Toespraak van de minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs, bij de
presentatie van de nota Zeehavens op 2 november in Den Haag om 15.45 uur
(Alleen de uitgesproken tekst geldt)
Dames en heren
Hier is hij dan, de nota: Zeehavens: ankers van de economie! Bij velen
van u bekend als dé havenvisie.
Ik ben echt trots op dit product. En ik ben blij het hier te kunnen
presenteren, nadat ik de nota vanmorgen naar de Tweede Kamer heb
gestuurd.
Voor het ontwikkelen van deze havenvisie zijn we het hele land in
geweest, niet één keer, maar verschillende keren. Maar de afronding
willen we graag in eigen huis vieren, met u erbij. Want deze nota is
een product van ons allemaal.
Ik noemde de titel al: Zeehavens: ankers van de economie. Dat anker
ziet u ook hier naast mij staan. De symboliek hoef ik u nauwelijks uit
te leggen. Een anker staat voor houvast, stabiliteit en
betrouwbaarheid.
De titel laat ook zien dat het ons niet om het goederenvervoer als
zodanig gaat, maar om de bijdrage van de havens aan de nationale en
regionale economieën. Transport en goederenvervoer zijn geen doel op
zich, maar een middel om de nationale economie draaiende en bloeiende
te houden. In de nota hebben we vooral het economische verhaal achter
het havenbeleid goed op papier gezet. In de maatschappelijke discussie
worden projecten te vaak geïsoleerd bekeken. In deze nota, en eerder
al in de nota Mobiliteit, zetten we het bredere perspectief neer. Want
havenbelangen zijn nu eenmaal onderdeel van het bredere belang van een
goede bereikbaarheid van Nederland.
Ik wil hier niet uitvoerig op de inhoud van de nota ingaan. Er is zo
vaak en intensief met u overlegd, dat u de hoofdlijnen wel kent. Ik
wil wel een paar zaken benadrukken.
Allereerst: ik ben een minister voor álle zeehavens. Ik wil me dan ook
inzetten voor een verbetering van de marktomstandigheden en goede
randvoorwaarden op Europees én nationaal niveau. Daar zullen álle
havens van profiteren, van Terneuzen tot Delfzijl.
Ik denk dan bijvoorbeeld aan het elektronisch overheidsloket. Aan een
werkbare en efficiënte richtlijn markttoegang havendiensten. Aan
praktische regelingen voor security voor de hele haven en de
goederenvervoerketen. Regelingen die het logistieke proces stimuleren
in plaats van belemmeren. Aan Europese regels waar we wat aan hebben
en die kansen bieden in plaats van dat ze een bedreiging vormen of
aankoersen op oneerlijke concurrentie.
Maar ik ben ook een minister die keuzes moet maken als het gaat om
rijksinvesteringen. En die keuze wordt bepaald door de economische
accenten die dit kabinet zet: het versterken van de economische
kerngebieden. Omdat daar nu eenmaal het meeste geld wordt verdiend en
de werkgelegenheid er het hoogst is.
Het afwegingskader voor investeringen van de rijksoverheid in de
basisinfrastructuur stelt het nationaal belang centraal en stelt
duidelijke eisen aan de onderbouwing van een project. Als projecten op
grond van deze afweging gelijk scoren, gaan investeringen in de
mainport Rotterdam vóór op investeringen in andere economische
kerngebieden zoals het Amsterdam Noordzeekanaalgebied en het
Scheldebekken in Zeeland.
En die gaan op hun beurt weer vóór op projecten in andere havens,
waarvoor een aanvullend criterium geldt: concrete interesse van
marktpartijen. Een bepaald project moet het bedrijfsleven wat waard
zijn. Met dit kader hebben we nu dus heldere criteria opgesteld. Zo
weet iedereen waar hij aan toe is.
Ik hoor in het land wel eens gemopper dat het best een pondje
ambitieuzer mag. Maar volgens mij zijn we al verschrikkelijk
ambitieus. We investeren als Rijk fors in de Tweede Maasvlakte. We
investeren miljarden extra in beheer en onderhoud van de
achterlandverbindingen. We investeren in de Betuweroute en veel andere
infrastructurele MIT-projecten die onze havens verbinden met nationale
en internationale economische centra. Bovendien: nog meer of hogere
ambities formuleren is prachtig, maar je moet er ook het geld voor
hebben. Ik ben meer van het model: `eruit halen wat erin zit maar niet
meer beloven dan je waar kunt maken.'
Dames en heren,
De nota Zeehavens is af. Maar een nota is `slechts' papier. Het beleid
moet nu in de praktijk worden gebracht, uiteraard na een goede
afstemming met de Tweede Kamer. Een beleid dat aanstuurt op goed
functionerende en krachtige zeehavens.
Ik ben u zeer dankbaar voor de inbreng die u heeft willen leveren. Er
zijn vast nog op detailpunten verschillen van inzicht gebleven, maar
ik heb de overtuiging dat we een groot draagvlak hebben voor ons
beleid. En dat zal nodig zijn. Want dit beleid heeft pas kans van
slagen als we schouder aan schouder aan de slag gaan.
Ik wil de nota daarom graag aanbieden aan de voorzitter van de
Nationale Havenraad, Arie van der Hek, en de algemeen directeur van de
EVO, Dick van den Broek Humphreij. Zeg maar de aanbieders en de
gebruikers van havendiensten.
Arie, Dick,
Ik ben jullie dankbaar voor je inbreng in de afgelopen maanden.
Ik doe een beroep op jullie om ons de komende jaren te blijven helpen
bij de uitvoering. Maar eerst hebben we vandaag nog recht op een klein
feestje. Ik wil u graag uitnodigen om met mij het glas te heffen op
een succesvolle uitvoering van de nota Zeehavens.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat