Gun Máxima straks de ruimte
Overheid en politiek
Thom de Graaf
08-10-2002 - De beste prins-gemaal, die we ooit hebben gehad. Zo
noemde Harry Mulisch gisteren de overleden prins Claus. De prins die
zich enige jaren geleden publiekelijk van zijn stropdas ontdeed. Het
leek alsof prins Claus zich na meer dan 30 jaar wilde bevrijden van de
constitutionele banden die zo slecht bij zijn persoonlijkheid pasten.
Thom de Graaf pleit voor een vermindering van de beperkingen van de
partner van het staatshoofd.
De prins ontdeed zich enige jaren geleden met veel gevoel voor theater
van zijn stropdas, tijdens de prijsuitreiking van het Prins Clausfonds
waarbij de kleurrijke en losse Afrikaanse mode werd geëerd. Toch zag
heel Nederland er meer in dan alleen een loftuiting op niet-westerse
kleding. Het leek alsof prins Claus zich na meer dan 30 jaar wilde
bevrijden van de constitutionele banden die zo slecht bij zijn
persoonlijkheid pasten. Het is niet waarschijnlijk dat we ooit zullen
meemaken dat prinses Maxima een stropdas zal afzweren. Ik kan mij wel
met enige fantasie voorstellen dat zij over enige jaren als subtiel
protest een keertje een tiara afwerpt of tijdens een werkbezoek het
gebruikelijke bloemenruikertje naar de verzamelde notabelen gooit. Het
leven naast het staatshoofd is soms gewoon geen leven hebben.
Toen prins Claus in de jaren tachtig in een depressie belandde, kwam
het debat op gang over de vrijheid van de echtgenoot van de Koningin.
De voorgangers van prins Claus als prins-gemaal hadden ieder op eigen
wijze geworsteld met de zinledigheid van hun functie. Prins Hendrik
kwijnde weg, zijn schoonzoon Bernhard trok de wijde wereld in en
ontkwam daardoor aan een dagvulling van zwijgende en immer
glimlachende schaduw naast de troon. Prins Claus was voor buitenlandse
frivoliteiten veel te serieus, maar ook veel te getalenteerd om te
berusten in een lijdzame rol. Vooral dat laatste leek hem op te
breken.
Sommigen pleiten er sindsdien voor dat de leden van het Koninklijk
Huis, behalve de troonopvolger, net zoveel vrijheid moeten krijgen als
alle andere Nederlanders. Gewoon meneer Van Amsberg, zoals staatsraad
Jan Vis ooit schreef. Gewoon mevrouw Van Oranje-Zorreguieta. Verwezen
wordt vaak naar de positie van de echtgenotes van de Franse of Duitse
presidenten, voor wie niets is geregeld en die, als ze zouden willen,
in het bedrijfsleven of zelfs binnen de overheid carrière kunnen
maken. Die vrijheid zou dan ook moeten inhouden dat de prins of
prinses naast het staatshoofd zich vrijelijk over alles kan uiten,
over de buitenlandse politiek of het economisch klimaat of de
kwaliteit van de publieke omroep. In zekere zin zou de positie van de
toekomstige koningin Maxima dan vergelijkbaar zijn met bijvoorbeeld
Gretta Duisenberg: controversiële opinies komen voor eigen rekening en
niet voor die van haar man. Het zittende kabinet zou aan die opinies
ook schouderophalend voorbij kunnen gaan en geen verantwoording hoeven
af te leggen aan het parlement.
Ik vrees dat dit niet werkt. Zolang de monarchie bestaat, zal er
opofferingsgezindheid moeten bestaan. Prins Claus hield zijn vroegere
landgenoten ooit in een televisie-interview voor dat wie daar de
monarchie zou willen herstellen eerst mensen moest vinden die het ook
daadwerkelijk willen doen. Hij zag beter dan wie ook de beperkingen
die inherent zijn aan elke monarchie, hoe modern georganiseerd ook.
De monarchie onderscheidt zich van de republiek doordat het geen keuze
is voor de persoon, maar voor de erfelijke familie. De monarchie wordt
niet enkel gevormd door het staatshoofd en de vermoedelijke opvolger.
Dat blijkt al uit de grondwettelijke regels over de erfopvolging en
uit het feit dat er een Koninklijk Huis is, waar een groot aantal
familieleden lid van is. Zoals de vader van de huidige minister van
Justitie Donner het eens uitdrukte: De Koning is hoofd van het huis,
dat in zijn geheel met de staat verbonden is.
Van de leden van het Koninklijk Huis bepalen vooral de echtgenoot van
het staatshoofd en de troonopvolger mede het gezicht van het
koningschap. In een samenleving waarin het huwelijk (nog steeds) voor
velen belangrijke waarde inhoudt, is dat ook niet vreemd. Wat die
echtgenoot doet of zegt is daarom nooit helemaal privé en altijd
relevant voor het beeld dat mensen hebben van de monarchie. Niet
alleen de partner kan in verlegenheid komen, maar het koningschap als
zodanig. Zolang er draagvlak is voor de monarchie en er is geen reden
om het tegendeel aan te nemen is dat de prijs die moet worden betaald.
Eigenlijk staat dit allemaal los van de leer van de afgeleide
ministeriële verantwoordelijkheid, die nog steeds wordt aangenomen
voor leden van het Koninklijk Huis. Die leer gebiedt dat ministers
preventief of repressief optreden als gedrag van koninklijke verwanten
het staatsbelang dreigt te schaden. Voor de echtgenoot van de
Koning(in), de troonopvolger en diens echtgenoot wordt die
verantwoordelijkheid tegenwoordig zwaarder geacht dan voor overige
leden van het Koninklijk Huis, die minder betrokken zijn bij het
koninklijk gezag en dus op grotere afstand staan. Ook al zou die leer
van de afgeleide ministeriële verantwoordelijkheid nooit zijn
geconstrueerd, dan nog zou het evident zijn dat wie dichter op de
Kroon zit, zich minder vrijheid kan veroorloven dan het verre
familielid dat nooit of alleen op Koninginnedag in het openbaar te
zien is.
Ooit voegde Wellington Koning George IV toe: Sir, you are not a
gentleman, you are the King of England.
Mutatis mutandis blijft dit ook gelden voor de partner van de
Nederlandse koning. Helemaal vrij zal die nooit zijn. Maar het is wel
mogelijk om de beperkingen te verminderen. Ik ben daar een groot
voorstander van. Concreet betekent dit dat Maxima zoveel mogelijk zou
kunnen afzien van deelname aan het Koningschap. In een moderne
monarchie hoeft de partner niet voortdurend op te draven als
meeknikkende decoratie bij openbare gelegenheden. Naarmate dat minder
gebeurt , ontstaat meer ruimte voor een eigen invulling zonder
vastgeklonken te zijn aan het dagritme van het staatshoofd. Mochten
haar ambities in die richting gaan dan moet Maxima de mogelijkheid
hebben een eigen maatschappelijke functie te hebben die meer inhoudt
dan erevoorzitster van liefdadigheidsinstellingen of van
cultuurfondsen. En meer te zeggen dan alleen gemeenplaatsen,
vanzelfsprekend zonder echt controversieel te zijn. De vrijheid om
zich naar eigen keuze te ontplooien hangt in belangrijke mate af van
Maxima zelf af en van Willem-Alexanders opvattingen over het
koningschap. Maar ook moeten kabinet, parlement en bevolking ruimte
gunnen als die wordt gevraagd. Al was het maar omdat niemand baat
heeft bij een oranjegetint maar niettemin kleurloos bestaan.