Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid

Actualiteit

Conjunctuurmeting bouwnijverheid september 2002


---

Bouwbedrijven veel negatiever over conjunctuur dan een jaar geleden

In vergelijking met een jaar geleden zijn de bouwbedrijven veel negatiever in hun oordeel over de voortgang van de werkzaamheden. Dit geldt ook voor het de beoordeling van het onderhanden werk: Het aandeel bedrijven dat het onderhanden werk als klein beoordeelt is groter dan het aandeel bedrijven dat het als groot beoordeelt. Dit is zowel in de burgerlijke en utiliteitsbouw als in de grond- weg- en waterbouw in overeenstemming met de daling van de omvang van de orderportefeuille ten opzichte van vorig jaar.
Ruim twee maal zoveel bedrijven meldden in september 2002 stagnatie als gevolg van onvoldoende orders in vergelijking met verleden jaar. In de b&u is dit aandeel meer dan verdubbeld (van 5% een jaar geleden tot 11% nu). In de gww meldt nu 18% van de bedrijven gebrek aan orders als belangrijkste stagnatieoorzaak tegen 10% een jaar geleden. Slechts 7% van de bedrijven verwacht de komende maanden in personeelsomvang toe te nemen, terwijl 19% een inkrimping van de personeelsbezetting verwacht. In de gww verwacht zelfs 28% van de bedrijven in personeelsomvang af te nemen. Vorig jaar was het aandeel bedrijven dat een stijging van de personeelsbezetting verwachtte nog groter dan het aandeel dat een daling verwachtte, zij het dat dit toen volledig voor rekening kwam van de b&u. Bijna één op de zeven b&u-bedrijven ondervond toen nog problemen in de personeelsvoorziening. Nu is van personeelsgebrek geen sprake meer. Eind september 2002 meldde 12% van de bedrijven een stijging van de afzetprijzen te verwachten, een jaar geleden lag dit percentage nog op 33%. Het is opvallend, dat ruim een vijfde van de bedrijven in de gww een daling van de afzetprijzen verwacht.

Eind september 2002 is de omvang van de orderportefeuille in de bouwnijverheid weinig veranderd en komt nu uit op 7,3 maanden. De orderportefeuille in de b&u is met 0,2 maand gestegen tot 7,7 maanden en toont hiermee een licht herstel na de daling van verleden maand. De woningbouw en de utiliteitsbouw droegen hieraan in gelijke mate bij. In de gww is de ontwikkeling in de onderscheiden subsectoren verschillend: stijging in de subsector grond- en waterbouw en daling in de subsector wegenbouw. Hierdoor blijft de omvang van de orderportefeuille in de gww praktisch gelijk en bedraagt nu 6,0 maanden

Deze gegevens blijken uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van september 2002 van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ruim 400 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.