Ministerie van Financiën

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten Generaal

Plein 2

2511CR 's Gravenhage

Datum Uw brief Ons kenmerk (Kenmerk)

AFEP 2002-0060

Onderwerp

Verzoek lid Vendrik

Tijdens de plenaire vergadering van 1 oktober j.l. heeft u verzocht om een brief van de Minister van Financiën waarin wordt ingegaan op eventuele berekeningen van de Europese Centrale Bank (ECB) of De Nederlandsche Bank (DNB) aangaande de economische gevolgen van een oorlog tegen Irak. Daarnaast heeft u verzocht om een reactie op de opmerking van de heer Wellink dat hij zich zorgen maakt over de economische gevolgen van een dergelijke oorlog. Deze brief gaat op beide vragen in.

Over de uitlatingen van de heer Wellink kan ik u het volgende melden. Het Centraal Planbureau (CPB) is in antwoord op de Kamervragen over de MEV 2003 ingegaan op de vraag in welke mate een eventueel conflict leidt tot een verslechtering van het economisch beeld. In kwalitatieve zin heeft het CPB aangegeven dat een dergelijk conflict op korte termijn zal resulteren in hogere olieprijzen en een lagere groei van de wereldhandel. Daarnaast zullen het consumenten- en producentenvertrouwen worden beïnvloed. In kwantitatieve zin is het echter momenteel niet mogelijk een uitspraak te doen over de gevolgen op korte en lange termijn van een eventueel conflict, aldus het CPB. Gezien de geschetste onzekerheden zijn uitspraken over de mogelijke economische gevolgen van een oorlog in Irak speculatief van aard.

Navraag bij DNB leert dat er geen publicatie van DNB aan de uitlatingen van de heer Wellink ten grondslag ligt, en dat DNB op dit moment niet van plan is om in een publicatie op dit onderwerp in te gaan. DNB is ook niet op de hoogte van het bestaan van een notitie van de ECB of het Europees Stelsel van Centrale Banken over de economische effecten van een eventueel conflict.

De minister van Financiën,