Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Kamerstuk, 2-11-2004

Motie 29 800 XVI nr. 39, van lid Arib inzake vaststelling begrotingsstaten VWS

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

GMT/G 2530125

2 november 2004

Hierbij reageer ik op motie van het Kamerlid Arib (29 800 XVI nr. 39) bij de vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2005.

De regering kan de motie inwilligen.

Eind augustus 2003 heeft de WTO besloten om de toegang tot generieke medicijnen voor landen zonder of met onvoldoende productiecapaciteit mogelijk te maken door import onder dwanglicentie.

Hoewel de Europese Commissie zo juist een voorstel van een verordening ten behoeve van de geharmoniseerde implementatie van het WTO-besluit van 2003 in alle EU landen heeft uitgebracht, worden hieraan voorafgaand in Nederland voor het einde van dit jaar nationale beleidsregels ingevoerd op basis waarvan dwanglicenties kunnen worden afgegeven. Ten behoeve hiervan heeft een consultatie van vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en van maatschappelijke partners plaatsgevonden.

In antwoord op vragen van de Kamerleden Van Bommel en Kant ter zake (Aanhangsel Handelingen, nr 2241, vergaderjaar 2003-2004) is reeds aangegeven dat veel ontwikkelingslanden problemen hebben met het aanpassen en toepassen van de flexibiliteit van het Trips akkoord in hun octrooiwetgeving. En dat technische ondersteuning nodig is op de ministeries van handel en van gezondheid. Momenteel is een onderzoek gaande naar de mogelijkheden om onze partnerlanden ondersteuning en informatie te bieden in het gecompliceerde veld van de octrooiwetgeving en de effecten daarvan op de toegang tot betaalbare geneesmiddelen.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

H. Hoogervorst