Voortgang Werkgroep Bestuurlijk Financiële Verhoudingen Nederlandse
Antillen
Voortgang Werkgroep Bestuurlijk Financiële Verhoudingen Nederlandse Antillen
6 juli 2004
Willemstad - De Werkgroep Bestuurlijke en Financiële Verhoudingen
Nederlandse Antillen (BFV) heeft haar interim-rapport officieel,
tijdens het bezoek van Minister van Bestuurlijke Vernieuwing en
Koninkrijksrelaties dhr. De Graaf, begin juli aangeboden aan zowel de
genoemde minister als aan zijn ambtgenoot in de Nederlandse Antillen,
dhr. mr. R. Gibson. Het rapport geeft een zicht op de voortgang van
het proces tot heden.
---
Het traject is verdeeld in vier fasen: analyse, vaststelling van
uitgangspunten, uitwerking op hoofdlijnen en opstellen van het
eindrapport. Het traject loopt conform schema; momenteel is de groep
bezig met de analyse-fase. De werkgroep heeft van alle eilandgebieden
zelf-analyses ontvangen, die nu besproken worden. Deze analyses
worden, ter verbreding van het draagvlak in het proces, medio juli
aangevuld met een analyse van beoordelingen van stakeholders op alle
eilanden, zoals de werkgevers- en werknemersorganisaties, de NGO's en
andere belangengroeperingen. Volgende week zal de Werkgroep op alle
eilanden overleg plegen met reeds genoemde organisaties, die reeds een
vragenlijst hebben ontvangen. Tijdens dit werkbezoek zal ook het
interim-rapport eveneens officieel worden aangeboden aan de
Bestuurscolleges van de eilandgebieden.
Het Interim-rapport bevat enkele voorlopige bevindingen en voorlopige
uitgangspunten. Deze voorlopige bevindingen en uitgangspunten zijn als
volgt:
* De Eilanden blijven deel uitmaken van het Koninkrijk en het
Nederlanderschap staat niet ter discussie;
* De dubbele bestuurslaag verdwijnt; nader te bepalen instellingen
en samenwerkingsverbanden blijven gehandhaafd respectievelijk
worden ontwikkeld.
* Maatwerk per eiland is gewenst in de bestuurlijke en financiële
verhoudingen onderling, met Nederland, en met het Koninkrijk;
* Alle bestaande Koninkrijkstaken worden gehandhaafd. Een grondige
herorientatie is nodig op de rol van het Koninkrijk. De positieve
kanten daarvan, zowel bestuurlijk als maatschappelijk, moeten
worden versterkt. Nederland en het Koninkrijk moeten sterker van
elkaar worden onderscheiden;
* De nieuw te ontwikkelen bestuurlijke en financiele verhoudingen
moeten garanties bieden voor goed bestuur, goed financieel
bestuur, onafhankelijke rechtspraak, naleving van mensenrechten,
nakoming internationale verplichtingen, eenvormige basiswetgeving
op alle eilanden, een adequate handhaving en toezicht. Het
Koninkrijk ontwikkelt standaards voor goed bestuur;
* Veranderingen in de structuur dienen gepaard te gaan met
ingrijpende verbeteringen in de bestuurskracht (mensen/middelen)
en in basis processen van het bestuur, zoals de begroting en
rekening.
De werkgroep zal medio juli a.s. de analyse- en uitgangspunten-fase
afronden, waarna direct begonnen zal worden met de laatste fase t.w.
uitwerking en eindadvisering. De werkgroep behoeft zich in haar
eindadvisering niet te beperken tot de kaders van het Statuut.
Op basis van de huidige planning zal het eindadvies op 1 oktober a.s.
worden geleverd.
---
---
---
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties