Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Reclame Code Commissie veroordeelt Eneco Energie

De Reclame Code Commissie heeft Eneco Energie aanbevolen om te stoppen met haar misleidende en onbewezen reclame voor Ecostroom, de zogenaamde 'groene stroom' van het energiebedrijf *.

Een groot deel van Ecostroom wordt opgewekt door het verbranden van biomassa **. Eneco beweert dat het verbranden de meest optimale benutting van biomassa is, dat het schoon is en dat het geen bijdrage levert aan het broeikaseffect door de uitstoot van CO2 in de atmosfeer. Op alle drie punten stelt de Reclame Code Commissie het energiebedrijf in het ongelijk. De beweringen in de reclame van Eneco Energie zijn misleidend, te ongenuanceerd en onbewezen. Ze zijn daarom in strijd met artikel 2 en 3 van de Milieu Reclame Code.


1. Eneco heeft niet aangetoond dat het verbranden van biomassa de meest optimale benutting is.

2. Eneco heeft niet aangetoond dat het verbranden van biomassa schoon is.
3. Eneco heeft niet aangetoond dat het verbranden van biomassa geen bijdrage levert aan het broeikaseffect.

Het is niet de eerste keer dat een energiebedrijf door de Reclame Code Commissie op de vingers wordt getikt voor misleidende reclame over 'groene stroom'. In december 2001 werd energiebedrijf Essent veroordeeld voor de bewering, dat electrische energie uit het bijstoken van biomassa in een kolengestookte centrale schoon zou zijn. De klacht kwam toen van de Gelderse Milieu Federatie.
De huidige uitspraak van de Reclame Code Commissie gaat echter verder. Ook energie uit centrales voor het stoken van uitsluitend biomassa mag niet absoluut schoon genoemd worden. Het verbranden van biomassa voegt CO2 en andere stoffen aan de atmosfeer en het milieu toe. Bovendien is het niet de meest optimale benutting van de biomassa.


* Dossier DM 02.0337 van de Stichting Reclame Code in Amsterdam, uitspraak
1 oktober 2002, klacht F.P. van Velden over reclame-uiting van Eneco Energie.


** Biomassa is volgens Van Dale "de totale hoeveelheid levende stof". Voor het opwekken van energie wordt bijvoorbeeld hout verbrand, maar biomassa kan ook rioolslib, dierlijke mest, afval en reststoffen uit de bouw, bosbouw, landbouw en voedingsmiddelenindustrie bevatten.

blad 1 van 2

Commentaar

(ir. F.P. van Velden)

Betekenis van de uitspraak

De uitspraak van de Reclame Code Commissie is van grote betekenis. Talloze organisaties menen immers dat biomassa een duurzame energiebron is, niet vervuilend en niet bijdragend aan het broeikaseffect door de uitstoot van CO2. Dat is echter niet het geval. Een duurzame toekomst in de zin van 'sustainable' (volhoudbaar) is niet bereikbaar door een deel van de electrische energie uit biomassa in plaats van fossiele brandstoffen op te wekken. Integendeel, het gevolg is roofbouw op de biomassa van de aarde. Die kan grotendeels veel nuttiger toegepast worden, bijvoorbeeld als 'vernieuwbare grondstof' voor bouwmaterialen.

Biomassa niet onuitputtelijk

Fossiele brandstoffen zijn in de loop van miljoenen jaren gevormd uit gigantische hoeveelheden levende stof. Biomassa daarentegen ontstaat binnen een relatief korte tijd, bijvoorbeeld 100 jaar. Het lijkt daardoor alsof biomassa onuitputtelijk is, maar de hoeveelheid en aard van biomassa zijn afhankelijk van productie en afval- en reststromen. In veel gevallen is het verbranden van biomassa dan ook vuiler dan van fossiele brandstoffen. Omdat er niet voldoende afval en resten zijn wordt biomassa zelfs al geïmporteerd, bijvoorbeeld snoeihout uit Canada en Letland, cacaodoppen uit Afrika en straks wellicht koeienvlaaien uit India. De biomassa wordt aan arme landen onttrokken en de energie van het transport naar Nederland wordt meestal niet in de milieuberekeningen van 'groene stroom' meegenomen. In de brandstof bevinden zich vaak vuile bestanddelen.

Hoogwaardige toepassingen

Veel biomassa is geschikt voor hoogwaardige toepassingen, zoals de productie van thermische isolatiematerialen, waardoor minder brandstoffen nodig zijn voor de verwarming en koeling van gebouwen. Het ontstaan van biomassa van lage kwaliteit zou zoveel mogelijk vermeden moeten worden. Het verbranden van biomassa kan bij zeer hoge temperaturen gebeuren, zodat de vuile bestanddelen in een verglaasde massa opgesloten raken en niet verspreid worden in het milieu en de atmosfeer. Het verglaasde product vormt een hoogwaardig materiaal, vergelijkbaar met natuursteen. Dat is een voorbeeld van een bijdrage aan een duurzame (volhoudbare) ontwikkeling.

"De enige duurzame energie is minder energie".
"De enige duurzame energie is uitstootloze en afvalarme energie".

Informatie over dit persbericht: ir. Frans van Velden, telefoon 06 27533645

blad 2 van 2