De Nederlandse Bank
Locatie leeg Jaardiner van de Vereniging van Beleggingsanalisten te
Amsterdam
Spreker leeg Dr. A.H.E.M. Wellink, President, De Nederlandsche Bank
Organisatie leeg DNB
Speech door dr. A.H.E.M. Wellink, ter gelegenheid van het jaardiner
van de Vereniging van Beleggingsanalisten, 1 november 2004 te
Amsterdam
1 "Voorspellen is moeilijk, vooral als het om de toekomst gaat." In
deze beroemde uitspraak van de natuurkundige Niels Bohr zult u zich
ongetwijfeld herkennen. Beleggen is immers vooruitzien. Wat dat
betreft bestaat tussen onze beroepsgroepen niet zoveel verschil. Het
lijkt me daarom goed om deze speech te beginnen met de vooruitzichten
voor de wereldeconomie. Deze is duidelijk aangetrokken, wat niet
wegneemt dat diverse neerwaartse risico's bestaan die verder herstel
kunnen dwarsbomen. Het maken van voorspellingen wordt bovendien
bemoeilijkt door enkele belangrijke verschuivingen die momenteel
plaatsvinden in de wereldeconomie. Daarbij denk ik natuurlijk aan de
snelle opkomst van Azië, in het bijzonder China. Maar ook aan
ontwikkelingen in het financiële systeem, dat een steeds mondialer
karakter krijgt. Beide vormen een belangrijke uitdaging voor
beleggingsanalisten, maar zeker ook voor beleidsmakers. Zo is de
taakopvatting en werkwijze van centrale banken duidelijk aan het
veranderen, niet in de laatste plaats bij de Nederlandsche Bank. Ik
zal aan het eind van mijn speech kort stilstaan bij dit
veranderingsproces.
Vooruitzichten en neerwaartse risico's wereldeconomie
2 Het afgelopen jaar is de wereldeconomie krachtig hersteld. Volgens
een recente raming van het Internationale Monetaire Fonds zal de
mondiale BBP-groei dit jaar uitkomen op zo'n vijf procent, het hoogste
groeipercentage in bijna drie decennia. Hierbij steekt het trage
herstel in Europa, en in het bijzonder Nederland, schril af. Het
gunstige cijfer komt vooral voor rekening van de Verenigde Staten en
Azië. We kunnen constateren dat de economische neergang zeer mild is
geweest. Tegelijkertijd moeten we nog steeds rekening houden met een
aantal kwetsbaarheden, die verder herstel kunnen belemmeren:
3 Een belangrijk neerwaarts risico vormen de olieprijzen. Deze zijn in
een jaar tijd bijna verdubbeld, en zouden nog verder kunnen stijgen
onder invloed van aanbodbeperkingen, een aanhoudend sterke vraag en
politieke spanningen in olieproducerende landen. Hoewel veel
economieën minder gevoelig zijn voor olieprijsschokken dan in de jaren
zeventig, moet de invloed op de economische groei niet worden
onderschat. Een aanhoudend hogere olieprijs betekent voor
olie-importerende landen in eerste instantie een ruilvoetverlies, dat
kan worden versterkt door tweede ronde-effecten. De uiteindelijke
economische schade van een olieschok kan worden beperkt door flexibele
marktwerking, zodat relatieve prijzen zich snel kunnen aanpassen aan
nieuwe schaarsteverhoudingen. Daarbij denk ik vooral aan de
arbeidsmarkt; zo kon de Japanse economie eind jaren zeventig door
flexibele reële lonen de oliecrisis relatief goed doorstaan. Gelukkig
zijn in de meeste landen nog geen signalen dat olieprijsstijgingen de
lonen zullen opdrijven.
