---
Ministerie van Defensie
---
Landmachtmilitairen Oirschot naar Bosnië
18-10-2002
Het 17 Pantserinfanteriebataljon Garde Fuseliers Prinses Irene,
gelegerd op de Generaal-majoor de Ruyter van Steveninck kazerne te
Oirschot, vertrekt dinsdag (22 oktober) naar Bosnië-Herzegovina. Daar
vormt de eenheid, als 1 (NL) Mechbat GFPI met bijna zevenhonderd
manschappen vanaf begin november het leeuwendeel van de Nederlandse
bijdrage aan de NAVO-missie Stabilisation Force (SFOR). Onder deze
eerste groep militairen bevindt zich ook de bataljonscommandant
luitenant-kolonel Harold Jacobs. De rest van het bataljon zal op
verschillende data tot en met 8 november volgen. De militairen worden
zes maanden in Bosnië gestationeerd waar ze de zogenoemde SFOR-rotatie
12 aflossen. Het personeel van deze groep is vooral afkomstig van 43
Gemechaniseerde Brigade.
De Nederlandse deelname aan SFOR bestaat voor de Koninklijke Landmacht
hoofdzakelijk uit een gemechaniseerd bataljon en een logistieke
ondersteuningseenheid. Het bataljon heeft als hoofdtaak zorg te dragen
voor vrede en veiligheid in het inzetgebied. Dit gebied bestrijkt een
oppervlakte ter grootte van de provincie Noord-Brabant. Naast dit
gemechaniseerd bataljon levert 13 Gemechaniseerde Brigade uit Oirschot
ook de logistieke eenheid, National Support Element (NSE) genaamd. Dit
NSE wordt gevormd door 13 Herstelcompagnie uit Oirschot, aangevuld met
militairen uit de hele landmacht. Zij vertrekken vanaf 28 oktober en
zijn verantwoordelijk voor de logistieke ondersteuning van alle
Nederlandse militairen in Bosnië.
Voor de duur van de missie is aan het NSE een Roemeens
Transportpeloton toegevoegd en aan 1 (NL) Mechbat GFPI een Bulgaars
Infanteriepeloton. Tijdens de in september gehouden eindoefening Rhino
Preparation 2002, in de Brabantse Kempen, hebben de Nederlanders,
Bulgaren en Roemenen al met elkaar samengewerkt.