Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Grensoverschrijdende zorg

De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

DBO-K-U-2322278

7 oktober 2002

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Loon-Koomen (CDA) over grensoverschrijdende zorg (2020301080).

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. Eduard J. Bomhoff

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Van Loon - Koomen over grensoverschrijden-de zorg (2020301080)

-
Vraag 1.
Bent u geïnformeerd over het geval van een Nederlandse patiënt die uitsluitend in Engeland kan worden behandeld, maar door wettelijke obstakels daar niet kan worden geholpen? Antwoord
Ja.
Vraag 2.
Deelt u de mening dat vrij vervoer van personen, goederen en diensten binnen de Europese Unie ook betrekking moet hebben op zorg en dat patiënten die in Nederland niet geholpen kunnen worden maar wel in andere lidstaten van de Europese Unie hiertoe zonder obstakels in de gelegenheid worden gesteld?
Antwoord
Het EG-Verdrag geeft bepalingen omtrent het vrij vervoer van personen, goederen en diens-ten. Het door u geschetste wettelijk obstakel ligt echter niet op dit terrein, maar op het terrein van de inrichting van de nationale gezondheidszorgsystemen. Binnen de Europese Unie zijn de lid-staten vrij hier zelf invulling aan te geven. Inherent daaraan is dat ik niet kan treden in de in-richting van het gezondheidszorgsysteem en het gezondheidszorgbeleid van de overige lidsta-ten. Vraag 3.
Welke maatregelen gaat u nemen om in dit concrete geval er voor te zorgen dat de Neder-landse patiënte in Engeland kan worden geholpen?
Vraag 4.
Welke maatregelen gaat de minister nemen om in de toekomst Nederlandse patiënten in de gelegenheid te stellen zonder obstakel binnen de Europese Unie te worden geholpen? Antwoord
Zoals uit de beantwoording van vraag 2 blijkt, kan ik niet treden in het beleid van het Ver-enigd Koninkrijk, noch in het beleid van de overige lidstaten. Met volledige respectering van de invulling die het Verenigd Koninkrijk geeft aan de inrichting van zijn gezondheidszorg-systeem en aan zijn gezondheidszorgbeleid heb ik dit bijzondere geval niettemin onder de aandacht kunnen brengen bij mijn Britse ambtsgenoot. Ik wijs er overigens op dat voor deze patiënt ook andere mogelijkheden voor behandeling lijken te zijn, die nu worden onderzocht.