4 Een tweede risico is de mogelijkheid van een
scherpe wisselkoersaanpassing. De dollar is de afgelopen weken verder
weggezakt, wat erop kan duiden dat de financiële markten zich in
toenemende mate zorgen maken over de mondiale onevenwichtigheden op
dit moment. Daarmee doel ik vooral op de Amerikaanse `twin deficits'
en het wisselkoersbeleid in Azië. Deze onevenwichtigheden
weerspiegelen de geringe besparingen in de Verenigde Staten, die
worden geaccommodeerd door de massale aankoop van Amerikaans
schuldpapier door Aziatische centrale banken. Indien deze zouden
ophouden, is het denkbaar dat de dollar verder naar beneden doorschiet
en een overreactie laat zien. Dit laatste is overigens niet
noodzakelijk het geval: toen Japan begin dit jaar de steunaankopen
opschortte had dit nauwelijks een merkbare invloed op de financiële
markten.
5 Ook bij een abrupte en forse rentestijging kunnen kwetsbaarheden
ontstaan. Rentevoeten zijn al lange tijd historisch laag, wat in de
Verenigde Staten, Azië en sommige Europese landen heeft geleid tot een
versnelling van de kredietgroei. Verder oplopende investeringen en een
verkrappend monetair beleid kunnen wereldwijd de kapitaalmarktrente
opdrijven. Dit kan worden versterkt in combinatie met andere factoren,
zoals het opschorten van de aankoop van Amerikaans schuldpapier door
Azië. Op zichzelf is een rentestijging geen probleem bij een
aantrekkende economie. Maar bij een zwakke conjunctuur, zoals in
Europa, kan een hogere rente het economische herstel dwarsbomen.
6 In samenhang met het vorige punt vormen vermogensprijzen een
mogelijk risico. Daarbij denk ik vooral aan de uitbundige huizenmarkt
in veel landen. Terwijl de Nederlandse huizenmarkt de afgelopen jaren
in rustiger vaarwater is gekomen, zijn in veel andere landen de
woningprijzen juist flink toegenomen, bijvoorbeeld in de Verenigde
Staten en het Verenigd Koninkrijk. Drijvende kracht hierachter is de
zeer ruime liquiditeit in het financiële stelsel. Een oplopende rente
zou voor een omslag kunnen zorgen. De ervaringen in Nederland laten
zien dat zelfs een geleidelijke afkoeling van de huizenmarkt al fors
negatieve effecten kan hebben op de gezinsbestedingen.
Structurele verschuivingen: integratie China en mondialisering
financiële systeem
7 De huidige ontwikkelingen kunnen niet worden losgezien van twee
grote verschuivingen in de wereldeconomie. In de eerste plaats nemen
de opkomende economieën in Azië een steeds prominentere plaats in. Dit
is een ontwikkeling die al enkele decennia gaande is, maar met de
opkomst van China in een stroomversnelling is gekomen. China laat
groeicijfers zien die vergelijkbaar zijn met Japan en Korea na de
tweede wereldoorlog. Een essentieel verschil is echter de gigantische
omvang van China. Indien het nationale inkomen niet wordt uitgedrukt
in dollars maar op basis van koopkrachtpariteiten, is China nu reeds
de tweede economie ter wereld. Het zou mij dan ook niet verbazen
indien China deze eeuw uitgroeit tot de grootste economie, een positie
die het land overigens tot zo'n 200 jaar geleden ook had.
8 Je zou China kunnen zien als een nieuwe, krachtige motor voor de
wereldeconomie. Als deze eenmaal goed draait betekent dat een grote
sprong voorwaarts, ook voor onze eigen welvaart. De motor is echter
nog niet geheel ontwikkeld en getest. We weten nog niet precies wat
het brandstofgebruik zal zijn, wat zal gebeuren als de motor
oververhit raakt, en ook de bediening van de motor vereist nog een
leerproces. In diverse opzichten moet China nog de nodige ontwikkeling
doormaken. Daarbij denk ik aan de versterking van instituties en, niet
in de laatste plaats, een goed functionerend financieel stelsel. Dit
vergt tijd, waardoor op korte termijn de economische expansie kan
worden belemmerd. De verdere integratie van China betekent ook een
belangrijk aanpassingsproces voor de rest van de wereld. Zo zullen
schaarsteverhoudingen, en daardoor de relatieve prijzen van
bijvoorbeeld arbeid en energie, anders komen te liggen.
