|
Geen grote negatieve gevolgen kabinetsbeleid voor Amsterdamse economie
Geen grote negatieve gevolgen kabinetsbeleid voor Amsterdamse economie
De neergaande economische conjunctuur en het nieuwe, door bezuinigingen gekenmerkte kabinetsbeleid hebben geen grote negatieve gevolgen voor de Amsterdamse economie. Ook voor de gemeentebegroting zijn de gevolgen beperkt. Voor de dekking van de beleidsvoornemens in het Programakkoord heeft de gemeente al rekening gehouden met een afnemende groei van de uitkering uit het Gemeentefonds. Gezien de conjunctuur en het kabinetsbeleid is dit een verstandig uitgangspunt geweest. Mits er de komende jaren voldoende woningen worden gebouwd en de stad goed bereikbaar blijft, is economische groei mogelijk. Dit blijkt uit het rapport 'Een frisse wind in Amsterdam: de gevolgen van kabinetsbeleid en economische conjunctuur voor Amsterdam 2002-2006'. Het rapport werd in opdracht van de wethouder Financiën, Economische Zaken en Noord-Zuidlijn, Geert Dales, door de Stichting voor Economisch Onderzoek der Universiteit van Amsterdam (SEO) opgesteld.
Op 9 oktober valt er in de gemeenteraad een besluit over de aanleg van de Noord-Zuidlijn. Alvorens dit debat te voeren heeft de gemeenteraad gevraagd om meer inzicht in de gevolgen van de algemene economische ontwikkeling en van het regeerakkoord voor de gemeentelijke begroting en economie. Wethouder Dales heeft vervolgens de SEO gevraagd een analyse te maken van de economische perspectieven van de stad in de komende jaren en, waar mogelijk, aan te geven wat de gevolgen van de conjunctuur en het kabinetsbeleid voor de gemeentebegroting en het Programakkoord zouden kunnen zijn. Het rapport bevat geen analyse van de economische effecten van de Noord-Zuidlijn of het ermee gepaard gaande budget. De studie is slechts aanvullend en ondersteunend voor de besluitvorming. "Op basis van deze economische en financiële analyse kan er aanstaande woensdag een positief besluit genomen worden over de aanleg van de Noord-Zuidlijn", reageert Dales.
Gevolgen regeerakkoord voor Amsterdam
Bij een normaal conjunctuurverloop zijn de gevolgen voor Amsterdam
beperkt. De belangrijkste risico's voor de Amsterdamse economie
vormen:
* op korte termijn de uitwerking van nieuw rijksbeleid in de sociale
zekerheid, zowel voor de Amsterdamse arbeidsmarkt als voor de
gemeentefinanciën;
* op langere termijn een afnemende groei door onvoldoende eigen
groei van het arbeidsaanbod door tekortschietende woningbouw, of
onvoldoende pendelmogelijkheden door sterk verminderde
bereikbaarheid van de stad.
De gevolgen van de neergaande conjunctuur zijn voor de gemeente
Amsterdam naar verwachting minder extreem dan in eerdere perioden van
neergang. Dit komt vooral omdat de Amsterdamse economie veelzijdiger
en concurrerender is geworden. Ten opzichte van Rotterdam bijvoorbeeld
is de economische structuur van Amsterdam gunstiger, met sectoren als
luchtvaart, zakelijke dienstverlening, toerisme en middenstand.
Desalniettemin zijn de economische effecten van de verschillende
rijksmaatregelen voor de Amsterdamse economie per saldo negatief. De
omvang van dit negatieve effect neemt echter in de jaren 2005 en 2006
weer af. In 2003 en 2004 daalt het aantal banen met 1000 à 2000 als
gevolg van bezuinigingen op de reïntegratiebudgetten. In 2005 en 2006
wordt dit weer deels gecompenseerd door de effecten van extra uitgaven
voor veiligheid en onderwijs en door voordelige effecten van de
afschaffing van de OZB. Als de gemeente bovendien scherp stuurt op
effectiviteit van inspanningen op het gebied van reïntegratie, dan
zijn er goede kansen om het aantal bijstandsuitkeringen te
verminderen.
Voor plannen op het gebied van de infrastructuur is de gemeente sterk
afhankelijk van de rijksoverheid. Over de Noord-Zuidlijn zijn
bestuurlijke afspraken met het Rijk gemaakt. Extra middelen voor
andere projecten om de bereikbaarheid van de stad te verbeteren zijn
echter zeer beperkt. Een verslechtering van de bereikbaarheid is
evenwel een belangrijke hindernis voor de verdere economische
ontwikkeling van Amsterdam. Voor zorg, openbare orde en veiligheid,
cultuur en milieu zijn de gevolgen van conjunctuur en rijksbeleid
beperkt.
Concluderend stellen de samenstellers van het rapport vast dat de
gevolgen van het killere economische klimaat en de frisse Haagse wind
weliswaar merkbaar zijn, maar dat die voor de Amsterdamse economie en
de gemeentefinanciën zeker te overzien zijn.
Amsterdam, 7 oktober 2002
Marleen Nieuwenhuis
---
-
© gemeente Amsterdam - 7-10-2002