Universiteit van Amsterdam
Uit: UvA Agenda ma 7 oktober t/m zo 13 oktober
Hoe weten we dat iets met nadruk wordt gezegd?
dinsdag 8 oktober 14.00 uur
Promotie Fonetische wetenschappen
De promovenda onderzocht waarom we horen of weten dat een woord met nadruk is gezegd. Luisteraars blijken met enige consistentie en betrouwbaarheid prominente woorden in zinnen te markeren. Om wat er gezegd is (het spraaksignaal) te duiden gebruikt de luisteraar twee soorten informatiebronnen: de informatie in het spraaksignaal (bottom-up) en zijn kennis van de taal (top-down). In een spraaksignaal kunnen klinkers en/of lettergrepen langer van duur zijn, luider worden uitgesproken, en/of door middel van een toonhoogtebeweging nadruk krijgen. Streefkerk onderzocht de akoestische kenmerken van een signaal in relatie tot de waargenomen prominentie (nadruk). Zij geeft een operationele definitie van prominentie (nadruk) en laat zien welke akoestische en linguïstische kenmerken een rol bij prominentie spelen. Dit maakt een voorspelling mogelijk van prominentie die overeenkomt met de markering van naïeve luisteraars.
Mw. B.M. Streefkerk: Prominence. Acoustic and lexical/syntactic correlates. Promotor is prof. dr. ir. L.C.W. Pols.