9 Een tweede belangrijke verschuiving in de wereldeconomie heeft
betrekking op het mondiale financiële systeem. Veel landen hebben
sinds de jaren zeventig hun financiële markten gedereguleerd en
geliberaliseerd, waardoor kapitaalstromen zich gemakkelijker zijn gaan
bewegen tussen sectoren en tussen economieën. De traditionele
scheiding tussen banken en andere financiële instellingen, zoals
verzekeraars en beleggingsfondsen, is gaan vervagen. Landsgrenzen zijn
hun betekenis aan het verliezen, waardoor steeds meer sprake is van
één mondiaal financieel stelsel. Dit proces heeft nog een lange weg te
gaan, maar de consequenties voor beleidsmakers zijn al geruime tijd
zichtbaar. Zo is het steeds belangrijker geworden om regelgeving
internationaal af te stemmen. Voor het bankentoezicht werd dat al
onderkend in de jaren zeventig, toen het Bazels Comité werd opgericht.
Hierin worden afspraken gemaakt over minimum solvabiliteitseisen,
teneinde wereldwijd een gelijk speelveld te creëren voor het
internationaal opererende bankwezen. Op soortgelijke wijze worden
internationale afspraken gemaakt over het toezichtraamwerk voor
verzekeraars: Solvency 2. En ook op andere terreinen, zoals het
betalingsverkeer, bestaan internationale standaarden over te hanteren
minimumeisen.
Gevolgen voor centrale banken
10 Wat zijn de implicaties van deze ontwikkelingen voor centrale
banken? Veel centrale banken voeren tegenwoordig een beleid gericht op
prijsstabiliteit, en met succes! De lage inflatie bood de afgelopen
jaren ruimte om de beleidsrente te verlagen, waardoor de economische
neergang beperkt is gebleven. Deze monetaire expansie heeft echter ook
gezorgd voor een zeer ruime mate van liquiditeit in het financiële
systeem, wat in diverse landen is vertaald in een forse
kredietexpansie en snel oplopende huizenprijzen. Ik gaf al eerder aan
dat hierdoor de mogelijkheid van een snelle rentestijging één van de
neerwaartse risico's is voor economisch herstel.
11 Het monetaire beleid staat nu voor de opgave om bij een
aantrekkende economie de rente weer op een passend niveau te brengen,
zonder dat dit leidt tot schokken in het financiële systeem. Tot nu
toe lijkt de Amerikaanse Fed daar goed in te slagen, aangezien de
recente renteverhogingen goed zijn verwerkt. Voor het Eurosysteem is
deze opgave iets minder groot, aangezien wij de rente niet zo sterk
hebben verlaagd als de Fed. Op zichzelf is het niet nieuw dat
centrale banken bij hun rentebeleid rekening houden met de invloed op
het financiële systeem. Dit past goed bij hun traditionele
taakopvatting, die van oudsher sterk is gericht op het beperken van
systeemrisico. Wel is daarbij een duidelijke accentverschuiving
waarneembaar. Lag vroeger de nadruk vooral op systeemrisico via het
bankwezen, tegenwoordig is het essentieel om daarbij ook de interactie
met niet-bancaire instellingen en financiële markten te betrekken.
Centrale banken zijn daardoor nog meer dan vroeger `hoeders van de
financiële stabiliteit' geworden.
12 Het financiële landschap is in beweging, en misschien wat minder
voorspelbaar geworden. Maar daardoor niet minder interessant. Meer dan
in het verleden is een creatieve en flexibele houding vereist, zowel
voor beleggers als beleidsmakers. Om beter op veranderingen te kunnen
inspelen heeft de Nederlandsche Bank dit jaar een ingrijpende
reorganisatie doorgevoerd. Bovendien zijn we intensiever gaan
samenwerken met de Pensioen- en Verzekeringskamer, wat eergisteren
officieel is uitgemond in een volledige fusie
tussen beide instellingen. Met verantwoordelijkheden voor monetair
beleid, betalingsverkeer en het toezicht op banken, verzekeraars en
pensioenfondsen onder één dak zijn we uitstekend toegerust om de
stabiliteit van het Nederlandse financiële stelsel te beschermen.
[s?11283.speech.Verschuivingen_in_het_financi%C3%ABle_stelsel_en_impli
caties_voor_centrale_banken] leeg