gehandicapten
Aanbieden introductiedossier Wet voorzieningen gehandicapten
De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-CB-U-2321955
25 oktober 2002
Met uw brief van 12 september kenmerk VWS/02/37/LD verzoekt u mij om
toezending van het introductiedossier inzake de Wet voorzieningen
gehandicapten. Bijgaand doe ik u een enigszins geactualiseerde versie
toekomen van het introductiedossier dat destijds is opgesteld voor de
nieuwe bewindspersoon van SZW vanuit de gedachte dat deze
verantwoordelijk zou blijven voor de Wvg. Mogelijk is daarnaast een
technische briefing een optie om een aantal vragen van uw kant over
dit ingewikkelde onderwerp te beantwoorden.
Met uw brief van 30 september kenmerk VWS/02/40/LD verzoekt u mij om
een standpunt op de Bouwstenennotitie Wet voorzieningen gehandicapten,
die de toenmalige Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 19
juli aan uw Kamer heeft doen toekomen. Deze notitie was opgesteld door
een ambtelijke stuurgroep vanuit de verschillende betrokken
departementen.
In de notitie worden verschillende bestuurlijke varianten
onderscheiden voor het aansturen en financieren van voorzieningen,
noodzakelijk om de maatschappelijke participatie van mensen met
beperkingen te bevorderen. Ook de bestuurlijke relatie tussen het
'inclusieve' en op algemene toegankelijkheid van voorzieningen
gerichte beleid enerzijds en het specifieke beleid dat, aanvullend
daarop, nog nodig is voor mensen met beperkingen, krijgt uitvoerige
aandacht in de notitie.
Het uitspreken van een voorkeur voor een van de onderscheiden
varianten dan wel een alternatief voorstel, en de realisatie daarvan,
gaat gepaard met soms ingrijpende consequenties van bestuurlijke en
financiële aard. Dit proces vergt uitvoerige afstemming tussen alle
bij dit onderwerp betrokken bewindslieden. Als voor de Wvg
verantwoordelijke bewindspersoon zal ik daartoe het initiatief nemen;
ik hoop in het voorjaar van 2003 een standpunt van het kabinet aan uw
Kamer te kunnen doen toekomen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp
Introductiedossier Wet voorzieningen gehandicapten 1.
Introductiedossier Wet voorzieningen gehandicapten
---
Introductiedossier Wet voorzieningen gehandicapten en bovenregionaal vervoer
Op 22 juli 2002 is bij KB de verantwoordelijkheid voor de Wvg en het bovenregionaal vervoer
voor gehandicapten overgedragen aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Onderstaand wordt op hoofdlijnen ingegaan op de belangrijkste aspecten van beide dossiers.
1. Wet voorzieningen gehandicapten en bovenregionaal vervoer
Doel
De Wvg heeft als doel om het zelfstandig functioneren en maatschappelijk participeren van
ouderen en gehandicapten te bevorderen. De Wvg kent drie soorten verstrekkingen: rolstoelen,
woonvoorzieningen en vervoersvoorzieningen. De uitvoering van de Wvg ligt bij gemeenten. De
verstrekkingen zijn niet nader in de wet omschreven teneinde gemeenten in de gelegenheid te
stellen aan te sluiten bij de individuele vraag en de lokale situatie. Gemeenten dienen hun Wvg-
beleid in een verordening neer te leggen en (organisaties van) cliënten te betrekken bij de
vormgeving en de uitvoering van Wvg-beleid.
Belangrijkste actoren
Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)
Cliëntenorganisaties: Chronisch Zieken en Gehandicapten Raad Nederland (CG-raad); de
Federatie van Ouderenvereniging (FvO), het Coördinatieorgaan Samenwerkende
Ouderenorganisaties (CSO)
Departementen: VWS, VROM, V&W, BZK, Fin
Financieel overzicht
Financiering vindt plaats door toegevoegde meerjarenbedragen aan het Gemeentefonds.
Gemeenten zijn budgetverantwoordelijk. De Wvg heeft een open eindkarakter; er mogen geen
voorzieningen wegens overschrijding van het budget worden geweigerd.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van het landelijk budgettair resultaat van de Wvg over de
jaren 1998 t/m 2000.
Bedragen in mln. Euro 1998 1999 2000
Landelijk beschikbaar voor Wvg 745 756 906 Totale netto uitgaven (kasbasis) 777 816 807
Verschil op kasbasis -33 -60 99
Bron: Kerncijfers Wvg 2000
Belangrijkste ontwikkelingen op het terrein van de Wvg
Landelijk Wvg-protocol
Uit de 3e evaluatie Wvg (zomer 2001) kwam naar voren dat verschillen tussen gemeenten bij
cliënten gevoelens van rechtsonzekerheid teweegbrachten. Om cliënten meer rechtszekerheid te
bieden is tijdens een Algemeen Overleg op 13 september aan de TK toegezegd een protocol tot
stand te brengen waarin een nadere invulling wordt gegeven van het begrip 'verantwoorde
voorzieningen' uit de Wvg. Het protocol, ondertekend door de Minister van SZW, de VNG en de
drie gebruikersorganisaties CG-Raad, CSO en FvO, is op 26 maart 2002 aan de Tweede Kamer
aangeboden, waarbij is opgemerkt dat toepassing van het Protocol door de gemeenten en de
---
rechterlijke toetsing aan het Protocol gezamenlijk door middel van een monitor worden gevolgd
en geëvalueerd. Een eerste evaluatie van de werking van het Protocol vindt na één jaar plaats.
Op 18 april jl. was een AO gepland over het protocol en de aanbesteding bovenregionaal
vervoer. Dit is uitgesteld tot na de verkiezingen.
Wetsvoorstel Wvg
Met bovengenoemd protocol worden gemeenten opgeroepen uitvoering te geven aan het begrip
'verantwoorde voorzieningen' zoals in het protocol omschreven. Op basis van het protocol kan
dit echter niet wettelijk worden afgedwongen. Met cliëntenorganisaties en VNG is afgesproken
dat wanneer uit monitoring blijkt dat de naleving van het protocol te wensen over laat, het zal
worden omgezet in een AMvB. Hiertoe is op 26 april 2002 bij de Tweede Kamer een
wetsvoorstel ingediend dat erin voorziet het in de Wvg mogelijk te maken bij AMvB regels te
stellen met betrekking tot het begrip 'verantwoorde voorzieningen' (Kamerstuk II, 28 348, nr.1
t/m 3). Op 5 juli heeft de vaste commissie voor SZW het verslag vastgesteld. De nota naar
aanleiding van het verslag wordt dit najaar aan de Tweede Kamer aangeboden.
Bouwstenennotitie Wvg
Tijdens het AO van 13 september 2001 heeft de minister van SWZ aan de Tweede Kamer een
Bouwstenennotitie toegezegd waarin de toekomst van de Wvg wordt bezien in relatie tot het
stelsel op het gebied van de zorg, welzijn, wonen en vervoer.
Op 19 juli 2002 is de Bouwstenennotitie toegezonden aan de Tweede Kamer. Deze notitie is
opgesteld door een ambtelijke stuurgroep waarin de departementen SZW, VWS, VROM en V&W
vertegenwoordigd waren.
In de Bouwstenennotitie Wvg worden de mogelijkheden verkend voor versterking van het
algemene beleid met betrekking tot toegankelijkheid (d.w.z.toegankelijkheid voor iedereen) voor
vervoer, wonen en leefomgeving. Wat het specifieke gehandicaptenbeleid voor wonen, vervoer
en hulpmiddelen betreft, worden drie hoofdvarianten geschetst voor een toekomstig stelsel van
voorzieningen, waarbij geen voorkeur voor een bepaalde variant wordt uitgesproken. De 3
hoofdvarianten zien er als volgt uit:
1. Specifiek beleid verdelen en onderbrengen bij het betreffende vakdepartement;
2. Specifiek beleid van de verschillende vakdepartementen bij één departement onderbrengen;
3. Een combinatie van 1. en 2.: een deel van het specifieke beleid verdelen over de
vakdepartementen en een ander deel onderbrengen bij één departement.
2. Bovenregionaal vervoer
Doel
Het bovenregionaal vervoer van gehandicapten heeft tot doel om het zelfstandig functioneren en
maatschappelijk participeren van gehandicapten en ouderen met een vervoershandicap te
bevorderen. Deze voorziening is aanvullend op de zorgplicht van gemeenten om een adequate
vervoersvoorziening te bieden voor lokale en regionale reizen met een sociaal recreatief motief,
in het kader van de Wvg.
N.a.v. knelpunten die bleken bij de Kamerbehandeling van de 2e evaluatie van de Wvg heeft de
Minister van SZW toegezegd in deze te willen voorzien d.m.v. een landelijke 'ketenmanager'
voor het bovenregionaal vervoer van gehandicapten. Opzet is om gehandicapten in staat te
stellen met behulp van assistentie bij in-, uit- en overstappen gebruik te maken van het openbaar
vervoer. In maart 1999 is daartoe een contract voor drie en een half jaar gesloten met
ConneXXion, dat deze dienst de naam 'TraXX' gaf.
---
Ontwikkeling rond bovenregionaal vervoer
Aanbesteding nieuw contract per 1 oktober 2002
Per 1 februari jl. is een Europese openbare aanbestedingsprocedure gestart voor een nieuw
contract voor Ketenmanagement bovenregionaal vervoer. Op de sluitingsdatum van 22 maart jl.
zijn geen inschrijvingen ontvangen. De Europese aanbestedingsprocedure is inmiddels formeel
afgesloten.
In een brief van 2 april 2002 van de minister van SZW aan de Tweede Kamer is toegezegd dat
zo spoedig mogelijk met een voorstel wordt gekomen voor een adequate vervoersvoorziening
voor de periode na 1 oktober 2002. Op 12 juli 2002 is de Vaste Kamercommissie van SZW door
de minister van SZW nader geïnformeerd over de lange en de korte termijn. Voor de korte
termijn werden hierin gesprekken met ConneXXion aangekondigd over tijdelijke verlenging van
TraXX. Voor de langere termijn werd de conclusie getrokken dat een nieuwe aanbesteding
grondig moet worden voorbereid. Het feitelijk ontbreken van interesse in de aanbesteding bij de
markt noopt er echter toe ook alternatieven te onderzoeken. Daarover wordt de Kamer te zijner
tijd nader geïnformeerd.
Verlenging lopend contract met ConneXXion
Over een tijdelijke oplossing zijn onderhandelingen gevoerd met ConneXXion, die medio
augustus jl. hebben geleid tot een overeenkomst, waardoor de TraXX-dienstverlening voor de
periode 1-10-2002 tot 1-4-2004 wordt gecontinueerd. De Vaste Commissie is hierover bij brief
van 10 september 2002 geïnformeerd.