Gemeente Hilversum
Huisbezoek 75+: kostbaar en té arbeidsintensief
Het proefproject huisbezoeken aan ouderen dat op initiatief van de
gemeente Hilversum samen met de ouderenbonden en verschillende
organisaties van en voor ouderen in de eerste helft van dit jaar is
georganiseerd, is te kostbaar en te arbeidsintensief om te worden
voortgezet.
Dit concludeert het college van burgemeester en wethouders naar
aanleiding van de evaluatie van het project. In plaats van
voortzetting van de pilot pleit het college ervoor vrijwilligers in te
zetten bij instellingen die al huisbezoeken afleggen en de
verschillende (financiële) regelingen consequenter onder de aandacht
te brengen via onder andere de seniorenpagina in het Goois Weekblad.
Met het project huisbezoeken aan ouderen beoogde de gemeente om met
name mensen met een minimuminkomen te stimuleren (beter) van de
financiële regelingen gebruik maken. Voor het project, dat werd
gecoördineerd door Voorziening Ouderen en Gehandicapten (VOG) en
uitgevoerd door 11 vrijwilligers, werden in totaal 300 ouderen
aangeschreven. In totaal 58 ouderen kwamen voor een huisbezoek in
aanmerking. Ruim de helft daarvan (30) diende naar aanleiding van het
huisbezoek een nieuwe aanvraag in.
De evaluatie concludeert dat de huisbezoeken aan hun doelstelling
hebben voldaan. Veel ouderen waren blij met de aandacht die ze kregen.
Behalve dat het project veel nieuwe aanvragen heeft opgeleverd, valt
toch ook op dat nogal wat ouderen geen gebruik willen maken van de
aangeboden mogelijkheden terwijl ze er wel recht op hebben.
Ook maken veel ouderen geen gebruik van regelingen en voorzieningen,
omdat ze er niet of slecht van op de hoogte zijn. Het initiatief van
de gemeente om ouderen direct actief te benaderen, levert nieuwe
inzichten op over de vragen die onder deze groep leven. Uit de
evaluatie blijkt ook een aantal knelpunten. Zo is het werken met
vrijwilligers een voor het VOG moeilijk inpasbare taak gebleken en
speelde de hoge werkdruk een snelle afhandeling van de aanvragen soms
parten.
Datum bericht: 8 oktober 2002