29 677
Wijziging van de werknemersverzekeringswetten, de Coördinatiewet Sociale
Verzekering, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de
loonbelasting 1964 in verband met uitbreiding van de rechtsgevolgen van de
verklaring arbeidsrelatie (Wet uitbreiding rechtsgevolgen VAR)
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Enig onderdeel
In artikel VI wordt artikel 6a, onderdeel b, onder 2°, vervangen door:
2°. vallen in het kalenderjaar aansluitend op het tijdvak waarvoor de beschikking
geldt en worden verricht op basis van een overeenkomst die is aangegaan:
a. vóór 1 november van het kalenderjaar waarin het tijdvak is gelegen waarvoor de
beschikking geldt, en
b. ingeval voor het aansluitende kalenderjaar reeds een beschikking is aangevraagd,
voor de dagtekening van de voor dat kalenderjaar geldende beschikking, en.
Toelichting
Het wetsvoorstel regelt na de aanvaarding van het amendement van het lid Weekers
c.s.1 dat de rechtsgevolgen van een VAR-wuo of VAR-dga na het verstrijken van
de looptijd blijven gelden voor overeenkomsten die tijdens de looptijd zijn afgesloten
en doorlopen na het verstrijken van die looptijd. De rechtsgevolgen worden in dat
geval nog maximaal een jaar voortgezet.
Het geamendeerde voorstel biedt opdrachtgevers en opdrachtnemers meer
zekerheid over de verschuldigdheid van loon- en premieheffing als de overeenkomst
later eindigt dan de looptijd van de VAR.
Indien de Belastingdienst ten tijde van het afsluiten van de overeenkomst al een VAR
voor het volgende kalenderjaar heeft verstrekt, is er geen onduidelijkheid over de
verschuldigdheid van loon- en premieheffing. Als voor het volgende jaar een VAR-
wuo of VAR-dga is verstrekt, is de opdrachtgever op basis van die VAR reeds
gevrijwaard van loon- en premieheffing. Aan voortzetting van de rechtsgevolgen van
de oude VAR bestaat dan geen behoefte.
Als de Belastingdienst vóór het afsluiten van de overeenkomst voor het volgende
jaar een VAR zonder uitgebreide rechtsgevolgen heeft verstrekt (een VAR-loon of
VAR-row), is er eveneens geen sprake van onduidelijkheid.
De opdrachtnemer kan zijn opdrachtgever in de acquisitiefase informeren over de
VAR voor het volgende kalenderjaar.
Indien de Belastingdienst al vóór het afsluiten van de overeenkomst heeft besloten
om geen VAR met uitgebreide rechtsgevolgen te verstrekken, is het bovendien niet
wenselijk om de opdrachtgever desondanks te vrijwaren van loon- en premieheffing.
1 Kamerstukken II 2004-05, 29 677, nr. 9
2
Bij een tijdige aanvraag kan de opdrachtnemer jaarlijks vóór 1 november
beschikken over een VAR voor het volgende kalenderjaar. De opdrachtnemer kan
voor overeenkomsten die na die datum worden aangegaan, dus bij een tijdige
aanvraag duidelijkheid verstrekken. Er is derhalve geen aanleiding de rechtsgevolgen
voort te zetten voor overeenkomsten die na 1 november van het kalenderjaar
waarvoor de beschikking geldt worden afgesloten. Er is evenmin aanleiding de
uitgebreide rechtsgevolgen voort te zetten voor overeenkomsten die wel reeds voor
1 november zijn afgesloten, doch ten tijde van het afsluiten van die overeenkomsten
reeds een VAR voor het volgende jaar is afgegeven. In die laatste gevallen moet de
reeds afgegeven VAR voor het volgende kalenderjaar de rechtszekerheid bieden
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(A.J. de Geus)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid