FEDERATIE OPVANG

STV: Meer aandacht nodig voor slachtoffers vrouwenhandel

P E R S B E R I C H T

Utrecht, 8 oktober 2002

Evaluatie prostitutiebeleid: Meer aandacht nodig voor slachtoffers van vrouwenhandel

De Stichting Tegen Vrouwenhandel (STV) vindt dat na het afschaffen van het bordeelverbod er nog steeds onvoldoende aandacht wordt geschonken aan het bestrijden van onvrijwillige prostitutie en het tegengaan van criminele randverschijnselen.

Evaluatie
In oktober 2000 is het bordeelverbod afgeschaft en werd het lokaal prostitutiebeleid van kracht. De regering beloofde de Tweede Kamer om de effecten en (ongewenste) neveneffecten na twee jaar te evalueren. Het rapport hierover Het bordeelverbod opgeheven is vandaag door minister Donner aangeboden aan de Tweede Kamer. Los van de uitkomst van dit onderzoek komt de STV, op basis van de eigen bevindingen, met tien aanbevelingen aan de vaste kamercommissie van het Ministerie van Justitie.

Samenwerking
Een betere en intensievere samenwerking tussen politie, gemeenten en Openbaar Ministerie bij de bestrijding van vrouwenhandel is vereist. Door deze samenwerking kan er meer aandacht besteed worden aan de minder zichtbare vormen van prostitutie zoals de escortservices en de
06-prostitutie. Door een betere samenwerking van politie en gemeenten met zorg- en opvanginstellingen en de prostitutiebranche zelf, kan onvrijwillige prostitutie en vrouwenhandel worden aangepakt. Ook het leren herkennen van vrouwenhandel is hier een belangrijk onderdeel van.

Buiten de EU
Vrouwen van buiten de EU zijn bij de invoering van het prostitutiebeleid uitgesloten om in deze branche werkzaam te zijn. Dit maakt dat deze groep een grote kans heeft om slachtoffer van vrouwenhandel te worden. De oplossing ligt in de richting van regulering van bijvoorbeeld het geven van een tijdelijke werkvergunning en het opzetten en inrichten van landelijke steunpunten.

B-9 regeling
In samenhang met het lokaal prostitutiebeleid dient de B-9 regeling uit de Vreemdelingencirculaire te worden herzien. Deze regeling biedt bescherming aan slachtoffers van mensenhandel, maar biedt onvoldoende perspectief voor slachtoffers om een menswaardig bestaan op te bouwen. Aan het verrichten van arbeid en rehabilitatie van slachtoffers dient daarom meer aandacht te worden besteed. Ook zijn er tekortkomingen in de uitvoering van de regeling. Slachtoffers worden soms onvoldoende geïnformeerd en begeleid, de bedenktijd van drie maanden wordt niet altijd goed toegepast en aan de veiligheid van slachtoffers wordt te weinig aandacht besteed. Doen slachtoffers aangifte, dan dienen zij beter op de hoogte te worden gehouden over de voortgang van de procedures.

De aanbevelingen op een rij:

1. Naast bordeel- en raamprostitutie behoren ook de escortbranche en andere vormen van prostitutie door gemeenten in het lokaal prostitutiebeleid te worden betrokken.


2. Bij alle handhavingsactiviteiten hoge prioriteit geven aan het signaleren van vrouwenhandel, een betere herkenning van mogelijke slachtoffers en het in veiligheid brengen van de slachtoffers.


3. Bij de aanpak van vrouwenhandel verdient het aanbeveling de uitvoering hiervan niet louter over te laten aan het lokale of regionale krachtenspel (van bestuur, politie en justitie) maar dit centraal te sturen door Justitie en politie. Handhavingsamenwerking verdient hierbij meer aandacht.


4. Meer aandacht voor een goede uitvoering van de B-9 regeling. De huidige B-9 regeling is niet meer dan eerste aanzet voor een goede bescherming en schadeloosstelling van slachtoffers van vrouwenhandel. De regeling dient in het belang van het slachtoffer nader te worden uitgewerkt, bij voorkeur in overleg met STV, Nationaal Rapporteur, Politie en OM.


5. Verricht nader kwalitatief onderzoek naar minder zichtbare vormen van prostitutie.


6. Besteed meer aandacht aan de handhaving van regels bij minder zichtbare vormen van prostitutie.


7. Zorg voor regelgeving bij het werk van niet EU-onderdanen voor werk in de prostitutie en zorg voor goede informatie en advies aan vrouwen afkomstig uit niet EU-landen.


8. Investeer in structurele financiering en verbetering van de kwaliteit van de zorg en opvang van slachtoffers van vrouwenhandel.


9. Investeer in het Landelijk Prostitutie Overleg.

10. Organiseer een landelijke, brede publiekscampagne gericht op het herkennen van vrouwenhandel.

Einde persbericht