SNV
Citaten van Prins Claus mbt ontwikkelingssamenwerking en SNV
Z.K.H. Prins Claus der Nederlanden, van 1974 tot 1980 voorzitter en
sedertdien erevoorzitter van SNV (Nederlandse
Ontwikkelingsorganisatie), is niet meer en daarmee is onze grote
denker op het gebied van internationale samenwerking heengegaan.
Ontwikkelingssamenwerking was voor hem geen kwestie van liefdadigheid,
maar van sociale rechtvaardigheid. Hij wees ons op het feit dat we
maar een kleine bijdrage kunnen leveren aan ontwikkeling en
bescheidenheid op zijn plaats is: het gaat tenslotte niet over het
hebben maar over het zijn. Met het overlijden van de Prins verliest
SNV dan ook haar gewetensvolle inspirator, die ontwikkelingswerkers
voorhield dat ze moeten kunnen luisteren en nooit vergeten dat het
erom gaat mensen te steunen om zichzelf te helpen.
Het lijkt SNV op dit moment gepast om Prins Claus uit respect voor hem
en zijn betekenis voor OntwikkelingsSamenwerking (OS) met zijn eigen
woorden te citeren. Hieronder volgen daarom uitspraken en activiteiten
van 1972 tot en met 1995 van Prins over OS bezien vanuit de relatie
met SNV, vanaf 1963 Stichting Nederlandse Vrijwilligers en sinds 1985
Nederlands Ontwikkelingsorganisatie.
1972: bezoek van Prins Claus aan SNV in Tanzania
De prins werkt mee aan een documentaire die bedoeld is om
misverstanden bij het Nederlandse publiek te verhelpen. Het
Nederlandse publiek overschat de eigen inbreng en onderschat de
activiteiten van de ontwikkelingslanden zelf. De prins laat zich in
Tanzania een aantal concrete inspanningen tonen, die door het land
zelf zijn ondernomen. Hij zal later het commentaar bij de film
spreken.
1973: open brief aan alle Nederlandse vrijwilligers (in Vice Versa,
periodiek over vrijwilligerswerk in ontwikkelingslanden uitgegeven
door Stichting Nederlandse Vrijwilligers)
'Niettemin meen ik dat een systeem waarbij regeringen en instellingen
van het ontvangende land de volledige verantwoordelijkheid dragen voor
de projecten die worden uitgevoerd, het enig juiste is.'
'De internationale samenwerking gericht op de ontwikkeling van de arme
landen beschouw ik als een van de belangrijkste opgaven van onze
tijd.'
1974: Interview bij de installatie van prins Claus als voorzitter van
SNV
De prins was aanwezig tijdens onder andere de lange en intensieve
discussie over de landenkeuze. 'Als ik het eerlijk mag zeggen: een
moeilijke zaak. Je kunt wel mooi met z'n allen allerlei fraaie normen
gaan hanteren, maar je mag natuurlijk nooit vergeten dat de gastlanden
zelf niet onveranderlijk zijn, niet statisch. Zij maken een
onophoudelijke politieke en economische ontwikkeling door. En soms
verandert het bestuur van een land van de ene dag op de andere. ...
Als je ergens verplichtingen hebt aanvaard kun je niet zomaar
vertrekken. En je kunt ook niet zondermeer vertrekken omdat je tot de
ontdekking bent gekomen dat je zelf je normen hebt veranderd.'
De prins waarschuwt tegen zelfoverschatting. 'De ontwikkelingshulp die
de rijke wereld aan de arme wereld geeft is marginaal. En de hulp van
de vrijwilligerskorpsen is weer een marginaal onderdeel van de
marginale ontwikkelingshulp. Dat zegt niets over het belang van het
werk, maar het is wel een feit dat je voortdurend in je achterhoofd
moet houden.'
De prins bepleit aandacht voor de grass roots en dat betekent voor hem
op de allereerste plaats aandacht voor de landbouw, vooral op het
platteland.
De prins heeft ook veel gewerkt en gereisd in Latijns Amerika, 'maar
emotioneel voel ik mij veel nauwer verbonden met Afrika, ik geloof dat
ik dat wel mag zeggen.'
Het gaat erom dat de vrijwilligers hun technische kennis heel
bescheiden invoegen in de totaal andere cultuur waarin zij
terechtkomen.
'Het gaat meestal om erg ongrijpbare dingen. De vrijwilligers moeten
hun werk zien als een fase in een lange continuïteit. Die continuïteit
is dan ook erg belangrijk, Na verloop van soms heel veel tijd zie je
dan verandering en vooruitgang. Maar de marges zijn smal.'
Prins Claus hamert op de voorrang die de landbouw moet hebben. 'Door
verbetering van de landbouw komt ook de lokale economie op gang. Er
ontstaan dan lokale markten, op basis daarvan krijgen de mensen het
beter - enzovoorts.'
'De 'ontwikkelingssamenwerking' moet door de gehele bevolking worden
gedragen. Het is echt niet alleen een zaak van de regering.
Teruggekeerde vrijwilligers kunnen een grote rol spelen als het erom
gaat aan alle Nederlanders uit te leggen wat het belang is van de
ontwikkelingssamenwerking.'
1974: openingstoespraak op een schooldecanendag in het Koninklijk
Instituut voor de Tropen
46)'Het is nodig dat de mensen zich inzicht verschaffen in de oorzaken
van deze onderontwikkeling. Armoede is niet iets dat op zichzelf
staat. Armoede staat niet los van andere maatschappelijke feiten.
Armoede is bijna altijd onderdeel en gevolg van een bepaalde
sociaal-politieke structuur. Daarom moet de rechtvaardigheid die nodig
is om de armoede in de wereld op te lossen ook een sociale
rechtvaardigheid zijn.'
'Het is een oude wijsheid dat de beste hulp d¡e is die mensen helpt
zichzelf te helpen.'
'De arme landen - althans de meeste - zijn zelf zeer bezig om hun
probleem van onderontwikkeling te boven te komen. Het is het ideaal
van de SNV deze zogenaamde self-reliance, het vertrouwen op eigen
kracht, zoveel en zo goed mogelijk te stimuleren.'
'SNV-ers moeten in staat en bereid zijn zichzelf zo spoedig mogelijk
overbodig te maken.'
'Het ontwikkelingsprobleem is een gecompliceerde zaak. Iedereen beseft
nu wel dat de toestanden in de Derde Wereld niet alleen daar moeten
worden opgelost, maar ook -en misschien wel vooral - door
veranderingen, hervormingen, in de maatschappijen van de rijke landen
zélf. Er bestaat een diepe en indringende relatie tussen hún armoede
en ónze rijkdom. Onze economische, monetaire en handelssystemen hebben
daar alles mee te maken.'
1975: toespraak tot directeuren beroepsonderwijs
'Onze stichting wil vooral steun geven bij de uitvoering van
projecten, waarbij de deelname van de mensen in de ontvangende landen
zelf, voorop staat.'
1975: toespraak in het kader van een inzamelingsactie in Haaksbergen
'hoef ik u niet te zeggen dat de SNV-ontwikkelingssamenwerking niet beschouwd wordt als liefdadigheid, maar als een mogelijkheid voor de mensen zichzelf te ontplooien. Op ontplooiing van de eigen mogelijkheden heeft immers iedereen recht. Daarom ziet SNV ontwikkelingssamenwerking als een eis van sociale rechtvaardigheid.'
1976: toespraak voor de jaarvergadering van de Landbouwmaatschappij
IJsselmeerpolders
Prins Claus wijst op de eigen verantwoordelijkheid van de
ontwikkelingslanden, die in het verleden te dikwijls de landbouw tot
het stiefkind van hun ontwikkelingsplannen hebben gemaakt. 'Te weinig
werd beseft dat de economische opbouw van een land en de ontwikkeling
als menselijk proces aan de basis moeten beginnen, op het platteland,
in de dorpen. Dat besef begint nu gelukkig overal ter wereld steeds
meer door te dringen'.
