Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Integratie Europa Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag


Datum 7 oktober 2002 Auteur M.Th. Crucq
Kenmerk DIE-473/02 Telefoon 070 348 48 76
Blad /2 Fax 070 348 40 86

Bijlage(n) 8 E-mail die-in@minbuza.nl
Betreft Informatievoorziening aan de Tweede Kamer over nieuwe Commissievoorstellen
C.c.

Zeer Geachte Voorzitter,

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij acht fiches aan te bieden die werden opgesteld door de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).


1. Ontwerp van verordening van de Commissie houdende de financiële kaderregeling van de in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) van de Raad (Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting) bedoelde organen

- Voorstel tot wijziging van de oprichtingsbesluiten van de communautaire organen als gevolg van de goedkeuring van het nieuwe financieel reglement


2. a) Doc. 10791/02: Voorstel voor een beschikking van de Raad tot vaststelling, van richtsnoeren in aanvulling op annex VII van Richtlijn 2001/18 van het Europees Parlement en de Raad, inzake introductie in het milieu van genetisch gemodificeerde organismen en intrekking van Richtlijn 90/220/EEC van de Raad (Monitoring richtsnoer);
b) Doc. 10792/02: Voorstel voor een beschikking van de Raad tot vaststelling, overeenkomstig Richtlijn 2001/18 van het Europees Parlement en de Raad, van het model voor de samenvatting van het informatie dossier voor kennisgevingen inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu voor andere doeleinden dan het op de markt brengen ervan (SNIF B);
c) Doc. 10789/02: Voorstel voor een beschikking van de Raad tot vaststelling, overeenkomstig Richtlijn 2001/18 van het Europees Parlement en de Raad, van het model voor de samenvatting van het informatie dossier voor kennisgevingen inzake het op de markt brengen van genetisch gemodificeerde organismen als of in producten (SNIF C);


3. Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement "Clearing en afwikkeling in de Europese Unie, Belangrijke beleidsvraagstukken en toekomstige uitdagingen" 28.05.2002


4. Mededeling van de Commissie - Methodologische nota voor de horizontale evaluatie van diensten van algemeen economisch belang.


5. Mededeling van de Commissie: De Europese Sociale Dialoog, een kracht voor modernisering en verandering. Voorstel voor een besluit van de Raad tot instelling van een tripartiete top voor groei en werkgelegenheid


6. Mededeling van de Commissie over de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven: een bijdrage van het bedrijfsleven aan duurzame ontwikkeling


7. Mededeling van de Commissie inzake verzekeringen in de luchtvervoersector na de terroristische aanslagen op 11 september 2001 in de Verenigde Staten


8. Voorstel voor een verordening voor het instellen van een Europees solidariteitsfonds.

De Staatssecretaris voor Europese Zaken

Atzo Nicolaï

Fiche 1: Verordening financieel reglement

Titel:


· Ontwerp van verordening van de Commissie houdende de financiële kaderregeling van de in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) van de Raad (Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting) bedoelde organen


· Voorstel tot wijziging van de oprichtingsbesluiten van de communautaire organen als gevolg van de goedkeuring van het nieuwe financieel reglement


Datum Raadsdocumenten: 18 september 2002 resp. 31 juli 2002
nr. Raadsdocumenten: 12130/02 resp. 11331/02

nr. Commissiedocumenten: COM(2002)406 def resp. SEC(2002)836 def

Eerstverantwoordelijke ministerie: BZ i.o.m. FIN, BZK

Behandelingstraject in Brussel: Begrotingscomité, Coreper en Raad (ECOFIN)

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): geen

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

Voorliggend voorstel is bedoeld als een kaderregeling voor Europese agentschappen. Deze nieuwe regeling vloeit voort uit het nieuwe Financieel Reglement voor de uitgaven uit de EU-begroting, waaronder ook de Europese Agentschappen. Op basis van het nieuwe Financieel Reglement, dat vanaf 1 januari 2003 in werking zal treden, moet de Commissie op basis van artikel 185 van genoemd reglement een financiële kaderregeling vaststellen voor organen met rechtspersoonlijkheid. Deze kaderregeling dient vervolgens als leidraad voor de individuele financiële regelingen van de agentschappen afzonderlijk. De Commissie heeft met COM(2002) 406 de aanpassing voor de afzonderlijke agentschappen tegelijkertijd met dit voorstel ingediend.

Belangrijkste voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de bestaande situatie zijn:

A) de financiële regelingen van de verschillende organen mogen slechts afwijken van deze kaderregeling indien daartoe vanuit de aard van de werkzaamheden van het orgaan reden toe is. De Commissie moet hiervoor vooraf toestemming geven en de voorgestelde afwijking goedkeuren;

B) de kwijting over de uitvoering van de begroting van deze organen wordt gegeven door het EP, op aanbeveling van de Raad;

C) de interne accountant van de Commissie onderzoekt het gevoerde financiële beheer. Dit omvat onder meer controle op de administratieve organisatie en bijbehorende aspecten binnen de organen;

D) alle boekhoudregels die voor de Commissie gelden, zijn eveneens van toepassing op de communautaire organen om consolidatie in de algemene begroting van de EU mogelijk te maken;

E) de personeelsformatie van deze communautaire organen wordt door EP en Raad in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure vastgesteld;

F) de communautaire organen mogen geen leningen aangaan, zoals ook van toepassing op de instellingen van de Europese Unie.

