Groningen, 29 juni 2003

Kraakactie voor Vluchtelingen in Groningen

Op 29 juni 2003 is Oude Boteringestraat 69 in Groningen gekraakt als protest tegen de onmenselijke manier waarop vluchtelingen worden behandeld in Nederland. In dit pand gaan vluchtelingen wonen die anders dakloos zouden worden. De vluchtelingen en Actiegroep Wonen Is Een Recht (WIER) zijn van mening dat ieder mens recht heeft op een woning, ongeacht huidskleur, afkomst of status.

De behandeling van vluchtelingen door de Nederlandse staat, inclusief de gemeente Groningen, is mensonterend. Het op straat zetten van bewoners van het Heijmanshuis in Groningen is hier het recentste bewijs van. Het gaat hier onder andere om gezinnen met kinderen van net 1 jaar oud. De vluchtelingen en Actiegroep WIER eisen dat de gemeente Groningen haar zorgplicht serieus neemt en structureel woonruimte gaat bieden aan al haar inwoners.

Meer informatie:

Het drama van het Heijmanshuis in Groningen staat niet op zichzelf. Het is een van de uitingen van het landelijke antivluchtelingenbeleid wat verhevigd is onder Paars 2. Het beleid is geworden tot een beleid van criminaliseren, illegaliseren en uitsluiten van mensen.

Vluchtelingen worden, ook midden in de winter, in barakken, legertenten of caravans gestopt. Hele gezinnen moeten leven in veel te kleine ruimten. Hun uitkering ligt ver onder het bestaansminimum, als ze al geld krijgen. Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers (AMA's) worden opgesloten in campussen, Vught en Deelen, die volgens een Amerikaans gevangenissysteem werken.

Indien iemand na zijn eerste procedure geen verblijfsvergunning krijgt, wordt hij of zij uitgesloten van medische, woon- en alle andere sociale voorzieningen. Dit terwijl iedere vluchteling recht heeft op een tweede procedure, waarin maar al te vaak blijkt dat in de eerste fouten zijn gemaakt. Veel vluchtelingen belanden hierdoor op straat.

In zijn algemeenheid is het beleid erop gericht mensen te ontmoedigen om naar Nederland te komen. Bovendien probeert de staat mensen tot terugkeer aan te sporen. Dit doet zij door het mensen zowel psychisch als fysiek moeilijk te maken. Vluchtelingen mogen zo min mogelijk integreren om uitzetting te vergemakkelijken.

De gemeente Groningen stelde zich in eerste instantie iets humaner naar vluchtelingen op dan de landelijke politiek. Zo besloot de gemeenteraad in juni 2002 met instemming van het college van B&W dat er in Groningen geen vluchteling op straat zou komen te staan. In december van hetzelfde jaar werd echter de Sudanneese familie Mahammad met drie kinderen, waarvan de jongste nog maar twee jaar oud, de vrieskou (min 11 graden) ingestuurd. Ondanks de publieke verontwaardiging is de gemeente Groningen niet teruggekomen op de beslissing.

De volgende slachtoffers zijn de bewoners van het Heijmanshuis. Een jaar geleden werd hen al verteld dat ze weg moesten. De uitzetting kon nog een jaar vol onzekerheid en spanning gerekt worden, maar per 1 juli 2003 moeten 14 van de 45 vluchtelingen hun eigen onderkomen zien te regelen. Geen makkelijke opgave als je niet mag werken, geen uitkering krijgt, je rechten op elke sociale voorziening je zijn ontzegd, en je in sommige gevallen kinderen vanaf 1 of 2 jaar moet verzorgen.

Stichting Noodhulp Dakloze Vreemdelingen Groningen, de stichting die het Heijmanshuis opzette, heeft 19 juni bij de rechter uitzetting van de vluchtelingen geëist. Haar onderbouwing was dat de gemeentelijke subsidie stopt, er geen vrijwilligers meer zijn, de bewoners niet aan de gemeentelijke criteria voldeden en het pand gesloopt zou worden. Dit is een zeer wankele onderbouwing. Zo heeft de gemeente wel geld om vluchtelingen op een andere plek op te vangen, waar alleen mensen mogen komen die waarschijnlijk snel Nederland uitgaan. De gemeente Groningen beargumenteert haar beslissing met de stelling dat zij enkel woonruimte zal verschaffen aan verwijderbare vluchtelingen, zodat de doorstroom van de nieuwe voorziening blijft stromen, hierin passen geen technisch niet verwijderbare vluchtelingen. Daarbij wordt het pand helemaal niet gesloopt, maar komen er studenten als anti-kraak in de plaats van de vluchtelingen. De gemeente Groningen zou voor al haar inwoners, vluchtelingen én studenten, huisvesting moeten verzorgen. Anti-kraak ontzegt mensen hun huurrechten en houdt de woningnood in stand.

Om te voorkomen dat mensen op straat moeten gaan leven is er op 29 juni 2003 een pand gekraakt. Het pand staat veel langer dan een jaar leeg en is duidelijk een speculatie-object. Dat houdt in dat de eigenaar het pand niet bezit om het te gebruiken, maar uitsluitend om er geld mee te verdienen. Het is dan ook niet ondenkbaar dat het pand nog veel langer ongebruikt zou blijven staan als het niet gekraakt was. Door het te kraken kan het woonruimte bieden aan hen die rechteloos zijn gemaakt door de Nederlandse staat. Daarbij is kraken een actiemethode. Met deze kraak willen de vluchtelingen en Actiegroep WIER aandacht vragen voor de sociale wanverhoudingen in de maatschappij.

De vluchtelingen en Actiegroep WIER eisen dat de gemeente Groningen haar zorgplicht serieus neemt en structureel woonruimte biedt aan al haar inwoners. Structureel woonruimte bieden houdt in dat de bewoners niet uit hun woning gezet kunnen worden, waardoor ze niet langer in onzekerheid hoeven te leven. Naast woonruimte eisen de vluchtelingen en Actiegroep WIER dat de vluchtelingen toegang krijgen tot medische voorzieningen, onderwijs, inkomen en alle andere sociale voorzieningen.

Activiste Sofie-Engelien van Ruys tot Nuenen: "Het maakt me misselijk als ik zie hoe mijn medemensen, die toevallig in een ander land geboren zijn, worden behandeld. Ik begrijp niet waarom de Nederlandse bevolking niet massaal in opstand komt tegen dit beleid. Ik walg van de politici hier in Groningen die de schuld op de landelijke overheid afschuiven. Als je de mogelijkheid hebt om iets aan deze misdaden te doen ben je gek als je niks doet. De landelijke politici die het brein vormen achter deze waanzin maken me woedend. De wereld is van iedereen!"