23 oktober 2002 Incasso, schrijver pleegt fraude
Amsterdam, 23 oktober 2002
RTL Boulevard, De Telegraaf, het weekblad Panorama en anderen maken
uitgebreid melding van de mogelijkheid om bankrekeningen via incassi
te plunderen. Deze berichtgeving is absoluut overtrokken zoals uit het
onderstaande blijkt. De auteur beschrijft zijn dilemma: hij ziet
dingen die anderen niet zien, en heeft uiteindelijk een keuze moeten
maken om eerlijk te blijven. Het boek waarin de auteur zijn dilemma
beschrijft wordt woensdag 23 oktober a.s. in Nieuwspoort
gepresenteerd. Fred Teeven van Leefbaar Nederland beziet of het boek
aanleiding zou moeten geven tot Kamervragen.
Eerst de feiten. Waar het om gaat is de opzet van het incassosysteem,
het meest efficiënte girale betaalinstrument in het Nederlandse
betalingsverkeer. Per jaar worden door bedrijven en instellingen
ongeveer 900 miljoen maal na verkregen machtiging van debiteuren
bedragen van bankrekeningen afgeschreven. Het grootste deel bestaat
uit betalingen van bijvoorbeeld electriciteit, gas en water,
abonnementen en dergelijke.
Incasso op bankrekeningen is alleen mogelijk als de incassant beschikt
over een contract met zijn bank. Vooraf beoordeelt de bank natuurlijk
of hij te maken heeft met een bonafide ondernemer. Die bank staat er
vervolgens tegenover de bankrekeninghouders voor in dat de incassant
alleen bedragen laat afschrijven als hij beschikt over een
rechtsgeldige machtiging. Meent een klant dat er ten onrechte een
bedrag van zijn rekening is afgeschreven dan krijgt hij onmiddellijk
zijn geld terug. Zonder verdere vragen doorgaans binnen 30 dagen na de
afschrijving. Als er helemaal geen machtiging is dan krijgt de
consument altijd zijn geld terug, ook na afloop van de periode van 30
dagen. De controle daarop vindt dus niet vooraf maar achteraf plaats.
Deze werking is al sinds jaar en dag bekend bij alle ondernemers, maar
ook bij de Consumentenbond en bijvoorbeeld Stichting De Ombudsman,
waarmee de NVB regelmatig overleg heeft. De banken hebben hierover dus
nooit geheimzinnig gedaan. In alle bancaire brochures staat deze
werking ook beschreven. Eventuele gedupeerden worden altijd schadeloos
gesteld.
Banken sluiten alleen incassocontracten met bij hen te goeder naam
bekend staande bedrijven. Als een bedrijf misbruik maakt van een
incassocontract wordt dat bedrijf van verder gebruik uitgesloten.
De auteur meent nu ten onrechte dus- dat hij de eerste is die de
feitelijke werking van het incassosysteem, dat al sinds 1972 op deze
manier tot volle tevredenheid werkt, heeft ontdekt. Vier jaar lang
heeft hij volgens eigen zeggen op pikante informatie gezeten.
Tenslotte heeft hij het volgende met deze pikante informatie gedaan en
daar een boek over geschreven.
Zich voordoende als bonafide ondernemer heeft hij onrechtmatig gebruik
gemaakt van de incasso-overeenkomst die zijn partner met een grote
bank had gesloten. Bij ongeveer 70 verschillende rekeninghouders heeft
hij via een telebankieren pakket diverse bedragen geïncasseerd. Deze
rekeninghouders hadden hiervoor géén machtiging afgegeven. De auteur
heeft de fraude na ontdekking toegegeven. Binnen 24 uur zijn alle door
hem ten onrechte geïncasseerde bedragen weer teruggestort op de
rekeningen van de benadeelden.
De betreffende bank heeft melding van dit voorval gedaan bij politie
en justitie die deze zaak in behandeling hebben genomen.
In het boek en de berichtgeving wordt nu het meest efficiënte
betaalproduct ten onrechte in een kwaad daglicht gesteld. Het is een
grove simplificatie dat iedereen zomaar een incassocontract zou kunnen
krijgen en elk bedrag zomaar weg zou kunnen sluizen. De NVB betreurt
het buitengewoon dat de auteur tevoren geen contact met zijn bank of
de NVB heeft opgenomen.
Dat had veel misverstanden kunnen voorkomen.