Verbond: Wfd mag geen tweede financiële bijsluiter worden
Binnenkort worden de Wet financiële dienstverlening (Wfd) en de
invulling van de lagere regelgeving in de Tweede Kamer behandeld. Het
Verbond kan zich goed vinden in de uitgangspunten van de Wfd, maar
plaatst nog wel vraagtekens bij de uitwerking en het toezicht. Is het
allemaal niet te veel en te zwaar opgetuigd? Bovendien wijst alles
erop dat de Wfd buitengewoon kostbaar wordt.
De Wfd zorgt voor aanscherping van de consumentenbescherming op het
terrein van de financiële dienstverlening. Zo krijgen verzekeraars,
banken en tussenpersonen een zorg- en informatieplicht richting
consument met als doel verbeterde transparantie van producten en
dienstverlening. Al met al is het Verbond het in grote lijnen eens met
de doelstellingen van de Wfd.
Maar er zitten nog wel flinke haken en ogen aan het wetsvoorstel; met
name in de uitwerking ervan in lagere regelgeving en het toezicht dat
de AFM hierop zal houden.
Lagere wetgeving
Recentelijk heeft de AFM het consultatieproces met de betrokken
marktpartijen afgerond en haar advies over de invulling van de lagere
regelgeving van de Wfd ingediend bij het ministerie van Financiën. Het
ministerie en de AFM schatten de kosten voor invoering van de Wfd nog
steeds veel lager in dan banken, verzekeraars en tussenpersonen, die
hun berekeningen meer op de praktijk stoelen. Om uit deze impasse te
komen, heeft het ministerie van Financiën de betrokken marktpartijen
en koepelorganisaties uitgenodigd voor nader overleg. Daarbij wordt
gekeken naar minder ingrijpende eisen (o.a. over de zorgplicht), die
tot minder kostbare alternatieven kunnen leiden. Dit overleg zal tot
eind juli duren. Uitgangspunt hierbij is wel dat de doelstellingen van
de Wfd worden gehandhaafd. Hopelijk slaagt het ministerie erin tot een
voor alle betrokkenen acceptabele reductie van de kosten te komen.
Volgens berekeningen van het Verbond komt de in- en uitvoering van de
wet voor verzekeraars alleen al neer op een bedrag van 95 miljoen euro
aan initiële kosten, en ruim 31 miljoen euro aan doorlopende kosten.
Totaal ruim 126 miljoen euro. Ook banken en tussenpersonen komen op
hoge kosten uit. Deze bedragen liggen veel hoger dan het ministerie
heeft gepresenteerd in de Memorie van Toelichting. Sterker: de
initiële kosten voor verzekeraars alleen al liggen drie keer hoger dan
berekend voor de hele financiële sector. Uiteindelijk zal de Tweede
Kamer in september de afweging moeten maken of de kosten in verhouding
staan tot de doelstelling van de wet.
Een tandje minder
Volgens het Verbond kán de Wfd niet alleen een tandje minder, maar
móet dat ook. De informatieverplichtingen bijvoorbeeld die nu in het
wetsvoorstel staan, zijn zó opgetuigd dat ze verstrekkende
administratieve gevolgen met zich meebrengen voor verzekeraars en
tussenpersonen. De kans op het financiële bijsluitereffect is dan ook
groot: een papierberg bedelft het op zichzelf goede doel van meer
transparantie en duidelijkheid. De consument is zelden beter geworden
van een overkill aan informatie.
De kosten van de Wfd staan bovendien in schril contrast met het
streven van het kabinet naar een reductie van de administratieve
lasten van maar liefst 25%.
Verzekerd!, juli 2004
Verbond van Verzekeraars