'Aanpassing is dus een eerste vereiste, aanpassing op sociaal en
cultureel terrein. We moeten er niet naar streven ons cultureel
patroon aan de ander op te dringen, want die ander heeft zijn eigen
cultuurpatroon, zijn eigen leefwijze, zijn trots.'
'De gapende welvaartskloof heeft zeer veel te maken met de manier
waarop wij, de rijke landen, onze economische, monetaire en
handelsbetrekkingen met de ontwikkelingslanden geregeld hebben. Die
kloof zal niet kunnen worden overbrugd zonder hervormingen van deze
betrekkingen en, zo nodig, zonder offers onzerzijds. Men zal zich
moeten realiseren dat het onrechtvaardig is wanneer arme landen te
weinig geld voor hun grondstoffen krijgen, wanneer hun
handelsbeperkingen worden opgelegd om onze belangen eenzijdig te
beschermen.'
'Wij leven in een tijd van toenemende agressie. In veel gevallen is
die agressie terug te voeren tot de honger naar macht, of honger naar
recht. Maar er is ook agressie die een gevolg is van
honger-zonder-meer, van een lege maag. Van miljoenen lege magen. In
dat laatste geval moeten wij ons, wélgevoede Nederlanders, ervoor
hoeden de agressor zonder meer te veroordelen en de vrede te prediken.
Het eerste - en minste - dat we dan kunnen doen is: nadenken over ons
aandeel in een stuk collectieve verantwoordelijkheid dat op de
schouders van de rijke landen rust, en direct of indirect van de
bevolking van die landen.'
1977: artikel in de Tanzania-krant van samenwerkende Friese
organisaties
Het volk van Tanzania is bezig zich onder de bezielende leiding van
president Nyerere een toekomst te scheppen waarin 'door het stimuleren
van economische groeikracht vanaf de basis zoveel mogelijk sociale
rechtvaardigheid voor zoveel mogelijk mensen zal worden
verwezenlijkt.'
'Want ontwikkelingssamenwerking is meer, véél meer dan alleen maar een
uiting van naastenliefde of caritas, hoe waardevol die begrippen op
zich ook zijn. Ontwikkelingssamenwerking is in de allereerste plaats
een daad van de meeste elementaire sociale rechtvaardigheid.'
Met instemming citeert de prins president Nyerere, die erop wees' dat het economische, het monetaire en het handelspolitieke systeem van de huidige wereld voor de arme landen erg onrechtvaardig is. We weten allemaal hoe dat komt: de prijs van onze industriële exportproducten stijgt veel sneller dan de prijs van hun grondstoffen.
'Het is naar mijn oordeel erg belangrijk dat de burgers van de rijke
landen terdege leren beseffen dat zij niet alleen kapitaal, goederen
en technische kennis naar de arme landen moeten exporteren, maar zich
óók dienen in te spannen om de onrechtvaardige
wereldhandelsverhoudingen rechtvaardiger te maken.'
De prins citeert nogmaals met instemming Nyerere, die heeft gezegd:
'Een ontwikkelingsland moet zich uitsluitend verlaten op de inspanning
van de eigen bevolking. Alle hulp waarover het de beschikking krijgt
moet het gebruiken om een grotere economische zelfstandigheid te
ontwikkelen. Als wij, die de armoede aan den lijve ondervinden, niet
de leiding nemen en de vlam van de strijd tegen de armoede hoog
houden, zal die strijd nooit gestreden en nog minder gewonnen
worden.'
1985: interview naar aanleiding van 20 jaar SNV
'De SNV is een voortdurend succesverhaal dankzij de formule van
kwaliteit, ervaring en toewijding en concentratie op die sectoren die
belangrijk zijn voor de minstbedeelden in ontwikkelingslanden, b.v. in
de landbouw, in kleinschalige nijverheid.'
'SNV'ers horen op het platteland, horen in de eerste plaats een
bijdrage te leveren aan de productieve kracht van de boeren, aan een
vergroting van de landbouwproductie.'
'Een andere functie die ik voor SNV zie weggelegd is die van adviseur,
van 'consultant' bij projecten waar SNV niet rechtstreeks bij
betrokken is. SNV'ers kennen de problemen, werken met en onder de
mensen en kunnen dus een hele nuttige stem hebben bij een zinvolle
uitvoering van ontwikkelingsprojecten'
'Ik ben altijd voorstander geweest van de vrijheid van ondernemers,
van de vrijheid van boeren die er brood in zien voedsel te produceren
dat mensen in de stad kunnen eten ...
Boeren over de hele wereld zijn slim, zijn misschien wel de beste
ondernemers die ik ken. Maar dan moet je ze wel de ruimte geven.'
'De basis van de Afrikaanse ontwikkeling is de landbouw. Afrikaanse
regeringen zelf zullen die keuze moeten maken, het is hun
verantwoordelijkheid. De westerse landen en hulpinstellingen kunnen
slechts hulp geven bij de uitvoering van de plannen, ze kunnen niet
het beleid veranderen.'
'We moeten ontwikkelingslanden ook de mogelijkheid geven handel te
drijven en niet onze markten afsluiten voor hun producten, niet de
prijzen voor hun goederen zo laten zakken dat het voor hen soms weinig
zin meer heeft aan de wereldhandel deel te nemen.'
'Er moet wel wat te verdelen zijn. Daarvoor heb je vrijheid voor
ondernemers, voor boeren nodig. Die moet je niet beknotten, dwingen in
een prijssysteem dat het voor hen niet aantrekkelijk maakt te
produceren omdat ze niets méér kunnen verdienen. Dan verbouwen boeren
alleen nog wat ze zelf nodig hebben.'
'Zonder zakelijkheid kom je er niet, kun je ook niet de arme mensen
helpen. (verwijzing naar moeder Teresa in Calcutta: menslievend, maar
zakelijk) Je moet een plan maken, toezien dat het eten goed verdeeld
wordt, dat een gezin niet twee keer te eten krijgt, professioneel te
werk gaan, als een manager. Dat bedoel ik met zakelijk. Ik vind dat
het woord te vaak in negatieve zin wordt gebruikt.'
1988: stellingen bij het aanvaarden van het 'Honorary Fellowship' aan
het Institute of Social Studies
It is impossible to 'develop' another person or country from outside,
people develop themselves, and so do countries.'
'An awareness of one's own cultural identity and past is a fundamental condition for sustainable autonomous development.'
'When we enter into cooperation, our principle must be that we do not
interfere in matters where the recipient country is capable of taking
action itself.'
'In development cooperation, as in many other fields, output is more
important than input. We are still far too fixated on input.
Sustainability in sociological, economic and ecological terms should
be the paramount criterion of success.'
'Protectionism in the rich countries does more harm than the good
which development aid even under most favourable conditions can do.'
'An international macro-economic policy aimed at improving the terms
of trade of developing countries would be more valuable than any
amount of development aid.'
'Development in the true sense of the word is impossible without some
form of democracy which gives the people some say in the process. It
is a question of enabling people to direct their energies within their
own interests. I am not using democracy here in the formal Western
sense, but on its more basic meaning of 'by the people for the
people'.
1995: artikel 'Krediet als recht van de armen'
'Ik begin met een wens: niet meer praten over
'ontwikkelingssamenwerking en 'ontwikkelingswerkers'. In het gebruik
van deze termen zit een zekere opdringerigheid besloten: alsof wij
voortdurend niet of niet voldoende ontwikkelde mensen moesten
ontwikkelen. Ik vind het enigszins aanmatigend dat wij in de 'Derde
Wereld' mensen of hele gemeenschappen zouden kunnen 'ontwikkelen'.'
