Openbaar Ministerie

Den Haag/Amsterdam, 23 oktober 2002

Onduldbare agressie

Het College van procureurs-generaal en de hoofdofficier Amsterdam spreken hun afkeuring uit over de wijze waarop een verdachte in de beursfraudezaak gisteren gemeend heeft te moeten optreden tegen een officier van justitie.
In ons land zijn officieren van justitie aangesteld om namens de Staat op te treden tegen personen die ervan worden verdacht de democratisch tot stand gekomen wetten te hebben overtreden. Het mag niet zo zijn dat degenen die deze publieke functie vervullen in persoon bloot staan aan agressie. Dit zal dan ook niet getolereerd worden. Het Openbaar Ministerie heeft begrip voor de emoties die blijkbaar bij deze verdachte een rol speelden, maar niet voor de wijze waarop hij deze meende te moeten uiten.

De Amsterdamse hoofdofficier van justitie verwerpt voorts de suggestie van de raadsman van de verdachte om de officier te vervangen omdat deze de zaak niet meer objectief zou kunnen beoordelen. Dergelijk gedrag mag nooit de professionaliteit van de officier van justitie schaden. De beslissing over de aanklacht wegens mishandeling van de officier van justitie, een ambtenaar in functie, wordt uiteraard door een andere officier genomen.