Ministerie van Economische Zaken


http://www.minez.nl

MINEZ:Buitenlandse bedrijven over Nederlands vestigingsklimaat

Ministerie van Economische Zaken
Persbericht

1 november 2004

In Nederland gevestigde buitenlandse bedrijven zijn redelijk te spreken over het Nederlandse vestigingsklimaat, maar er valt nog wel het nodige te verbeteren. Dit blijkt uit een enquète die het Commissariaat voor Buitenlandse Investeringen in Nederland, onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken, in de afgelopen maanden heeft uitgevoerd onder een kleine duizend buitenlandse bedrijven. Ruim 20% van de benaderde bedrijven heeft meegewerkt aan de enquète, waarin het oordeel over het Nederlandse vestigingsklimaat centraal staat. Staatssecretaris van Economische Zaken Karien van Gennip maakte de resultaten vandaag bekend tijdens het Nationaal Acquisitie Platform. Wij mogen soms worden beschouwd als het braafste jongetje van de klas, het beste jongetje zijn we zeker nog niet. En daar moeten we wel op inzetten, aldus de staatssecretaris.

Ruim de helft van de respondenten beoordeelt het Nederlandse vestigingsklimaat als gemiddeld. Een kleine 10% vindt het vestigingsklimaat slecht tot zeer slecht. Eén derde van de bedrijven geeft de kwalificatie goed tot zeer goed. Bijna de helft van de bedrijven (47%) vindt het vestigingsklimaat verslechterd ten opzicht van vorig jaar; een ongeveer even grote groep ziet geen verandering.

In de enquète is het vestigingsklimaat onderverdeeld in 9 hoofdgroepen: Nederland algemeen, infrastructuur, bedrijventerreinen, arbeid, fiscaliteit, wet- en regelgeving, innovatie, afzetmarkt en leefomgeving. Binnen deze themas zijn in totaal 42 locatiefactoren onderscheiden.

Het best scorende hoofdthema is Nederland algemeen (7,5); het slechtste rapportcijfer is er voor het thema wet- en regelgeving (6,0). Wanneer wordt ingezoomd op specifieke locatiefactoren, blijken buitenlandse bedrijven de grootste problemen te hebben met de verkrijging van werk- en verblijfsvergunningen (5,7), de hoogte van de arbeidskosten (5,4) en - als slechtst scorende locatiefactor - de flexibiliteit in de arbeidswetgeving (5,0). Men is daarentegen zeer goed te spreken over de sterke internationale oriëntatie (7,8), de geografische positie ten opzichte van afzetmarkten en leveranciers (7,8) en onze mainports Schiphol en Rotterdam (7,9). Deze drie locatiefactoren behalen de hoogste scores.