdachte heeft een schotwond aan zijn been
opgelopen en is aangehouden. Hij is overgebracht naar een ziekenhuis
waar hij is geopereerd. Inmiddels is hij overgebracht naar het
penitentiair ziekenhuis.
Van de verdachte is thans bekend dat het een 26-jarige in Amsterdam
geboren man is en dat hij beschikt over zowel de Nederlandse als de
Marokkaanse nationaliteit. Bovendien is de verdachte naar voren
gekomen in lopende onderzoeken van de AIVD naar andere personen. De
daaruit beschikbare informatie gaf geen aanleiding te veronderstellen
dat hij voorbereidingen trof voor gewelddadige acties. De Commissie
voor Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten is hierover hedenmiddag
nader geïnformeerd.
Mede onderzocht wordt wat de mogelijke motieven waren van de verdachte
en of hij alleen opereerde of hulp had van anderen bij de
voorbereiding en de uitvoering van zijn daad. Gezien hetgeen thans
bekend is moet ernstig rekening gehouden worden met het feit dat de
verdachte handelde vanuit radicaal islamitische overtuiging. De tekst
van de brief op het lichaam van Van Gogh en een tekst die bij de
verdachte is aangetroffen worden nader onderzocht.
Beveiliging
Van Gogh werd thans niet beveiligd. Er was namelijk geen sprake van
een zodanige dreiging in de richting van Van Gogh dat daarin
aanleiding werd gevonden tot voortgezette beveiligingsmaatregelen. De
afgelopen maanden is hij uit voorzorg een aantal malen gedurende korte
tijd beveiligd. In de periode 28 tot en met 30 augustus jl. heeft de
regiopolitie Amsterdam-Amstelland het huis van Van Gogh en de directe
omgeving beveiligd door middel van verscherpt rijdend toezicht.
Aanleiding hiertoe was de uitzending van de film Submission, waarvan
Van Gogh producent was. Op 16 september jl. zijn er ordemaatregelen
genomen bij een paneldiscussie in het Binnengasthuis te Amsterdam,
waaraan Van Gogh deelnam en in verband waarmee een actiegroep acties
had aangekondigd.
Maatregelen en consequenties
Op dit moment is de inspanning in de eerste plaats gericht op het zo
snel mogelijk tot opheldering brengen van de feiten in deze zaak, van
de motieven van de dader en van de vraag in hoeverre anderen hierbij
betrokken zijn. In aansluiting hierop is bezien of de gebeurtenissen
van hedenochtend aanleiding gaven tot aanvullende maatregelen op het
terrein van de openbare orde en bewaking en beveiliging. De komende
dagen zullen de ontwikkelingen in dit kader op de voet worden gevolgd
en waar nodig worden aanvullende maatregelen getroffen. Hiervoor is
ook aandacht gevraagd bij de gemeenten.
Het kabinet heeft voorts met waardering kennisgenomen van de reacties
van verschillende islamitische organisaties, die met afschuw hebben
gereageerd op deze verwerpelijke daad. Voorkomen moet worden dat
bevolkingsgroepen in Nederland tegenover elkaar komen te staan. Daarom
heeft de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie hedenmiddag
overleg gevoerd met de minderheden en moslimorganisaties te weten het
Landelijk Overlegorgaan Minderheden (LOM), het Contactorgaan Moslims
en Overheid (CMO) en het FORUM, het Instituut voor Multiculturele
Ontwikkeling. Aan het eind van deze bijeenkomst hebben deze
organisaties en de minister gezamenlijk verklaard dat zij deze daad
veroordelen en dat zij alle geledingen van de Nederlandse samenleving
oproepen om met elkaar de strijd aan te binden tegen radicalisering en
geweld. De minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie is vanavond
ook aanwezig geweest bij de bijeenkomst op de Dam in Amsterdam. Ook is
heden een brief uitgegaan naar alle gemeentebesturen waarin een oproep
wordt gedaan om in overleg te treden met vertegenwoordigers van de
lokale gemeenschappen. De burgemeester van Amsterdam heeft dit overleg
hedenmiddag reeds gevoerd.
Tot zover kunnen wij u op deze dag informeren. Wij doen dit mede
namens de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. Uw Kamer zal
van de nadere voortgang uiteraard op de hoogte worden gehouden.
De Minister van Justitie,
De Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties,
Ministerie van Justitie