European Commission

IP/02/1430

Brussel, 4 oktober 2002

Commissie sluit een aantal procedures tegen IMS Health af

De Europese Commissie heeft een onderzoek afgesloten naar de praktijken van IMS Health Inc in vijf landen van de Europese Unie nadat zij tot de conclusie was gekomen dat de wereldwijde marktleider op het gebied van informatie over voorschriften en verkoop van farmaceutische producten de vermeende wanpraktijken, hetzij vrijwillig hetzij na optreden door de mededingingsautoriteit van een van de betrokken landen, had gestaakt. Na verder onderzoek kon de Commissie vaststellen dat andere aspecten van het gedrag van IMS Health niet onwettig waren. Deze procedure staat los van die welke is ingeleid in de Duitse, zogenoemde "1860 bouwstenen-structuur"-zaak, die bij het Gerecht van eerste aanleg aanhangig is.

De Commissie zond in oktober 2000 een mededeling van punten van bezwaar(1)
aan Intercontinental Marketing Services (IMS) Health Inc waarin zij betoogde dat het bedrijf zich schuldig had gemaakt aan misbruik van een machtspositie op een aantal markten voor de inzameling van gegevens over farmaceutische markten. IMS is het grootste bedrijf ter wereld op dit gebied. In artikel 82 van het EG-Verdrag wordt misbruik van machtspositie uitdrukkelijk verboden. De vermeende misbruiken vonden plaats in vijf landen: België, Duitsland, Spanje, Italië en Nederland. Zij bestonden uit verscheidene praktijken waarbij korting op de prijzen werd verleend en praktijken waarbij de verkoop van bepaalde diensten ondergeschikt werd gemaakt aan de voorafgaande aankoop van andere diensten.

In de mededeling van punten van bezwaar stelde de Commissie dat de toenmalige praktijken van IMS de concurrentie vervalsten en een aanzienlijke barrière vormden voor de toetreding tot de markt. De markt bestaat uit het bijeenbrengen van gegevens over de verkopen van apotheken en voorschriften van farmaceutische producten. Deze informatie wordt door farmaceutische bedrijven gebruikt om het marktaandeel van hun producten en de resultaten van hun verkopers te kunnen evalueren.

Tot inleiding van het onderzoek was besloten naar aanleiding van twee klachten, ingediend door Source Belgium en het Amerikaanse bedrijf National Data Corporation (NDC), twee bedrijven die betrekkelijk nieuw op deze markt waren.

Het besluit om de procedure af te sluiten is genomen nadat IMS een einde had gemaakt aan wat de Commissie in haar voorlopige analyse als anticoncurrentieel gedrag had aangemerkt. Nadat een diepgaand onderzoek heeft de Commissie vastgesteld dat het in de mededeling van de punten van bezwaar gewraakte gedrag van IMS voor een groot deel was stopgezet en in het licht van nog andere informatie die was verzameld was de Commissie van oordeel dat andere aspecten van het marktgedrag van IMS die in deze procedure aan de orde kwamen geen barrière voor de toegang tot de markten voor farmaceutische gegevens vormden. De overige problemen waarop door de Commissie is gewezen worden sedertdien behandeld door de Belgische Raad voor de mededinging, die toezicht houdt op de wijze waarop IMS het voorlopige besluit van zijn voorzitter naleeft. Dit is een goed voorbeeld van optreden door de nationale mededingingsautoriteiten wanneer zij in de beste positie verkeren om zulks te doen.

Source Belgium en NDC hebben ook nu hun klachten ingetrokken, alhoewel de Commissie erop wijst dat dit hun standpunt over de inhoud van deze klachten onverlet laat.

De Commissie wijst daarnaast op de speciale rol die de Belgische mededingingsautoriteiten hierin hadden; zij hebben, op verzoek van Source Belgium, een voorlopig besluit vastgesteld waarin IMS werd gelast de structuur van zijn prijzen in België te wijzigen. Deze maatregel heeft een belangrijke rol gespeeld in het besluit van Source Belgium om zijn klacht in te trekken.

Achtergrond

Het besluit van de Commissie de procedure in deze zaak nu af te sluiten heeft tot gevolg dat dit de Belgische autoriteiten vrijheid van handelen geeft, indien zij dit wensen.

Het sluiten van deze procedure houdt geen verband met een andere procedure die thans tegen IMS loopt en die de weigering betreft om een vergunning te verlenen op het auteursrecht dat het bedrijf heeft voor een structuur voor het presenteren van gegevens per regio over de verkoop van farmaceutische producten in Duitsland. Naar aanleiding van een door NDC ingediende klacht stelde de Commissie vast dat IMS een inbreuk had gemaakt op artikel 82 en gelastte zij IMS in juli 2000 in een beschikking inzake voorlopige maatregelen (zie IP/01/941) een vergunning op dit auteursrecht te verlenen. Deze beschikking werd op 26 oktober 2001 opgeschort door een beschikking van de voorzitter van het Gerecht van eerste aanleg, die op 11 april 2002 door de voorzitter van het Europese Hof van Justitie werd bevestigd.