'Om politieke redenen is het soms onvermijdelijk de prijzen van
basisvoedsel laag te houden in de steden, maar als
lange-termijnoplossing is prijsbeleid bijna altijd een verkeerde
oplossing. Boeren produceren niet maximaal als er niet een optimale
beloning (vrije prijzen) tegenover staat.'
'Waar zij, donoren, wel oog voor moeten hebben, is dat prioriteiten
zoals die soms worden aangereikt uit 'ontvangende' landen niet altijd
overeenkomen met de prioriteiten zoals die door ons worden ontwikkeld
voor onze 'partners' in het zuiden. Wij moeten ons tot taak stellen
beter te luisteren en ook te leren van de 'underdogs'.'
'De intellectuelen, schrijvers, dichters, journalisten, integere politici en ambtenaren in Afrika vragen in feite maar één ding: luister naar de stemmen van onze beste mensen en luister vooral naar de boeren en in het bijzonder naar onze vrouwen.'
'Waarom zeg ik hier zoveel over Afrika? Dat is, behalve om
persoonlijke redenen, omdat economische ontwikkeling in sub-Sahara
Afrika maar niet van de grond wil komen, ook niet in die landen die
rijk zijn aan grondstoffen ... Hieraan zien we ook hoe marginaal onze
hulp vaak is voor landen die op geen enkele wijze beschikken over
structuren en bestuurlijke stabiliteit die nodig zijn om een begin te
maken met economische ontwikkeling.'
1995: citaten tijdens een reis van prins Claus en met prins
Willem-Alexander door Tanzania
'Je kunt honderdduizend experimenten steunen, als de Afrikanen het
niet zelf oppikken dan werkt het niet.'
'De term 'ontwikkelingssamenwerking' is een eufemisme. Een woord dat
de lading niet dekt omdat er sprake is van twee zo ongelijke partners.
We zijn hier al dertig jaar bezig. Maar het is niet iets dat je van
buitenaf kunt doen. Aan de ene kant steun je mensen, maar
tegelijkertijd maak je ze nog afhankelijker. We moeten beseffen dat
het hun land is en dat zij het moeten doen. Wij kunnen dat niet, dat
is nonsens.'
1996: 'Ten geleide' in het boek 'Cultuur en ontwikkeling' met
toespraken van prins Claus
'Het wegvallen van de ideologische en geopolitieke scheidslijnen
tussen Oost en West in grote delen van het Zuiden, en met name in
Afrika, heeft onder andere meer dan voorheen duidelijk gemaakt dat
ontwikkelingssamenwerking ... slechts in bescheiden mate kan bijdragen
tot wezenlijke vooruitgang in het Zuiden en hoogstens hier en daar een
beperkt en vaak kortdurend succes achterlaat.'
'Steeds duidelijker wordt, dat ontwikkeling niet wezenlijk van
buitenaf kan worden beïnvloed. Doorslaggevend is het toenemende besef
dat ontwikkeling en vooruitgang alleen door de mensen zelf kan worden
voortgebracht, in een omgeving waarin respect bestaat voor de eigen
cultuur, de eigen taal en de eigen leefwijze.'On ne développe pas, on
se développe', zo houdt een oude Afrikaanse vriend mij altijd voor.
Zonder eerbied en vertrouwen in de eigen cultuur en tradities is
vooruitgang moeilijk te verwezenlijken.'
'Het zich bewust zijn van de culturele rijkdom van het eigen verleden
en heden is een voorwaarde om zelfbewust te kunnen bouwen aan een
toekomst.'
'Een donor ... moet kunnen luisteren en nooit vergeten dat het erom
gaat mensen te steunen om zichzelf te helpen.'
Bron: SNV Nederlandse Ontwikkelingsorganisatie