Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4 Den Haag Directie Sociale en Institutionele Ontwikkeling Afdeling Sociaal Beleid Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag
Datum 7 oktober 2002 Behandeld Els Klinkert

Kenmerk DSI/SB- 597/02 Telefoon 070-3484376

Blad /3 Fax 070-3485366

Bijlage(n) --- E-Mail els.klinkert@minbuza.nl
Betreft Motie Giskes c.s. (28600, nr. 31)
Zeer geachte Voorzitter,

Graag bieden wij u hierbij de reactie aan op de motie van het lid Giskes c.s. (28600, nr.31), ingediend bij de Algemene Politieke Beschouwingen, inzake het HIV/AIDS beleid van dit ministerie.

Sinds het begin van de AIDS-epidemie is Nederland zeer actief geweest. Met name de laatste jaren zijn de uitgaven op dit gebied sterk gestegen. De uitgaven ten behoeve van HIV/AIDS-bestrijding stegen van EUR 2,4 miljoen in 1998 tot ruim EUR 28 miljoen in 2002. Nederland is de tweede donor van UNAIDS achter de VS en de grootste bilaterale donor van het "International AIDS Vaccine Initiative (IAVI)", EUR 25 miljoen tot en met 2003. Internationaal bestaat inmiddels consensus dat AIDS veel meer is dan alleen een gezondheidsprobleem, AIDS is een algemeen ontwikkelingsprobleem. Deze constatering heeft ook gevolgen voor de uitvoering van het Nederlands beleid, HIV\AIDS-bestrijding zal binnen het totale buitenlands beleid geïntegreerd moeten worden.

De ingediende motie wordt als ondersteuning beschouwd van het reeds ingezette beleid. Zie hiervoor ook de op 15 april jl. aan de Kamer toegezonden notitie 'Gevecht tegen Aids: De derde ronde 1998-2001' (Buza020199). Met betrekking tot het HIV/AIDS personeelsbeleid zijn er door dit ministerie en diverse ambassades reeds de nodige initiatieven genomen in overeenstemming met de strekking van de motie. Ter toelichting is het volgende van belang.

Uitgezonden Nederlanders

---

Alle uitgezonden staf krijgt bij hun medische keuring voorlichting over HIV/AIDS. Vergoeding van behandeling met aids-remmende middelen is opgenomen in de (meeste) Nederlandse ziektekostenverzekeringen. Uitgezonden Nederlanders, werkzaam in risicovolle beroepen (artsen) hebben toegang tot Post Exposure Prophylactics (PEP) produkten. PEP-produkten zijn preventieve middelen die de kans op overdracht van HIV voor een belangrijk deel verkleinen. Zo kan bijvoorbeeld een arts na een snij-incident besluiten tot het volgen van PEP-medicatie.

Lokaal aangenomen ambassade personeel

---
Ambassades in de zwaarst getroffen gebieden hebben HIV/AIDS intern bespreekbaar gemaakt. In een aantal gevallen heeft dit geleid tot het geven van voorlichting aan het personeel. Enkele ambassades zijn besprekingen begonnen met andere EU-posten over de mogelijkheden om HIV/AIDS-behandeling aan te bieden voor lokaal personeel. Ook worden de mogelijkheden afgetast om samenwerking met NGOs en private sector op het terrein van preventie en zorg te intensiveren.

De Klankbordgroep HIV/AIDS op het departement formuleert momenteel een advies over 'HIV/AIDS in het personeelsbeleid'. De doelstelling van het HIV/AIDS personeelsbeleid zal zijn:

¬ het voorkomen van HIV-infecties onder de werknemers, hun partner en kinderen en het wegnemen van vooroordelen en misvattingen omtrent HIV en AIDS;

¬ het bieden van mogelijkheden tot Vrijwillig Counselen en Testen (VCT);

¬ optimale zorg, ondersteuning en begeleiding van werknemers, partners en kinderen wanneer zij geïnfecteerd zijn door HIV;

¬ richtlijnen voor de medische zorg van de nabestaanden.

Voor de goede orde, het aanbieden van testen, counselen en behandeling berust op vrijwilligheid conform de richtlijnen van de Verenigde Naties inzake HIV/AIDS en Mensenrechten.

Het advies van de Klankbordgroep HIV/AIDS wordt gebaseerd op de International Labour Organisation (ILO) "Code of Practice on HIV/AIDS and the World of Work" en zal half november gereed zijn. Naar verwachting zal het HIV/AIDS personeelsbeleid begin 2003 ingaan. Overigens zal dit beleid zich niet beperken tot

werknemers van Nederlandse vertegenwoordigingen en hun naaste familieleden in Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara, doch zich uitstrekken tot werknemers en hun naaste familieleden van vertegenwoordigingen in alle landen waar bestaande medische verzekeringen en voorzieningen met betrekking tot HIV/AIDS ontoereikend zijn.

De Minister De Staatssecretaris
van Buitenlandse Zaken voor Ontwikkelingssamenwerking

Mr. J.G. de Hoop Scheffer A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven


Kenmerk DSI/SB-597/02

Blad /3

===