Kamerstuk, 1-11-2004
Vragen ten aanzien van Operatie Jong
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-CD-U-2517740
1 november 2004
Hierbij treft u aan de antwoorden op de kamervragen over de Operatie
Jong met het kenmerk 29 284, nr 2.
Zoals u weet is de kern van Operatie Jong het samenwerkingsverband van
de ministeries van VWS, OCW, Justitie, SZW, BZK en VROM. De
bijgevoegde antwoorden op de kamervragen verstuur ik daarom mede
namens de Ministers van OCW, Justitie, V&I, SZW, BVK en VROM.
Ik hecht eraan in het algemeen nog een opmerking te maken naar
aanleiding van diverse van de door Uw Kamer gestelde vragen. Operatie
Jong is een complexe operatie. Om de beoogde doelen te realiseren is
een sluitende keten van jeugdvoorzieningen nodig. Dit vergt het
bespreken van verantwoordelijkheden en het aanpakken van verkokering.
Het is om die reden dat in de op 22 juni 2004 naar Uw Kamer verzonden
notitie Operatie Jong: Sterk en resultaatgericht voor de jeugd (Tweede
Kamer 2003-2004, 29 284, nr. 2) aangegeven is dat "Operatie Jong een
proces is dat enige adem vergt, waarbij het volstrekt onmogelijk en
zelfs contraproductief is om snel en van bovenaf alle precieze
oplossingen te schetsen. Dit temeer daar jeugdbeleid sterk
gedecentraliseerd beleid is dat dicht bij de jeugdigen en ouders
ingevuld moet worden."
Een aantal van de gestelde vragen zijn een verzoek om precieze
oplossingen te schetsen. Dat is, hoewel begrijpelijk, vanwege de
geschetste reden nu nog niet altijd mogelijk. Op dit moment worden
oplossingsrichtingen nader uitgewerkt en wordt de laatste hand gelegd
aan de plannen van aanpak van de thema's van de (jeugd)agenda van
Operatie Jong. Het kabinet zal u hierover dit najaar nader informeren.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp
PDF
Vragen ten aanzien van Operatie Jong (nieuw venster)
Om het kamerstuk op te halen:
Zie het origineel