Praktijkonderzoek Veehouderij

Ringonderzoek MINAS-laboratoria

PraktijkRapport 7

Auteurs: M. Timmerman, M.A.H.H. Smolders, J.W. van Riel

Binnen het MINeralenAangifteSysteem (MINAS) wordt vastgelegd hoeveel stikstof (N) en fosfaat (P2O5) op een veehouderijbedrijf wordt aan- en afgevoerd. Een belangrijke afvoerpost op de mineralenbalans van varkensbedrijven is de hoeveelheid mineralen in de afgevoerde mest. Van elke afgevoerde vracht mest wordt een monster genomen, waarna een voor MINAS geaccrediteerd laboratorium het monster analyseert. In MINAS hebben de geanalyseerde mineralengehalten in de mestmonsters een grote invloed op de hoeveelheid op papier afgevoerde mineralen. Het is dus van groot belang dat de mestanalyses goed worden uitgevoerd en dat er geen verschillen zijn tussen analyseresultaten van geaccrediteerde MINAS-laboratoria. In dit ringonderzoek is gekeken naar de verschillen tussen de analyseresultaten van gelijkwaardige mestmonsters. Ook is nagegaan wat de financiële gevolgen voor een varkenshouder kunnen zijn door de variatie in de analyseresultaten. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van varkensmest van een aantal verschillende diercategorieën om een goede range in de mineralengehalten van de mest te krijgen. Na het homogeniseren van de mest zijn de mestmonsters verstuurd naar negen MINAS-erkende laboratoria voor een analyse op de kenmerken stikstoftotaal, fosfaattotaal, droge stof en organische stof.

Uit de resultaten kwamen een aantal opvallende zaken naar voren:
1. Alleen in de analyseresultaten van laboratorium H voor fosfaat en stikstof komen geen uitschieters van meer dan 5% voor.
2. De analyseresultaten voor droge stof van laboratoria D, E en G waren bijna hetzelfde, maar de analyseresultaten voor fosfaat en stikstof kwamen niet met elkaar overeen. Zo wijken de resultaten van laboratorium D voor zowel fosfaat als stikstof naar boven af, de resultaten van laboratorium E wijken voor zowel fosfaat als stikstof naar beneden af, terwijl de resultaten van laboratorium G voor fosfaat naar beneden afwijken en voor stikstof op het gemiddelde liggen.

3. De analyseresultaten van laboratorium H voor droge stof en organische wijken sterk naar boven af, terwijl de analyseresultaten voor fosfaat en stikstof op het gemiddelde liggen.

4. De analyseresultaten van laboratorium B voor monsters I en II verschillen nog al eens van elkaar.

5. De analyseresultaten van laboratorium I zijn vaak wisselend. De ene keer zitten er grote verschillen tussen monsters I en II en de andere keer wijken de monsters af van het gemiddelde.
6. Laboratoria A en H hebben allebei in de analyseresultaten voor organische stof een vreemde uitbijter zitten. De analyseresultaten voor droge stof van deze uitbijters zijn nagenoeg gelijk, terwijl de organische stof- gehalten sterk verschillend zijn.

Verder blijkt dat kleine systematische afwijkingen kunnen leiden tot forse heffingen en dat het maken van een mengmonster van veel monsters een groot financieel risico met zich meebrengt. Ook is de variatie in de analyseresultaten tussen laboratoria over het algemeen veel groter dan de variatie in de analyseresultaten van één laboratorium. Bovendien komt bij alle kenmerken naar voren dat er een aantal laboratoria zijn die significant systematisch afwijken van het gemiddelde. Uit de resultaten van dit ringonderzoek blijkt dat de analyse van mestmonsters door MINAS-erkende laboratoria een van de oorzaken van het MINAS-gat is.

Wilt u het hele praktijkrapport lezen? Dat kan. Bestel praktijkrapport&nbsp7 hier voor de prijs van 17.50.

Varkens praktijkrapport 7: Ringonderzoek MINAS-laboratorium - 2002 - 23 pagina's

Oudste praktijkrapport Vorige praktijkrapport Overzicht alle praktijkrapporten

---

© Praktijkonderzoek Veehouderij - Wageningen UR. Laatst bijgewerkt: 22-10-2002 11:53.