Vrije Universiteit Amsterdam

Informatie voor de pers. Vrije Universiteit Amsterdam. 02/11/2004


---

Raymond Gradus benoemd tot hoogleraar Bestuur en Economie van de Publieke sector

Per 1 november 2004 is dr. R.H.J.M. Gradus benoemd tot part-time hoogleraar Bestuur en Economie van de Publieke sector bij de Postdoctorale controllersopleiding voor de publieke en non-profitsector. Deze leerstoel komt naast de reeds bestaande leerstoel Management Control in de publieke sector van prof.dr. C.A. (Caren) van Egten RA.

Raymond Gradus (42) werkte van 1986 tot 1992 als wetenschappelijk onderzoeker en universitair docent aan de vakgroep econometrie van de Universiteit van Tilburg en promoveerde in 1990 aan deze universiteit. Vanaf 1992 werkte hij bij de directie Algeme-ne Financiële en Economische Politiek van het ministerie van Financiën, waarna de over-stap naar het ministerie van Economische Zaken volgde als projectleider Markt en Over-heid. In 1999 stapte hij over naar het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waar hij thans directeur Financieel Economische Zaken is. In deze functie is hij tevens concerncontroller van het ministerie. Van 1996 tot juli 2004 was hij parttime universitair hoofddocent financieel economisch beleid aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

De leerstoel Beleid en Economie van de Publieke sector behandelt besluitvormings-processen die de individuele organisatie overstijgen. Het is een breed opgezet hoofdvak binnen de opleiding tot controller in de publieke en non-profitsector. Het omvat onder-werpen van klassieke openbare financiën, maar daarnaast worden ook de hoofdlijnen van (actuele) politieke en collectieve besluitvorming geanalyseerd. In het vak staan strategievorming en de sturingsvraagstukken die daarmee samenhangen, centraal. Bovendien komen ook de soms diep ingrijpende besluitvorming omtrent outputsturing en de organisatorische vormgeving van instellingen en diensten aan de orde. Beleid en Economie behandelt ten slotte ook de abstracte besluitvorming en de eisen die zodoende vanuit het centrale niveau worden gesteld aan afzonderlijke organisaties.