Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


---


Directie Veiligheidsbeleid

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 7 juli 2003

Behandeld

P. van den IJssel


Kenmerk


- DVB/WW-291/03

Telefoon


- 070-3485236


Blad


- 1/4


Fax


- 070-3485479


Bijlage(n)


- E-Mail


- monique-de.kok@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen van het lidKoenders (PvdA) over wapenleveranties aan Indonesië en de strijd in Atjeh

Graag bied ik u hierbij, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - het lid- Koenders (PvdA) over de wapenleveranties aan Indonesië en de strijd in Atjeh- . Deze vragen werden ingezonden op 10 juni 2003 met kenmerk - 2020312960.


- De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

Antwoorden van de heer De Hoop Scheffer, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens mevrouw Van Gennip, staatssecretaris van Economische Zaken, op vragen van het lid Koenders (PvdA) over wapenleveranties en de strijd in Atjeh.

Vraag 1

Heeft u aanwijzingen dat militaire exportgoederen die in de afgelopen periode aan Indonesië geleverd zijn, gebruikt worden in de strijd tegen het GAM 1) in Atjeh? 2)

Antwoord

Onder verwijzing naar de antwoorden op de vragen van het lid Van Velzen (TK nr 2020312350) die u heden zijn toegegaan, informeer ik u dat volgens de ons ter beschikking staande gegevens één vaartuig van de Indonesische marine, dat is uitgerust met door een Nederlands bedrijf geleverde apparatuur, betrokken is geweest bij patrouilles in de wateren rond Atjeh. Over de inzet van ander door Nederlandse bedrijven geleverde militair materieel rond het conflict in Atjeh is ons niets bekend.

Vraag 2

Kunt u garanderen dat de (Nederlandse) wapenleveranties aan Indonesië voldoen aan de door de Tweede Kamer gestelde criteria voor wapenleveranties?

Antwoord

Alle aanvragen voor vergunningen voor export van militair materieel naar Indonesië worden zeer strikt getoetst aan de bekende acht criteria van de Europese gedragscode inzake wapenexporten. Hierbij wordt ook gekeken naar het type goed, de eindgebruiker en het eindgebruik. Bij thans voorliggende aanvragen zal de situatie in Atjeh uiteraard nadrukkelijk worden meegewogen in de beoordeling.

Vraag 3

Kunt u een overzicht geven van de wapenleveranties aan Indonesië in de afgelopen drie jaar?

Antwoord

In de periode van medio 2000 tot heden zijn door de Nederlandse overheid vijf vergunningen verstrekt voor de definitieve uitvoer van militaire goederen naar Indonesië. In alle gevallen betrof het leveranties van onderdelen van radarsystemen aan de Indonesische Marine. De totale waarde van deze transacties bedroeg ruim 9 miljoen euro (2000: ¤ 2,79 miljoen; 2001: ¤ 0,32 miljoen; 2002: ¤ 0,96 miljoen; 2003: ¤ 5,02 miljoen).

Vraag 4

Op welke wijze steunt Nederland projecten voor de hervorming van het Indonesische leger?

Antwoord

Eerder werd de Tweede Kamer al geïnformeerd (in antwoord op vragen van het lid Karimi, Kamervraag met antwoord 2000-2001, nr. 1425, en van het lid Van Bommel, Kamervraag met antwoord 2002-2003, nr 1424) dat Nederland hier zeer specifiek aan bijdraagt via in omvang en doelgroep beperkte samenwerking op het gebied van de professionalisering en democratisering van de Indonesische strijdkrachten. Nederland financiert een trainingsprogramma bij het Instituut Clingendael waaraan NGO's, journalisten, politie-, luchtmacht- en landmachtofficieren deelnemen. Thans worden de mogelijkheden onderzocht om voor 2004 een samenwerkingsprogramma op te stellen, waarbij de nadruk ligt op de professionalisering en de democratisering van de Indonesische krijgsmacht, in het bijzonder de marine. Als onderdeel hiervan worden, mede binnen het kader van de bestrijding van het internationale terrorisme, mogelijkheden van samenwerking met de Indonesische marine en kustwacht geïnventariseerd. Ook wordt bezien of Nederland opleidingen kan aanbieden ter voorbereiding op vredesoperaties. Hierbij is te denken aan de 'United Nations Military Observer' (UNMO) cursus en aan 'demining en mine awareness' cursussen.


---