Ministerie van Justitie
http://www.justitie.nl
Wijnand Stevens
070 370 6857
4224
07 10 02
Eerste evaluatie opheffing bordeelverbod
Opheffing bordeelverbod voorzichtig positief beoordeeld
Prostituees en exploitanten binnen de gereguleerde prostitutie,
overheidsinstanties, zakelijke dienstverleners en de bevolking staan
in beginsel positief tegenover de opheffing van het bordeelverbod. Er
is de afgelopen tijd weliswaar sprake geweest van een verschuiving van
strafbare vormen van prostitutie vanuit de gereguleerde sector naar de
ongereguleerde sector, maar er is geen bevestiging gevonden voor een
vaak veronderstelde grootschalige 'vlucht' van prostituees van de
gereguleerde naar de moeilijker controleerbare ongereguleerde
sectoren.. Dat zijn belangrijke conclusies in het onderzoeksrapport
'Het bordeelverbod opgeheven: prostitutie 2000-2001', van het
Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) van het
Ministerie van Justitie. Het rapport is vandaag door minister J.P.H.
Donner van Justitie, namens het kabinet, aangeboden aan de Tweede
Kamer.
Op 1 oktober 2000 is het algemeen bordeelverbod opgeheven. Sindsdien
is de exploitatie van bordelen waarin meerderjarige prostituees
vrijwillig werken niet langer verboden. Tegelijk is de bestrijding van
onaanvaardbare vormen van prostitutie, zoals onvrijwillige prostitutie
of prostitutie door minderjarigen, aangescherpt. De wetswijziging kent
zes hoofdoelstellingen:
beheersing en regulering van exploitatie van prostitutie;
verbetering van de bestrijding van exploitatie van onvrijwillige
prostitutie;
bescherming van minderjarigen tegen seksueel misbruik;
bescherming van de positie van de prostitué(e);
ontvlechten van prostitutie en criminele randverschijnselen;
terugdringen van prostitutie door illegale vreemdelingen
In het kader van de evaluatie van het bordeelverbod hebben zes
deelonderzoeken plaatsgevonden. Het WODC-rapport bundelt de resultaten
van deze deelonderzoeken en geeft een beeld van de praktijk in de
prostitutie een jaar na de wetswijziging. De onderzoekers geven
daarbij aan dat het nog te vroeg is om te concluderen wat de
daadwerkelijke effecten van de wetswijziging zijn. Daarbij speelt een
rol dat de met de wetswijziging beoogde veranderingen nog niet
allemaal zijn door gevoerd. Een andere complicerende factor vormen
autonome ontwikkelingen die effecten hebben op de prostitutiebranche.
Hierbij valt te denken aan de opkomst van mobiele telefonie en
internet, maar ook aan ontwikkelingen op het terrein van de migratie
en het vreemdelingenbeleid.
Beheersing en regulering
Ten tijde van het onderzoek bleek een groot aantal gemeenten nog niet
klaar te zijn met de vergunningverlening. De invoering van de wet en
de bijbehorende handhaving is ongelijktijdig en ongelijkmatig geweest.
Dat heeft verplaatsingseffecten ten gevolge gehad: strafbare vormen
van prostitutie verplaatsen zich naar plaatsen waar minder of minder
streng wordt gecontroleerd. De onderzoekers vinden het van groot
belang dat overal de vergunning verlening snel wordt afgerond en dat
toezicht en handhaving plaatsvindt. Een ander punt van zorg is dat het
vaak gehanteerde maximumstelsel (van aantallen bordelen) weinig ruimte
voor vernieuwing van de branche biedt.
Positie van prostituees
De fysieke arbeidsomstandigheden in de gereguleerde prostitutie lijken
zich positief te ontwikkelen. Ten aanzien van arbeidsvoorwaarden en
arbeidsverhoudingen is er vooral veel discussie, bijvoorbeeld over de
vraag of prostituees als zelfstandigen werken of in loondienst van de
exploitant zijn. De toegankelijkheid van zakelijke dienstverleners,
zoals banken en verzekeraars, voor de prostitutiebranche laat te
wensen over. De oorzaken daarvoor zijn het slechte imago van de
branche en de moeilijkheid om financiële risico's in deze branche in
te schatten.
Strafbare prostitutie
Met de wetswijziging is de strafmaat van illegale vormen van
prostitutie (onvrijwillig, minderjarigen) verhoogd. Met de regulering
van de branche is het voor prostituees zonder verblijfstitel
moeilijker om in een legaal bordeel werk te vinden. Dat heeft
verschuivingseffecten ten gevolg naar moeilijker te controleren vormen
van prostitutie zoals de straat- en thuisprostitutie, de escort en
06-prostitutie.
Toch schrijven de onderzoekers dat zij geen bevestiging hebben
gevonden van de vaak veronderstelde grootschalige vlucht naar de
ongereguleerde prostitutie. Er zijn geen aanwijzingen dat alle
illegale prostituees die de gereguleerde prostitutie zijn ontvlucht in
de ongereguleerde prostitutie terecht zijn gekomen. Bij de controle en
handhaving in de prostitutie speelt de politie een belangrijke rol. De
nadruk ligt daarbij tot nu toe op bestuurlijk toezicht in de
gereguleerde sector. Daardoor ontbreekt de capaciteit voor intensieve
opsporing buiten de gereguleerde sector. De onderzoekers bevelen aan
te bezien hoe de beperkte capaciteit zo effectief mogelijk kan worden
ingezet.
Reactie minister Donner
Minister Donner schrijft in zijn brief aan de Tweede Kamer aan met een
meer inhoudelijke reactie te komen in een uitgebreid kabinetsstandpunt
naar aanleiding van de evaluatie.
De teksten van de deelrapporten en van het overkoepelende rapport zijn
te vinden op www.wodc.nl. Voor informatie over de onderzoeken kunt
contact opnemen met de onderzoekster mw. drs A.L. Daalder, telefoon:
070 370 74 75
---
08 okt 02 12:52