Plant Research International

persbericht / nr. 2002-17, 7 oktober 2002

Combinatie metabolomics en genetische modificatie blijkt krachtig hulpmiddel voor onderzoek

De combinatie van het grootschalig analyseren van inhoudstoffen van planten (metabolomics) en het genetisch modificeren van planten is uitstekend geschikt om de biosynthese van inhoudsstoffen te onderzoeken. Dat blijkt uit het proefschrift van Joost Lücker, die op 8 oktober 2002 aan Wageningen Universiteit hoopt te promoveren. Lücker onderzocht de synthese van zogenaamde monoterpenen, belangrijke inhoudstoffen van planten. Hij levert met zijn onderzoek een grote bijdrage aan het doorgronden en sturen va de biosynthese van deze stoffen in planten.

Monoterpenen zijn geur- en smaakstoffen van planten. Het zijn kleine, vluchtige en in vet oplosbare stoffen waarvan duizenden verschillende structuren bekend zijn. Ze zijn betrokken bij de interactie tussen planten en insecten, planten en micro-organismen en tussen planten onderling. Vele monoterpenen, zoals bijvoorbeeld menthol, limoneen en linalool, zijn tevens van commercieel belang omdat ze veel toegepast worden in voedsel en dranken, parfums en cosmetica, maar ook in veel schoonmaakmiddelen. In bloemen dragen ze bij aan de karakteristieke geur, die van belang is voor de bestuiving maar ook voor de waarde als snijbloemen.

Lücker gebruikte de metabolomics-faciliteiten van Plant Research International voor de analyse van monoterpenen en andere belangrijke componenten in extracten en door planten afgegeven geurstoffen.

Via genetische modificatie lukte het Lücker om planten die van zichzelf geen monoterpenen maken, uit te rusten met genen voor bepaalde enzymen, en de planten zo aan te zetten tot het produceren van monoterpenen. Bij planten die van zichzelf al monoterpenen maken introduceerde hij genen voor extra enzymen. De biosynthese van de monoterpenen kon daarmee effectief gestuurd worden: de planten bleken inderdaad nieuwe monoterpenen te kunnen maken.

Lücker maakte onder andere gebruik van de genen die verantwoordelijk zijn voor de synthese van monoterpenen in citroenen, vruchten die erg veel monoterpenen bevatten. Hij isoleerde vier genen die coderen voor enzymen (monoterpeen-synthases) die samen verantwoordelijk bleken te zijn voor de biosynthese van 90% van de stoffen die in de essentiële olie van citroenschillen voorkomen.

Lücker bewees de werking van deze enzymen door de genen in bacteriën in te bouwen en de aldus gevormde enzymen en producten te karakteriseren via metobolomics-technieken.

Daarna gebruikte Lücker de genen voor het sturen van de monoterpeen-synthese van tabaksplanten. Via genetische modificatie en gerichte kruisingen lukte het hem om planten te ontwikkelen die in staat zijn om drie nieuwe enzymen te produceren. Het geurstoffen-profiel van de tabaksplanten bleek daarmee aanzienlijk veranderd te kunnen worden: de bladeren en bloemen gaven aanzienlijke hoeveelheden nieuwe monoterpenen af. Deze resultaten bieden perspectief voor de verbetering van geur en smaak van planten en voor het verminderen van hun vatbaarheid voor schimmels en insecten.
---