Berichtnaam: Hoogervorst en Wijn gaan eigen risico exportkredietverzekering afkopen
Nummer: 139
Datum: 08-10-2002
Dit is een gezamenlijk persbericht van het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Economische Zaken
Minister Hoogervorst van Financiën en staatssecretaris Wijn van Economische Zaken hebben besloten het eigen risico voor exportkredietverzekeringen af te kopen. Doel is het verminderen van administratieve lasten voor exporteurs. De vorderingen van verzekerden worden overgenomen tegen marktwaarde. Deze regeling zal alleen gelden voor het eigen risico bij langlopende terugbetalingsregelingen.
De exportkredietverzekering kent tot dusverre altijd een onverzekerd deel, dat de verzekerde zelf als risico dient te behouden (het zogenoemde eigen risico). Voor de Nederlandse verzekerde kan een aanzienlijke administratieve last ontstaan als de Staat met de debiteur (vaak een buitenlandse overheid) afspraken maakt over de terugbetaling van de achterstallige vorderingen. Vaak hebben dergelijke regelingen namelijk een (zeer) langlopend karakter. Met het in het leven roepen van een afkoopregeling hoopt de Staat een dienst te kunnen aanbieden aan die exporteurs en financiers, die om deze administratieve overwegingen het bezwaarlijk vinden het eigen risico-deel van de vordering voor lange tijd in hun boeken te houden. Uitgangspunt van de systematiek voor de waardebepaling voor de afkoop is om zoveel mogelijk de marktprijs te benaderen.
De afkoopregeling zal niet voor alle landen gelden. Afkoop van het eigen risico vindt alleen plaats voor die landen waarmee een bilateraal akkoord is afgesloten en als bovendien voor alle betrokken verzekerden redelijkerwijs geen kans meer bestaat dat eventueel resterende vorderingen alsnog worden geconsolideerd. Anders bestaat de mogelijkheid dat exporteurs na afkoop van het eigen risico op een later moment met dezelfde situatie worden geconfronteerd. Voorlopig vindt ook geen afkoop plaats als de buitenlandse overheid betalingsachterstanden heeft op de betalingsregeling, vanwege het onzekere effect dat hier vanuit gaat op de waardering van de betrokken vorderingen.
Er is een voorlopige lijst met landen opgesteld die in aanmerking komen voor deze regeling. Op deze lijst staan Albanië, Algerije, Brazilië, Bulgarije, Egypte, Filippijnen, Kenia, Kroatië, Macedonië, Marokko, Peru, Polen en Rusland. Eind oktober wordt een eerste indicatieve prijs voor afkoop gegeven. Vervolgens kunnen betrokkenen aangeven of zij interesse hebben in de geboden prijs. Half november wordt vervolgens een definitieve prijs bepaald. Deze prijs staat overigens niet open voor onderhandelingen. In de prijsbepaling zit geen speculatief element en ook geen marge voor de Staat. Ook is er geen sprake van een beleggingsstrategie van de Staat.