Actueel

Openbare behandeling van het herzieningsverzoek in de zaak Desi B.
Bron: Hoge Raad der Nederlanden 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 16-09-2002

PERSBERICHT VAN DE GRIFFIER VAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN (BUITEN VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE HOGE RAAD)

Openbare behandeling van het herzieningsverzoek in de zaak Desi B.

Den Haag, 16 september 2002

De behandeling van deze zaak (rolnr. 00687/02) wordt op de rol van 17 september 2002 aangehouden tot de zitting van de meervoudige (Straf)kamer op dinsdag 22 oktober 2002, 16.00 uur.

Mr. A. Moszkowicz, advocaat te Amsterdam en raadsman van B, heeft tijdens deze zitting de gelegenheid een mondelinge toelichting op de zaak te geven.
Indien hij hiervan gebruik maakt zal de advocaat-generaal mr. N. Jörg op een nader vast te stellen terechtzitting een conclusie nemen. Indien mr. Moszkowicz geen mondelinge toelichting geeft zal de advocaat-generaal in de terechtzitting van 22 oktober een conclusie nemen.
De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk en openbaar advies aan de Hoge Raad hoe te oordelen over het herzieningsverzoek.

Het herzieningsverzoek betreft de veroordeling van B. wegens zijn betrokkenheid bij de invoer van cocaïne in Nederland in 1997. Het Gerechtshof te 's-Gravenhage heeft op 30 juni 2000 B. wegens die betrokkenheid een gevangenisstraf opgelegd van elf jaar en zijn gevangenneming bevolen. Mr. A. Moszkowicz, heeft daartegen beroep in cassatie ingesteld. Dat beroep is bij arrest van de Hoge Raad van 23 oktober 2001 verworpen (zie rechtspraak.nl, LJN-nr. AE1332.)

Op 14 maart 2002 heeft mr. A. Moszkowicz namens B. bij de Hoge Raad een verzoek tot herziening van de uitspraak van het hof ingediend. Het verzoek is gebaseerd op de stelling dat de kroongetuige P.v.L., die in ruil voor strafvermindering verklaringen heeft afgelegd over de betrokkenheid van B., heeft gelogen. De advocaat van B. heeft gesteld dat sinds de uitspraak van het hof twee omstandigheden aan het licht zijn gekomen die herziening rechtvaardigen, omdat zij zouden aantonen dat die kroongetuige heeft gelogen.

De eerste omstandigheid is dat er tussen de kroongetuige en het openbaar ministerie de afspraak zou hebben bestaan dat de kroongetuige de gelegenheid zou krijgen te ontsnappen uit zijn gevangenschap. De tweede omstandigheid is

dat de niet door het hof gehoorde getuige M.G. verklaringen heeft afgelegd die strijdig zouden zijn met die van de kroongetuige P.v.L.

De conclusie van de advocaat-generaal kan, indien deze op 22 oktober a.s. zou worden genomen, op 23 oktober vanaf 10.00 uur, op vertoon van de perskaart, worden afgehaald bij de receptie van de Hoge Raad, Kazernestraat 52, Den Haag.

Tevens zal een samenvatting van de conclusie vanaf 23 oktober 10.00 uur gepubliceerd staan op hogeraad.nl (rubriek actualiteiten) terwijl tegelijkertijd de volledige conclusie op rechtspraak.nl zal worden gepubliceerd.

Mocht een nieuwe datum voor een terechtzitting worden bepaald voor het nemen van de conclusie door de advocaat-generaal, dan zal die nieuwe datum tijdig op hogeraad.nl - rubriek actualiteiten - bekend worden gemaakt.
Nadat de advocaat-generaal zal hebben geconcludeerd bepaalt de Hoge Raad een dag voor de uitspraak.