Gemeente Utrecht


2004 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
95 Vragen van de heer R.J.F. Giesberts
(ingekomen 11 oktober 2004)


Bedrijvenpark Papendorp is een bijzonder terrein daar er sprake is van parkmanagement. Onderdeel van dit management is dat het parkeren gezamenlijk wordt gereguleerd. De vastgestelde B-parkeernorm, gebaseerd op het (toekomstige) HOV wordt door veel bedrijven te krap gevonden. Zij eisen extra parkeerruimte en hebben dat deels gekregen door plekken in transferium Westraven te (kunnen) kopen. De verwachting is daar mee gewekt dat vooralsnog parkeerproblemen hiermee zijn opgelost. Het tegendeel is echter het geval.
Ons hebben signalen bereikt dat er in toenemende mate sprake is van anarchie waar het gaat om het autoparkeren. Er is sprake van auto's in de groenstroken en zij gebruiken het fietspad om daar te komen. Dat geeft onveilige situaties.

GroenLinks betreurt de verlate realisatie van de HOV-verbinding. Desondanks menen wij dat dit geen excuus is om in het wild auto's te parkeren.
De bedrijven zelf zullen als oplossing zien het aanleggen van meer parkeerplekken. In het ontwerp en de opzet van Papendorp is echter bewust gekozen voor het vermijden van zichtbare parkeerterreinen. Het terrein ontleent haar kwaliteit onder meer aan het voor het oog onttrokken autoblik. Nieuwe extra ondergrondse of verzonken parkeervoorzieningen zijn bovendien duur en gaan de draagkracht van bedrijven te boven. Daarbij zijn dit permanente voorzieningen en dus niet te rijmen met de norm in het bestemmingsplan, en, als het HOV is gerealiseerd, niet met gewenste praktijk.

GroenLinks is geen voorstander van uitbreiding van parkeerplaatsen. Tijdelijke noch permanente. Er moet niet op de ruimtelijke kwaliteit worden ingeleverd en er moeten geen onomkeerbare stappen gezet worden die de opzet met HOV-ontsluiting doorkruist.
Naast handhaving of het fysiek onmogelijk maken van het wild parkeren, zal niettemin naar meer structurele oplossingen moeten worden gezocht. De bedrijven zullen bij zichzelf te rade moeten gaan. Minder lease-auto's en meer combinaties van OV/ fiets met een bedrijfsauto bij het kantoor voor werkgebruik, is wat GroenLinks betreft een weg. Bedrijven, vaak toch is innovatie hun kracht, kunnen wellicht ook andere oplossingen bedenken.

Dit brengt ons tot de volgende vragen:
1. Is het College bekend met de toename aan wild parkerende auto's op het bedrijventerrein Papendorp?
2. Is het College met ons van mening dat wildparkeren ongewenst is en moeten worden tegen gegaan?
3. Is zij bereid via handhaving dan wel in overleg met het parkmanagement te komen tot het verdwijnen van het probleem op korte termijn?
4. Is het College bereid in overleg met het parkmanagement te bekijken hoe het probleem structureel kan worden opgelost door passende maatregelen bij de bedrijven zelf?


Antwoorden van Burgemeester en wethouders
(verzonden 2 november 2004)


1. Ja, ons College is bekend met de parkeeroverlast in Papendorp die wordt veroorzaakt doordat de werknemers van ICT en zakelijk dienstverlening bedrijven in Papendorp in hoge mate auto-afhankelijk zijn en in de praktijk een hogere parkeerbehoefte lijken te hebben dan de (tijdelijke) parkeernorm voorschrijft.

2. Ja.


3. Ons college heeft reeds de nodige maatregelen om het wild parkeren tegen te gaan in gang gezet. Handhaving door fysieke maatregelen en verbaliseren maakt daar onderdeel van uit en ook dringen wij bij bedrijven aan gestalte te geven aan vervoermanagement. Wij zijn ook gestart met de planvorming voor de definitieve parkeergarage die in Papendorp Noord is gepland conform het in 1998 door uw raad vastgesteld Stedenbouwkundig Programma van Eisen deelplan Papendorp (1998, Raadsvoorstel 399). Wij zijn voornemens om vooruitlopend op de realisatie van deze garage - om op korte termijn het probleem tegen te kunnen gaan - tijdelijk extra parkeerplaatsen aan te leggen op nog niet uitgegeven terreinen. Daarnaast worden door bedrijven diverse bedrijven die in Papendorp zijn gehuisvest voor hun werknemers parkeerplaatsen afgenomen in het transferium Westraven. Wij hebben het initiatief genomen dit transferium uit te breiden en uw raad heeft op 14 oktober jl. hier de benodigde financiële middelen voor vrij te geven. Naast maatregelen op parkeergebied zorgen wij er in overleg met BRU ook voor dat Papendorp goed door het openbaar vervoer wordt bediend. Vanaf het moment dat de eerste bedrijven er zich hebben gevestigd doet de bus Papendorp aan. Eerst reed deze via de A12, inmiddels via de Prins Clausbrug. Thans rijdt er in de spitsuren zes keer per uur een bus en in de daluren vier keer per uur tot na acht uur 's avonds. Het openbaar vervoer is vraaggericht; zo zal er in 2006 - als er meer bedrijven zijn - in de spitsuren acht keer per uur een bus rijden en in de daluren zes keer per uur. Tevens zal de frequentie in de avonduren worden uitgebreid. Vanaf 2008 zal de busverbinding naar het HOV-knooppunt in De Meern en het Randstadspoorstation Vleuten operationeel zijn. De realisatie van deze busverbinding en de vrije busbanen in Papendorp hangt samen met de realisatie van het viaduct over de verlegde A2. Dit viaduct vormt een belangrijke schakel in het openbaar vervoernetwerk van Leidsche Rijn.

4. In ruil voor de aanleg van de tijdelijke openbare parkeerplaatsen en vooruitlopend op de realisatie van de parkeergarage zullen wij van de bedrijven zelf een streng toezicht verlangen ten aanzien van wild parkeren op eigen terrein en het nakomen van de verplichting tot vervoersmanagement. Hierover is het Projectbureau Leidsche Rijn reeds in overleg met de Parkmanagement Vereniging. Aan Fortis (Rijnsweerd) kunnen wij zien dat een streng bedrijfsregime op gebied van parkeren heel goed werkt als het bedrijf het zelf ook echt wil.


---- --