European Commission
IP/02/1436
Brussel, 8 oktober 2002
Commissie keurt overeenkomsten goed voor one stop shop licenties
inzake televisie- en radio-uitzendingen van muziek via internet
De Europese Commissie heeft een vrijstelling verleend op de mededingingsregels, die voor meer concurrentie zal zorgen tussen Europese televisie- en radiozenders die muziek tegelijkertijd via internet uitzenden. Volgens de nieuwe regels kunnen uitzendorganisaties van auteursrechtenorganisaties één enkele one stop shop licentie krijgen die internetuitzendingen dekt in de meeste van de 18 landen van de Europese Economische Ruimte (EER). Deze nieuwe regels vervangen het oude systeem waarin een licentie moest worden gevraagd bij elk van de nationale auteursrechtenorganisaties. Dit nieuwe systeem zal ook de concurrentie stimuleren tussen de organisaties die royalty's invorderen namens de muziekindustrie, met name wat betreft de vergoedingen die zij vragen.
In een reactie op deze beschikking heeft de heer Mario Monti, Commissaris voor concurrentiezaken, verklaard: "De totstandbrenging van een legitieme markt voor zogenaamde simulcasting zal zowel consumenten als rechthebbenden ten goede komen. Consumenten zullen van nagenoeg overal ter wereld toegang krijgen tot hun favoriete radio- en/of televisiemuziekprogramma's. Tezelfdertijd zorgt het uitgewerkte kader ervoor dat de rechthebbenden een billijke vergoeding ontvangen."
Dit is de eerste beschikking van de Commissie betreffende collectief beheer van en licenties voor auteursrechten met het oog op de commerciële exploitatie van muziekopnames via internet.
Radio- en televisiezenders zijn in de afgelopen jaren begonnen om,
naast de traditionele transmissie via kabel en satelliet, hun
programma's via internet uit te zenden naar de Europese huiskamers.
Voor deze vorm van transmissie - bekend als simulcasting - moeten
uitzendorganisaties internationale licenties aanvragen bij eigenaars
van muziekrechten.
Traditioneel was het zo dat uitzendorganisaties actief waren op basis
van nationaal of regionaal beperkte licenties. Gezien zijn wereldwijde
karakter vormt internet een nieuwe uitdaging voor de manier waarop
rechten worden verkregen.
Deze zaak vloeit voort uit een aanmelding door de International
Federation of the Phonographic Industry (IFPI). Deze aanmelding vond
plaats namens de auteursrechtenorganisaties van platenproducenten. Zij
heeft geen betrekking op de auteursrechten die door verschillende
agentschappen worden geïnd.
De aangemelde overeenkomst is bedoeld om de creatie van een nieuw
soort licentie voor auteursrechten met een multiterritoriaal karakter
mogelijk te maken, daarbij rekening houden met het wereldwijde bereik
van internet.
Meer keuze en meer prijsconcurrentie
Na opmerkingen van de Commissie hebben de auteursrechtenorganisaties
erin toegestemd one stop shop licenties toe te kennen die alle
gebieden bestrijken waarin de lokale organisatie van de
platenmaatschappij partij is bij de overeenkomst. Dit omvat dus de
hele EER (de 15 EU-landen plus Noorwegen, IJsland en Liechtenstein),
met uitzondering van Spanje en Frankrijk. De overeenkomst betreft ook
organisaties uit Centraal- en Oost-Europa, Azië, Zuid-Amerika,
Australië en Nieuw-Zeeland.
Dit betekent dat uitzendorganisaties die uitzenden vanuit een
EER-Staat, voor het eerst een simulcastinglicentie aan kunnen vragen
bij een auteursrechtenorganisatie van hun keuze in de EER - in plaats
van een licentie aan te moeten vragen bij de lokale
auteursrechtenorganisatie in elk van de landen waarin hun
internetuitzendingen kunnen worden ontvangen. Dit zal ook meer
concurrentie mogelijk maken tussen de organisaties uit de EER die deze
nieuwe multiterritoriale licenties toekennen, en zodoende bijdragen
tot de voltooiing van de Europese interne markt.
De partijen zegden ook toe de transparantie te vergroten ten aanzien
van de vergoedingen die zij berekenen voor een licentie voor
auteursrechten. De Commissie zal tegen eind 2003 een aantal
voorstellen ontvangen die de licentievergoeding moeten scheiden van de
beheerskosten van elke organisatie. Beide elementen zullen
afzonderlijk worden vermeld bij de toekenning van een licentie. Op die
manier zullen televisie- en radiozenders de best presterende
organisaties in de EER kunnen opsporen, en zullen zij hun licenties
kunnen aanvragen bij de organisaties die deze tegen een voordelige
kostprijs aanbieden.
De licenties zullen ook de repertoires omvatten van alle organisaties
die partij zijn bij de overeenkomst.