21-10-2002
Conceptnota beeldende kunst
"Tussen droom en daad"
Het college heeft het concept vastgesteld van de nota "Tussen droom en
daad", de toekomstvisie op de beeldende kunst in 's-Hertogenbosch. Dit
concept is samengesteld mede op basis van gesprekken met de
vertegenwoordigers van organisaties en instellingen op het gebied van
de beeldende kunst. Bedoeling is dat het concept tijdens een
inspraakavond wordt besproken met alle bij de beeldende kunst
betrokken organisaties en instellingen. Het college wil graag hun
mening over de toekomstvisie weten en die verwerken in de definitieve
nota die vervolgens wordt voorgelegd aan de raad.
Het in de nota voorgestelde integrale beleid maakt zichtbaar hoe alle
onderdelen van basis tot top, ofwel van Kunstacademie als start van
een kunstenaarscarrière tot Kruithuis als plek waar toppers zich
kunnen presenteren, met elkaar samen hangen. Het doel van de nota is
om te komen tot een beter beeldende kunstklimaat in de stad als
positieve bijdrage aan een dynamisch cultuurklimaat en de
naamsbekendheid van de stad op dit punt.
Ketenbenadering
Ter versterking van het klimaat voor beeldende kunsten en de dynamiek
staat het college een "ketenbenadering" voor, die in het kort gezegd
verloopt van:
-individuele opleiding naar zelfstandige en collectieve
beroepsuitoefening;
-kwalitatieve productie, samenwerking en grensverleggende initiatieven
naar presentatie;
-een hierdoor bestendig gewekte interesse naar afname bij een breed
publiek.
Bij deze ketenbenadering is de opzet van een centrum voor beeldende
kunst van belang, dat met name de zwakkere schakels kan versterken om
vervolgens tot een goed aaneengesmeed geheel te komen en de nodige
trekkracht te bewerkstelligen.
Het begin van de keten wordt gevormd door de aanwezige opleiding bij
de kunstacademie, welke met faciliteiten en samenwerkingsverbanden kan
worden ondersteund. Vervolgens kan in de sfeer van het
vestigingsklimaat voor kunstenaars worden bezien of de
aantrekkelijkheid hiervan op een hoger peil kan worden gebracht door
adequate atelierruimte, werkplaatsfaciliteiten, samenhangend
opdrachtenbeleid, toepassing van de WIK, samenwerkingsinitiatieven en
mogelijkheden voor presentatie. Voor wat betreft de afname moet
vervolgens de markt zijn werk doen, waarbij specifiek vanuit de
gemeentelijke overheid de focus gericht kan zijn op opdrachten in de
openbare ruimte en profilering op keramiek.
Drie wijzigingen
Het college presenteert op drie onderdelen belangrijke wijzigingen ten
opzichte van eerder beleid:
-binnen de productie van kunst gaat het om de opzet van een
atelierbeleid. Voorstel is een instelling op te richten, die zich daar
specifiek mee bezighoudt en bij te dragen in de organisatie en
overheadkosten. De huuropbrengsten moeten in principe kostendekkend
zijn. Wel wordt de mogelijkheid van incidentele investeringsbijdragen
open gehouden. Het model van st. SLAK uit Arnhem staat hierbij als
voorbeeld;
-binnen het onderdeel presentatie ligt het accent op het oprichten van
een Centrum Beeldende Kunst met als kernvoorzieningen een werkplaats,
expositieruimten, de kunstuitleen, professionaliteit op terrein van
publiciteit, ondersteuning van kunstenaarsinitiatieven en het
onderhoud van kunst in de openbare ruimte alsmede het opbouwen van
netwerken waar kunstenaars hun voordeel mee kunnen doen;
-op gebied van de afname wordt sterk ingezet op een
kunstopdrachtenbeleid met als onderdelen een beeldenconcours,
voortzetting van watersculpturen en aandacht voor tijdelijke
projecten. Als financiering wordt voorgesteld een percentageregeling
toe te passen, waarbij de inkomsten bestaan uit een percentage
regeling via de post infrastructurele werken en gebouwen
Stadsontwikkeling.