http://www.justitie.nl
Toespraak minister Donner bij de Hein Roethofprijs
1 november 2004
Dames en heren,
'Prijs de dag niet voor het avond is, één zwaluw maakt nog geen
lente, verkoop de huid niet voordat de beer geschoten is.' Het
Nederlands kent spreekwoorden te over om ons te waarschuwen voor een
optimistische kijk op de toekomst. Die houding komt ook tot
uitdrukking in het sociaal cultureel rapport van het SCP dat vorige
week werd gepubliceerd. Daaruit spreekt het gevoel: 'Met mij gaat het
goed, met ons gaat het slecht'. Meer dan 2/3e van de bevolking meent
dat het hem of haar op dit moment goed gaat, maar meer dan 2/3e is ook
bijzonder somber over de toekomst, met name als het gaat om de
criminaliteit en de maatschappelijke verhoudingen.
Die somberheid moet gezien worden tegen de achtergrond van signalen
die er op duiden dat het Veiligheidsprogramma dat het kabinet uitvoert
enig effect begint te krijgen .Doelisomdegroeivande
criminaliteit zodanig om te buigen dat zij op termijn met minstens een
vijfde of een kwart daalt. Het lijkt erop dat in 2003 de groei is
afgevlakt en er op een aantal punten een begin van da lingisingezet.
De vermogenscriminaliteit daalt. De geweldscriminaliteit stijgt
weliswaar nog, maar beperkt, in elk geval veel minder dan in de
afgelopen jaren.
Ik ga mij hier niet buigen over de discrepantie tussen die twee
gegevens: het SCP-rapport en de criminaliteitscijfers. Beide zijn een
realiteit. Ik neem die uitkomst van het SCP onderzoek serieus, ook al
lijken de werkelijke cijfers op een andere ontwikkeling te wijzen.
Want mMet betrekking tot het gevoel van veiligheid is het vermoedelijk
net als met het weer. Weet u wel 's winters als het vriest, dan krijgt
u niet allen de werkelijke temperatuur, maar ook hoe koud het voelt.
Dat is de chill factor; en die kan soms aanzienlijk afwijken avn wat
de termometer aangeeft. Ik denk dat bij criminaliteit en het gevoel
van veiligheid hetzelfde geldt.
Toch moeten we ook de eerste positieve resultaten koesteren. Niet om
nu achterover te gaan leunen met het idee dat het verder wel vanzelf
gaat. We zijn er nog lang niet. Je hoeft de krant maar open te slaan
om dat te zien. Maar die cijfers wijzen er wel op dat we wel degelijk
greep kunnen krijgen op de ontwikkeling van de criminaliteit.
Uiteraard weet je het nooit helemaal zeker. Maar het lijkt er op dat
het afremmen van de groei en de daling gevolg zijn van de
investeringen van de afgelopen jaren in politie, Openbaar Ministerie
en gevangeniscellen. Meer politie leidt tot meer opgespoorde strafbare
feiten en dat leidt weer tot meer straffen. Dat is gemakkelijk aan te
tonen. Of meer politie ook leidt tot minder criminaliteit en een
sterker gevoel van veiligheid is moeilijker te bewijzen.
Hoe dan ook, om Nederland veiliger te krijgen laten we het niet bij
repressieve maatregelen. Er is meer nodig . De komende tijd gaan we
ook meer aandacht besteden aan andere manieren om criminaliteit aan te
pakken. Een ervan is het voorkomen en tegenhouden van criminaliteit.
Een onderwerp dat past bij de Hein Roethofprijs.
Criminaliteit verandert voortdurend van karakter en zoekt steeds
nieuwe vormen. Wil je die tegenhouden, dan zul je creatief moeten
zijn. Dat wordt aardig geïlustreerd door de projecten die voor deze
prijs genomineerd zijn. Maar met creativiteit alleen red je het niet.
Tegenhouden van criminaliteit kost ook menskracht, kost geld.
Bestuurders willen alleen investeren in veiligheid, als ze zien dat
maatregelen ook effect hebben. Effectiviteit kun je meten. Voor het
terugdringen van recidive loopt er al een onderzoeksprogramma dat
duidelijk moet maken welke maatregelen effectief zijn. Zo'n initiatief
bestaat ook voor interventies tegen jeugdcriminaliteit en zo'n
programma komt er ook voor het beleid rondom veelplegers. In 2005
start iets dergelijks voor de maatregelen die bijdragen aan het
tegenhouden van criminaliteit.
