Kamerstuk, 1-11-2004
Fokuswonen (ADL-clusterwonen) in de AWBZ
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-CB-U-2515388
1 november 2004
In antwoord op uw verzoek om een reactie op de e-mail van mevrouw
Voorbach over het voornemen de subsidie voor de zorg in ADL-clusters
(Fokuswoningen) te beëindigen en over te hevelen naar de reguliere
aanspraken AWBZ kan ik u het volgende melden.
Bij brief van 9 juli 2004 (kenmerk DGB/ZVG-2496270) heb ik u reeds
geïnformeerd over deze voornemens en verslag uitgebracht van het
overleg dat is gevoerd met de
Stichting Fokus.
Naar aanleiding van de rapportage "ADL-clusters: naar een reguliere
financiering" , op
26 augustus 2004 aan mij uitgebracht door het College voor
Zorgverzekeringen, heb ik besloten de subsidie voor de zorg in
ADL-clusters met ingang van 1 april 2005 te beëindigen.
Het CvZ constateert dat de huidige functiegerichte aanspraken AWBZ
geen belemmering vormen voor overheveling van de ADL-assistentie naar
de functies Persoonlijke verzorging en Verpleging. Daarnaast heeft het
CvZ berekend dat de kosten van een gemiddelde
ADL-clusterbewoner (huurkosten inbegrepen) niet hoger zijn dan die van
een intramurale plaats. Ik zie dan ook geen reden om de subsidie niet
te beëindigen.
Het CvZ constateert wel grote verschillen in tarief en wijze van
indicatiestellen, afgezet tegen wat in de reguliere AWBZ gebruikelijk
is. Het verschil in tarief zou er toe kunnen leiden dat de
zorgaanbieder na stopzetten van de subsidie in financiële
moeilijkheden zou geraken. Om dit te voorkomen heb ik met het Ctg
afgesproken dat een regeling wordt getroffen waarmee de continuïteit
van de zorg in ADL-clusters kan worden gegarandeerd. Het Ctg
onderzoekt momenteel of de beleidsregel extramuralezorg toereikend is.
De Stichting Fokus krijgt de gelegenheid zich te ontwikkelen tot een
gewone
AWBZ-aanbieder die de concurrentie kan aangaan met andere
zorgaanbieders. Ik verwacht dat daardoor het tarief van Fokus in de
toekomst omlaag kan.
CvZ en Ctg zullen de overgang het komende jaar nauwlettend volgen en
evalueren en mij daarover eind 2005 rapporteren.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport