Nieuws
23 okt 2002 - Inbreng Gerrit Zalm Europa Debat
Plenair debat over uitbreiding EU
23 oktober 2002
Inbreng VVD-fractievoorzitter Gerrit Zalm
Mdv,
Ik zal eerst iets zeggen over onze uitgangspunten, daarna spreek ik over de voorstellen van de Europese Commissie, daarna reageer ik op de brief van het Kabinet en ik eindig met slotconclusies.
Uitgangspunten
De beëindiging van de deling van het Europese continent is van historisch belang zo stelt het Verdrag betreffende de Europese Unie. De VVD-fractie onderschrijft het historisch belang van toetreding tot de Europese Unie van de 12 Europese landen die dat wensen. Het Verdrag van de Europese Unie spreekt in dezelfde alinea over de noodzaak van solide grondslagen voor de opbouw van het toekomstige Europa. De VVD is van harte vóór de uitbreiding maar juist omdat het om een historisch belang gaat dient dit zorgvuldig te geschieden. Het Strategisch Akkoord stelt dan ook dat bij de toetreding van nieuwe lidstaten scherp wordt vastgehouden aan de toetredingscriteria van Kopenhagen. Als niet wordt gezorgd voor de solide grondslagen, waarvan het Unieverdrag spreekt, zal dat een desastreuze uitwerking hebben op het gehele Europese bouwwerk. Het zal de Europese Unie verlammen, het zal verkeerd uitpakken voor de economieën van te vroeg toetredende landen en het brengt grote risico's met zich mee voor het Nederlandse bedrijfsleven, de Nederlandse burgers en de Nederlandse belastingbetalers.
Als landen toetreden waar de corruptie welig tiert, waar de handhaving van wetten en regels onvoldoende is, waar de economie te zwak is, waar de douane niet goed functioneert, waar het veterinair toezicht niet op orde is en waar de voedselveiligheid onvoldoende is gegarandeerd dan raakt dit rechtstreeks het Nederlands belang. Het leidt tot oneerlijke concurrentie voor Nederlandse bedrijven die hier aan alle regels moeten voldoen terwijl er elders staatsteun wordt gegeven, je gewoon een ambtenaar omkoopt en invoerrechten kan ontduiken. En als de vele Europese subsidies worden verdeeld door incompetente en corrupte ambtenaren dragen we onterecht veel geld af aan Brussel. En als het veterinair toezicht en de voedselveiligheid niet op orde zijn lopen Nederlandse veehouders en Nederlandse consumenten risico's. En als de economieën van toetredende landen te zwak zijn zullen grote stromen Oosteuropeanen naar Nederland komen die, al dan niet legaal, aan de slag willen komen.
De commissie
Over het commissierapport kan veel worden gezegd, maar niet dat daarin streng aan de Kopenhagencriteria wordt vastgehouden. Naar het oordeel van de VVD-fractie kan niet zonder geloof in wonderen worden beweerd dat landen als Letland, Litouwen, Slowakije en Polen over ruim een jaar aan de voorwaarden voldoen. Ik illustreer dit door een greep te doen uit de constateringen van de Europese Commissie over Polen, waar het gat tussen hoe het zou moeten zijn en hoe het is, het grootst lijkt:
* De bestuurlijke capaciteit is onvoldoende. * Er zijn ernstige knelpunten in het juridisch systeem. * Corruptie blijft een reden van ernstige zorg (Polen staat met nog drie landen slechter op de corruptie index dan Peru en Jamaica, voeg ik daar aan toe) * Herstructurering en privatisering vooral in de zware industrie, de financiële sector, energiedistributie en landbouw is onvolledig. * Er zijn aanzienlijke gaten in de noodzakelijke uitvoering van wetgeving bijvoorbeeld op veterinair, milieu en voedselveiligheid gebied. * In de financiële sector spoort de wetgeving niet en de huidige voornemens laten discriminerende taalvoorschriften, tekortschietende bestuurlijke structuren en onvoldoende onafhankelijk toezicht bestaan. * Er zijn gaten bij staatssteun. * Er is een matige vooruitgang bij de uitvoeringscapaciteit van de belastingdienst en er is urgente aandacht nodig op het gebied van automatisering en de ontregeling die veroorzaakt is door de reorganisatie van de centrale douanediensten. * In de agrarische sector is de aanpassing van wetgeving zwak en in het bijzonder de uitvoerende mogelijkheden. * Op veterinair gebied is ten opzichte van vorig jaar geen vooruitgang geboekt en is urgente aandacht vereist. * Het administratieve systeem voor landbouwsubsidies is niet op orde. * Op milieugebied is noch de wetgeving noch de uitvoeringsorganisatie op orde. * Een intensivering - zowel qua mensen als geld - is vereist op het gebied van justitie en binnenlandse zaken.
Het is onbegrijpelijk dat wie dan ook uit die vaststellingen kan doen en ook kan concluderen dat het over ruim een jaar op orde is.
Naar het oordeel van mijn fractie zijn er dus vier landen die helaas voor het toelatingsexamen zijn gezakt. Het is onaannemelijk dat die in één jaar zoveel voortgang boeken dat ze alsnog slagen. Die voortgang kan zeker niet worden verwacht als de examencommissie geen herexamen uitschrijft doch ze al op voorhand toelaat.
De Europese Commissie heeft van de Big Bang een zelfstandig doel gemaakt en wij vrezen dat het dan inderdaad een grote knal wordt met langdurig negatieve gevolgen voor de toetreders, voor Europa en Nederland. Dat het historisch belang volgens het EU-verdrag solide grondslagen vereist is vergeten en van een strenge handhaving van de Kopenhagencriteria is geen sprake. Dat de commissie zich bevoegd wil verklaren om vrijwaringmaatregelen te treffen als landen niet tijdig aan de eisen voldoen is geen half ei maar een lege dop. Een commissie die zo verblind is door korte termijn politiek overwegingen vertrouwen wij ook hier niet en zeker niet de voorzitter Prodi, die in plaats van afspraken goed te bewaken persoonlijk het Stabiliteitspact probeert op te blazen.
Het Kabinet
Het standpunt van het Nederlandse kabinet is gelukkig kritischer dan dat van de Europese commissie. Ook waarderen we het dat het kabinet een eind maakt aan de mythe dat het vorig kabinet al zou hebben ingestemd met de uitbreiding met 10 nieuwe lidstaten. In alle besprekingen is door het vorige kabinet uitgedragen dat pas na het verschijnen van het commissierapport zou kunnen worden vastgesteld met welke landen slotonderhandelingen zouden worden gevoerd. Dat is - in het Brusselse jargon - het beginsel van de differentiatie dat steeds dankzij Nederland in de conclusies van de Europese Raad terugkeert. Ook de VVD-fractie in de Tweede Kamer heeft dit steeds benadrukt en is daarbij enthousiast ondersteund door het CDA bij monde van de heer Verhagen. Consistentie is aanwezig. We hebben wel gemist wat de regering gaat doen met de motie van De Hoop Scheffer en Weisglas over Cyprus, die toelating van een land waar een vredesmacht is gestationeerd, afwijst.
Hoewel het kabinetsstandpunt kritisch is ten opzichte van de commissievoorstellen worden er onvoldoende consequenties aan verbonden én is het in veel opzichten te vaag.
Mijn eerste punt gaat over het toetredingsverdrag en het landbouwbeleid. In de onderhandelingen met de nieuwe lidstaten heeft de commissie een geleidelijke toepassing van directe inkomenssteun bij de landbouw voorgesteld. Dit is in afwijking van de afspraken in Berlijn waar geen inkomenssteun was voorzien. Het is ook niet in het belang van de nieuwe lidstaten als dit naast prijsverhoging voor landbouwproducten komt. Het verzwakt de positie van de niet-agrarische sector dubbel. Loonkosten stijgingen als gevolg van prijsverhoging van eerste levensbehoeften, lopen samen met een aanzuigende werking van de landbouw door de directe inkomenssteun. Ook de wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid heeft dat benadrukt. Het strategisch akkoord wijst directe inkomenssteun dan ook af. Als terugval positie is vermeld dat als dit al moet worden aanvaard een versnelde uitfasering van de directe inkomenssteun voor alle landen vereist is. We willen graag horen of dit echt een eis van de Nederlandse regering wordt en dat de bereidheid bestaat een onaanvaardbaar uit te spreken als dit nodig is om dit te realiseren. Graag duidelijkheid van de regering.
Mijns inziens is er alle reden toe om het hier hard te spelen. De commissie is afgeweken van Berlijn, het Europese landbouwbeleid is destructief voor nieuwe toetreders, voor de wereldhandel, voor ontwikkelingslanden, voor consumenten en voor de Schatkist. Een Nederlandse regering die hier voet bij stuk houdt gaat positief de wereldgeschiedenis is.