We hebben de afgelopen jaren veel initiatieven gezien tegen geweld.
Initiatieven van gedreven organisaties, die een positief beeld hebben
van de resultaten. We willen graag duidelijk hebben of dat beeld
spoort met de realiteit. Vandaar dat we daar volgend jaar een
evaluatie aan wijden. Dat zal het misschien makkelijker maken om
andere organisaties voor vergelijkbare initiatieven te interesseren.
In dezelfde sfeer doen we dat met de regionale platforms
criminaliteitsbeheersing. Daarin werken politie, bestuur en
bedrijfsleven samen. Velen hebben een positief gevoel over het effect
ervan. Ook daar willen we dat proberen te onderbouwen met een
evaluatie. Dat zal de oprichting van toekomstige platforms
vergemakkelijken en het zal ongetwijfeld ook leiden tot suggesties
voor verbeteringen in de huidige werkwijze.
Die platforms zijn een aardig voorbeeld van publiek-private
samenwerkingsvormen. Ze laten zien dat je de verantwoordelijkheid voor
veiligheid niet alleen bij de overheid kunt leggen. De veiligheid gaat
alle Nederlanders aan. Velen nemen die verantwoordelijkheid ook. Zie
de honderdduizenden die hun huis beveiligen volgens het Keurmerk
Veilig Wonen. En kijk naar het Keurmerk Veilig Ondernemen. Daardoor
zijn tientallen samenwerkingsverbanden ontstaan tussen bedrijfsleven
en overheid. En in veel gemeenten staat de veiligheid hoog op de
politieke agenda.
Maar te veel burgers, organisaties, gemeenten ontlopen hun
verantwoordelijkheid nog. Te veel mensen en bedrijven profiteren van
de veiligheidsmaatregelen die anderen nemen, zonder daar zelf aan bij
te dragen. Bijv. als een groot aantal bedrijven op en industrieterrein
gezamenlijk bewakingsmaatregelen treffen, dan profiteren de bedrijven
die niet mee doen daar ook van. Dat leidt er dan weer toe dat ook
andere bedrijven afhaken, waardoor steeds minder bedrijven steeds meer
moeten betalen voor de veiligheid van alle. Deze zogenaamde free
riders willen we aanpakken en ook dat willen we doen op een creatieve
manier. Ik denk bijvoorbeeld aan een regeling die, als 80% van de
betrokkenen veiligheidsmaatregelen wil nemen, de resterende 20%
verplicht tot dezelfde maatregelen. Nog dit najaar gaat daarover een
brief naar de Tweede Kamer.
En neem het stelselmatig asociaal gedrag. Ik bekijk op dit moment
welke mogelijkheden een 'Doe normaal contract' en een 'Doe normaal
bevel' bieden. Het idee is gebaseerd op een Engels voorbeeld, door de
ChristenUnie vertaald naar de Nederlandse situatie. 'Goed
gejat' hoorde ik iemand zeggen, maar dat klinkt zo onaardig.
Dames en heren,
Creatieve en effectieve oplossingen bij het tegenhouden van
criminaliteit komen niet uit de lucht vallen. Ze zijn het gevolg van
inspanningen, inzet en actie van velen. Die oplossingen kan Justitie
vaak niet zelf aandragen. Daar zijn anderen voor nodig: departementen,
maatschappelijke organisaties, gemeenten, maar ook groepen mensen die
proberen in eigen omgeving iets te doen.
De beide projecten die dit jaar genomineerd zijn voor de Hein
Roefhofprijs zijn dergelijke initiatieven. Ik hoop dat ze een
voorbeeld zijn voor andere gemeenten. Dit jaar komen beide projecten
uit Amsterdam. Dat is passend omdat de wapenspreuk van die gemeente,
treffend de werkwijze rond de Hein Roefhofprijs typeert. Want de jury
heeft zich heldhaftig op de inzendingen geworpen, heeft vastberaden de
nominaties vastgesteld, terwijl ik nu barmhartig mijn verhaal eindig
om u niet langer in spanning te laten zitten.
Dank u
01 nov 04 15:21
Ministerie van Justitie