IP/04/888
Brussel, 12 juli 2004
België: Commissie stelt rechtsvervolging in wegens inbreuken op het
milieurecht
De Europese Commissie heeft besloten inbreukprocedures tegen België in
te leiden in vijf afzonderlijke gevallen betreffende inbreuken op het
EU-milieurecht. Er zal een laatste schriftelijke waarschuwing aan
België worden gezonden wegens nalatigheid in het uitvoeren van een
milieueffectbeoordeling van de belangrijke wegwerkzaamheden aan de
Leien in Antwerpen. België zal ook twee verdere laatste waarschuwingen
ontvangen wegens nalatigheid in het omzetten in Belgisch recht van
EU-wetgeving betreffende waterbeheer en betreffende
broeikasgasemissies. In twee verdere gevallen zal België eerste
schriftelijke waarschuwingen ontvangen. Deze hebben betrekking op
nalatigheid in het verminderen van de luchtverontreiniging en in het
nakomen van verplichtingen i.v.m. de beschermende ozonlaag van de
aarde. Door het milieurecht van de EU niet correct uit te voeren
beschermt België het milieu en zijn burgers niet zoals het hoort.
Milieucommissaris Margot Wallström zei in haar commentaar op de
beslissingen: "Tijdens de laatste paar decennia heeft de EU een
uitgebreide hoeveelheid wetgeving ontwikkeld die gericht is op het
verbeteren van de toestand van ons milieu. Indien deze wetgeving niet
wordt uitgevoerd, zal ze ineffectief blijven - en zullen de burgers
schade lijden aangezien hun levenskwaliteit afhangt van een gezond
milieu. "
De Antwerpse Leien
In 2001 hebben de Vlaamse autoriteiten de heraanleg van de historische
Leien (de binnenring) in Antwerpen gestart zonder een
milieueffectbeoordeling uit te voeren zoals vereist bij de
milieueffectbeoordelingsrichtlijn . Deze richtlijn verplicht de
autoriteiten, wanneer zij bepaalde bouwprojecten ondernemen zoals de
heraanleg van de Leien in Antwerpen, de waarschijnlijke milieueffecten
te analyseren en in aanmerking te nemen.
In oktober 2003 heeft de Commissie een eerste schriftelijke
waarschuwing aan België gezonden. De autoriteiten antwoordden in
februari 2004 dat het project waarschijnlijk geen aanzienlijke
milieueffecten zou hebben en dan er dan ook geen
milieueffectbeoordeling nodig was. Volgens de Commissie hebben de
Vlaamse autoriteiten echter niet alle nodige maatregelen genomen om na
te gaan of het project al dan niet aanzienlijke milieueffecten kan
hebben en of op grond hiervan een milieueffectbeoordeling moet worden
uitgevoerd.
De Commissie zond België derhalve een laatste schriftelijke
waarschuwing. De Commissie wil dat België aantoont dat de Vlaamse
autoriteiten voorafgaandelijk hebben onderzocht of er al dan niet
aanzienlijke milieueffecten zijn.
Indien dit het geval is, moeten de Vlaamse autoriteiten een volledige
milieueffectbeoordeling uitvoeren. Dit zou de burgers de kans geven
hun mening te geven over de vraag hoe een project van invloed zal zijn
op hun omgeving. Nalatigheid in het uitvoeren van een beoordeling kan
ook betekenen dat de beste manier om het milieu te beschermen over het
hoofd wordt gezien en meer kwaad dan nodig wordt berokkend.
Verdere laatste schriftelijke waarschuwingen
Samen met meerdere andere lidstaten is België nalatig geweest in het
omzetten in nationaal recht van de waterkaderrichtlijn
(omzettingstermijn 22 december 2003) en de richtlijn handel in
emissierechten (omzettingstermijn 31 december 2003). De Commissie
zal dan ook laatste schriftelijke waarschuwingen aan België sturen met
de vraag deze wetgeving uit te voeren. Beide gevallen werden behandeld
in een afzonderlijk perscommuniqué (IP/04/870 en IP/04/861).
Eerste schriftelijke waarschuwingen
Samen met meerdere andere lidstaten heeft België ook eerste
schriftelijke waarschuwingen ontvangen met betrekking tot de volgende
twee gevallen:
* nalatigheid in het indienen van volledige en materiële rapporten
over het gebruik van methylbromide bij op de markt gebrachte
gewassen. Methylbromide is een pesticide die de beschermende
ozonlaag van de aarde beschadigt en geleidelijk moet verdwijnen
krachtens de ozonverordening van de EU tot uitvoering van het
Protocol van Montreal van 1987 betreffende de ozonlaag afbrekende
stoffen .
Ook deze beide gevallen werden behandeld in een afzonderlijk
perscommuniqué (IP/04/878).
Rechtsprocedure
Artikel 226 van het Verdrag geeft de Commissie bevoegdheden om
gerechtelijke stappen te ondernemen tegen een lidstaat die zijn
verplichtingen niet nakomt.
Indien de Commissie van oordeel is dat er sprake kan zijn van een
inbreuk op het EU-recht die de inleiding van een inbreukprocedure
rechtvaardigt, zendt zij een "schriftelijke aanmaning" (eerste
schriftelijke waarschuwing) aan de betrokken lidstaat met het verzoek
om vóór een bepaalde datum - meestal binnen twee maanden - opmerkingen
in te dienen.
Gelet op het antwoord van de betrokken lidstaat of het ontbreken
daarvan kan de Commissie dan besluiten een "met redenen omkleed
advies" (laatste schriftelijke waarschuwing) aan de lidstaat te
zenden, waarin duidelijk en definitief de redenen worden vermeld
waarom zij van oordeel is dat inbreuk op het EU-recht is gemaakt en de
lidstaat wordt verzocht binnen een bepaalde periode, normaal twee
maanden, de voorschriften na te leven.
Indien de lidstaat nalaat te voldoen aan het met redenen omkleed
advies, kan de Commissie besluiten de zaak voor het Europese Hof van
Justitie te brengen. Voor zover het Hof van Justitie oordeelt dat het
Verdrag is geschonden, dient de staat die de inbreuk pleegt de
maatregelen te nemen die nodig zijn om zich te conformeren.
Artikel 228 van het Verdrag verleent de Commissie de bevoegdheid om op
te treden tegen een lidstaat die een eerder arrest van het Europese
Hof van Justitie niet naleeft. Het artikel staat de Commissie ook toe
het Hof te vragen de betrokken lidstaat een geldboete op te leggen.
Voor actuele statistieken over inbreuken in het algemeen zie:
http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.h
tm#infractions
---
Richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de
milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere
projecten, zoals gewijzigd bij Richtlijn 97/11/EG van de Raad.
Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23
oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire
maatregelen betreffende het waterbeleid.
Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13
oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in
broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap.
Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de
Raad van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen.
European Commission