Koninklijk Horeca Nederland

Koninklijk Horeca Nederland:
Misverstanden uit de wereld over standpunt "pay-roll"

De laatste tijd is veel onduidelijkheid ontstaan over het standpunt van Koninklijk Horeca Nederland over "pay-rolling" (detacheren, inlenen). Na een uitgebreide discussie in de Ledenraad van 1 oktober geeft Koninklijk Horeca Nederland daarom haar standpunt hierover nog eens duidelijk weer.

Koninklijk Horeca Nederland is nadrukkelijk niet tegen pay-rolling
(het inlenen, detacheren van personeel)

Individuele ondernemers die gebruik willen maken van pay-rolling maken zelf hun keuze na afweging van de voor- en nadelen. Koninklijk Horeca Nederland dient echter, conform de wens van de leden, wel op de maatschappelijke solidariteit te blijven letten. Immers, alle horecabedrijven profiteren van het beroepsonderwijs en zullen daar dus aan moeten meebetalen. Bovendien moeten de CAO-voorwaarden onverkort worden toegepast op leerlingen die via pay-roll worden ingeleend. Dit om concurrentie op arbeidsvoorwaarden te voorkomen.

Geen mantelovereenkomsten

De markt voor het inlenen van de personele bezetting is nog volop in ontwikkeling. Koninklijk Horeca Nederland gaat daarom geen relatie aan met enige aanbieder.

Keukenpersoneel Detacheren en erkenning als leerbedrijf

De Ledenraad van Koninklijk Horeca Nederland heeft 1 oktober 2002 besloten dat hij zich zal inspannen om voormalige leerbedrijven die al hun personeel hebben ingeleend, toch weer erkend te krijgen als leerbedrijf. Uitgezocht moet worden wat de juridische mogelijkheden zijn om dit te realiseren.

Overigens heeft Koninklijk Horeca Nederland nog te maken met andere partijen die hierover moeten besluiten. Het Landelijk Orgaan Beroepsonderwijs is uiteindelijk verantwoordelijk voor de erkenning van leerbedrijven. Daarin zijn ook de vakbonden en de scholen vertegenwoordigd.

Aan een eventuele erkenning worden door Koninklijk Horeca Nederland in ieder geval de volgende voorwaarden verbonden:


Deze bedrijven dragen in de vorm van een vergoeding vol bij (d.w.z. gebaseerd op het totale personeelsbestand) aan de relevante fondsen (Fonds Bevordering Intreding en Sociaal Fonds Horeca). Ze maken immers gebruik van de door deze fondsen gefinancierde infrastructuur voor beroepsonderwijs.

De CAO-voorwaarden voor leerlingen gelden onverkort voor de leerlingen die worden ingeleend (pay-roll).

Bron: Horeca Nederland Magazine nummer 10, oktober 2002, pagina 42.