Nederlands Detachement in Irak
6 juni Al Muthanna: Vriendelijke bevolking, vijandig milieu
De 1100 Nederlandse militairen die in augustus in het zuiden van Irak
aan de slag gaan, wacht een fysiek extreem zware klus, zwaarder dan
die in Eritrea twee jaar geleden.
De temperaturen in de schaduw kunnen oplopen tot boven de 50 graden
Celsius. Daarnaast loert er allerlei ongedierte en komt er soms
malaria voor.
Verkenningen
De verkenningen die de krijgsmacht heeft uitgevoerd in het gebied van
anderhalf keer Nederland, leren dat van de lokale bevolking niet al te
veel gevaar te duchten is.
De Nederlandse militairen die werden rondgereden door Amerikaanse
collega's, vingen geen spoor van aversie op, niet in gebaar, niet in
woord.
De inval van de Amerikanen en de Britten is de bevolking in het
rotsachtige woestijngebied richting de grens met Saudi-Arabië,
waarschijnlijk zelfs grotendeels ontgaan.
Zij zijn niet of nauwelijks geconfronteerd met het geweld van de
relatief korte oorlog.
Uitdaging
De grootste uitdaging, want in die termen spreken mariniers, komt van
het verzengende klimaat. Patrouille lopen kan hooguit twee keer per
dag en dan alleen 's morgens en tegen de avond.
Midden op de dag is het zonder bescherming niet te harden. Een
militair die zich rustig houdt, heeft per dag 7 tot 10 liter water
nodig.
Maar als de eenheid eenmaal volop functioneert, dan moet met douchen,
koken en drinken gerekend worden op een waterverbruik van 60 tot 70
liter water per dag per persoon.
Zo'n grote hoeveelheid is niet aan te voeren van buiten Irak. De
voorbereidende eenheid die binnenkort naar Irak vertrekt om de komst
van de Nederlandse militairen voor te bereiden, heeft dan ook niet
voor niets een geoloog bij zich.
Hij moet nagaan waar er naar water kan worden geboord. Daarnaast is
het waarschijnlijk mogelijk oppervlaktewater van de rivier de Eufraat
te zuiveren.
De Eufraat stroomt door het bewoonde noordelijke deel van de
provincie.
Acclimatiseren
De enorme hitte vereist verder een gedegen aanpassing van de
manschappen. Er is een ruime periode uitgetrokken om de militairen te
laten acclimatiseren. Eerst in het land van eerste opvang, het
buurland Koeweit en daarna in het gebied zelf.
Als de omgevingstemperatuur uitkomt boven de eigen
lichaamstemperatuur, gaat het lichaam als een airconditioner werken.
En dat vreet energie. Het lopen van patrouilles is daarom extreem
zwaar.
De mariniers kunnen dat alleen volhouden als zij kunnen slapen in
gekoelde ruimtes.
Veiligheidsregels
Het controleren van het schaars bewoonde woestijngebied ten zuiden van
de basis bij As Samawah vergt meerdaagse patrouilles in
pantservoertuigen die zijn uitgerust met air-conditioning. Het advies
is om alleen in de ochtenduren te rijden.
In ieder geval moet de patrouille-eenheid ruim voor het middaguur een
kamp opslaan. Een tweede veiligheidsmaatregel is de beschikbaarheid
van een arts. De 'golden rule' bij vredesmissies is dat in geval van
een incident met gewonden, er binnen een uur een dokter aanwezig is.
In het geval van de meerdaagse patrouilles zal een arts waarschijnlijk
deel uitmaken van de patrouille-eenheid. Daarnaast worden voor vertrek
de beschikbare ziekenhuizen in het gebied geïnventarisseerd en worden
er vaste afspraken gemaakt over een eventuele noodevacuatie van een
gewonde door een van de Chinook-transporthelikopters.
Deze toestellen zijn wegens hun grote vermogen bij uitstek geschikt
voor het woestijnklimaat. Waar lichtere Britse Sea King helikopters
het laten afweten vanwege onvoldoende 'lift', gaan de Chinooks gewoon
door.