Wat betreft de individuele beoordeling van landen komt het kabinet met een originele benadering. Hoewel de pers al heeft gemeld "de regering is akkoord met de uitbreiding met 10 landen" heeft een noviteit weinig aandacht gekregen. Er heeft blijkbaar ook iets ontbroken aan de voorlichting van de zijde van het kabinet. Vertaald in schoolse termen zegt het kabinet: we willen geen herexamen voor landen die op dit moment niet voldoen maar we gaan over tot deelcertificaten. In 2004 mag iedereen meedoen maar alleen op die terreinen waar men een voldoende heeft gehaald. Op terreinen maar men een onvoldoende heeft gehaald doet men niet mee totdat men ook daar een voldoende heeft gescoord. Je zou dit zelfs als strenger kunnen zien dat het herexamensysteem omdat daar het totale beeld de doorslag geeft. Je kan slagen met één vijf, maar de regering eist overal een voldoende. Bovendien stelt het kabinet dat bij unanimiteit moet worden besloten of erop een terrein een voldoende is gehaald en dat is veel beter dan je overgeven aan een meerderheidsoordeel van de lidstaten of aan het oordeel van een slappe Europese commissie. Op het eerste gezicht een intelligent alternatief voor een klassiek examen en herexamen. Toch heb ik daar bedenkingen bij.
In de eerste plaats wordt niet aangegeven wat het oordeel van de regering per land is. Welke landen worden voor welk beleidsterrein uitgesloten? Kan de regering in een matrix aangeven wat het oordeel per land per beleidsterrein is (wel of niet voldoende)? Is er volgens de regering één terrein waar Polen volledig voldoet? De terreinen waarop landen niet voldoen zullen toch moeten worden aangegeven wil het iets voorstellen.
Wordt unanimiteit geëist bij het aanwijzen van de terreinen waarvan nu vastgesteld wordt dat nieuwkomers wel voldoen? Of laten we ons overstemmen door degenen die wel kleren aan de keizer zien?
Een tweede vraag is: Hoe vertaal je naar beleidsterreinen algemene zwakten als onvoldoende bestuurlijke capaciteit en corruptie? Is dit een uitsluiting op alle beleidsterreinen?
Een derde vraag is: de positie van nieuwe toetreders op de terreinen waarop ze wel zijn binnengelaten. Mogen ze daar blokkeren als er unanimiteitsvereisten zijn? Op die manier zijn we in het verleden veel gechanteerd. Het voorbeeld is Italië die het Eigen Middelen Besluit dreigde te blokkeren als de melkquota niet in hun voordeel zouden worden veranderd. Zou niet tenminste een uitsluiting van unanimiteitsbeslissingen moeten worden geëist voor landen die niet overal voldoen aan de EU-vereisten?
Een vierde vraag is: is dit certificatiesysteem internationaal politiek kansrijker dan een herexamensysteem?
Slotconclusies
Al met al MdV, denken wij dat het Kabinet er in de eerste plaats verstandig aan zou doen de indruk dat Nederland al is gevallen voor de knal, weg te nemen. Ik mag toch aannemen dat het niet inroepen van het vetorecht veronderstelt dat aan de redelijke Nederlandse verlangens wordt voldaan. Wie nu al zegt we zullen nooit veto-en kan net zo goed wegblijven bij de Europese Top. Graag duidelijkheid van de regering.
Graag willen wij ook heldere taal (daadkracht en duidelijkheid) over de onaanvaardbaarheid van de clausules in het toetredingsverdrag met betrekking tot het landbouwbeleid tenzij tevoren een concrete afspraak kan worden bereikt over de totale versnelde uitfasering van directe inkomenssteun.
Wij denken ook dat een heldere uitspraak over landen die niet voldoen aan de criteria beter is dan de nog onuitgewerkte route van het uitsluiten per deelterrein zoals de regering voorstaat. En het is in ieder geval essentieel dat het kabinet de beeldvorming wegneemt als zou Nederland zonder voorwaarden al akkoord zijn met toelating van de 10.
Tot slot merk ik op dat tact en toegeeflijkheid in Europa niet de methoden zijn om iets te bereiken. De angst dat Nederland door een ferme opstelling veel nadeel zou ondervinden is niet gebaseerd op feiten. Angst is een slechte raadgever. Er zijn tal van voorbeelden van onredelijke doch onverzettelijke posities van landen die niet werden gestraft maar werden beloond: Thatcher met de korting op de Britse afdracht, Italië met de melkquota en Luxemburg bij de belastingheffing op spaartegoeden. Des te meer kans voor een ferme opstelling voor een redelijke zaak. Duidelijkheid en daadkracht is dan wel vereist.
Mdv,
Er staat veel op het spel: de uitbreiding van de Unie is een historische missie waar wij achterstaan en die alleen maar kan slagen als het solide gebeurt.