Rechtsbasis van het voorstel: Art 185 van het Financieel Reglement

Comitologie: N.v.t.

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

N.v.t., het betreft een interne regeling.

Nederlandse belangen:

Toepassing van het nieuwe Financieel Reglement is van groot belang. Voor de communautaire organen onstaat nu een uniforme set aan regels waardoor controle door de Commissie eenvoudiger wordt.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG): Geen

Rol EP in de besluitvormingsprocedure: adviesrecht

Fiche 2: Beschikkingen genetisch gemodificeerde organismen (GGO)

Titel:

a) Doc. 10791/02: Voorstel voor een beschikking van de Raad tot vaststelling, van richtsnoeren in aanvulling op annex VII van Richtlijn 2001/18 van het Europees Parlement en de Raad, inzake introductie in het milieu van genetisch gemodificeerde organismen en intrekking van Richtlijn 90/220/EEC van de Raad (Monitoring richtsnoer);

b) Doc. 10792/02: Voorstel voor een beschikking van de Raad tot vaststelling, overeenkomstig Richtlijn 2001/18 van het Europees Parlement en de Raad, van het model voor de samenvatting van het informatie dossier voor kennisgevingen inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu voor andere doeleinden dan het op de markt brengen ervan (SNIF B);

c) Doc. 10789/02: Voorstel voor een beschikking van de Raad tot vaststelling, overeenkomstig Richtlijn 2001/18 van het Europees Parlement en de Raad, van het model voor de samenvatting van het informatie dossier voor kennisgevingen inzake het op de markt brengen van genetisch gemodificeerde organismen als of in producten (SNIF C);

Monitoring SNIF B SNIF C


Datum Raadsdocument: 09 juli 200209 juli 2002 09 juli 2002
nr. Raadsdocument: 10791/02 10792/02 10789/02

nr. Commissiedocument: COM(2002)359 def. COM(2002)361 def COM(2002)362 def

Eerstverantwoordelijke ministerie: VROM i.o.m. EZ, LNV, VWS, OCW

Behandelingstraject in Brussel:

Documenten zijn in behandeling geweest in het Regelgevend Comité van Richtlijn 2001/18, waar geen overeenstemming kon worden bereikt. De documenten worden nu via de raadswerkgroep milieu aan de Milieuraad van 17 oktober aangeboden, aangezien de documenten voor het in werking treden van Richtlijn 2001/18 (17/10/02) gefinaliseerd zouden moeten zijn.

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): geen

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:


· SNIF B en SNIF C: De voorstellen bevatten een kennisgevingsformulier waarmee activiteiten met betrekking tot resp. veldproeven en markttoelatingen bij de Commissie gemeld moeten worden.


· Richtsnoer monitoring: Het voorstel omvat een nadere invulling van annex VII van 2001/18 die richting moet geven aan enerzijds aanvrager en anderzijds nationale overheden voor de invulling van resp. het monitoringsplan en de monitoringsverplichting die aan goedkeuringen van GGO-handelingen worden verbonden. In het voorstel wordt onderscheid gemaakt tussen specifieke en algemene monitoring. Specifieke monitoring houdt in dat gemonitored wordt op aspecten die gerelateerd zijn aan de genetische modificatie. Algemene monitoring omvat monitoring van algemene onverwachte effecten van GGO-gewassen op mens en milieu.

Rechtsbasis van het voorstel:

Regelgevingsprocedure met gekwalificeerde meerderheid.

Richtsnoer monitoring: bijlage VII, eerste alinea, van Richtlijn 2001/18 .

SNIF B: art.11, eerste lid, van Richtlijn 2001/18.

SNIF C: art.13, tweede lid, onder h, van Richtlijn 2001/18

Comitologie: N.v.t.

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

Positief. De voorstellen geven een verdere invulling aan annex VII van 2001/18 en formulieren voor het doen van notificaties aan de Cie m.b.t. introductie van GGO's of toelating van GGO's op de markt.

Nederlandse belangen:

Nederland heeft belang bij geharmoniseerde notificatieformulieren voor de introductie van GGO's en de toelating van GGO's op de markt. Hierdoor wordt het eenvoudiger benodigde informatie in de formulieren terug te vinden.

Nederland heeft belang bij de Richtsnoer monitoring omdat elke lidstaat bij het volgen van de Europese toelatingsprocedure moet kunnen beoordelen of de aanvragen aan de Europees afgesproken norm voldoen.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG)

Alle drie de richtsnoeren zullen worden gebruikt bij de uitvoering van de regelgeving inzake genetisch gemodificeerde organismen.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure:

Het EP wordt door de Commissie op de hoogte gebracht van de voorstellen. Indien het EP van mening is dat een voorstel dat de Commissie op grond van een volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag aangenomen basisbesluit heeft ingediend, de uitvoeringsbevoegdheden waarin het basisbesluit voorziet overschrijdt, brengt het de Raad van zijn standpunt op de hoogte.

Fiche 3: Mededeling Clearing en afwikkeling

Titel:

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement "Clearing en afwikkeling in de Europese Unie, Belangrijke beleidsvraagstukken en toekomstige uitdagingen" 28.05.2002


Datum Raadsdocument: 10 juni 2002

nr. Raadsdocument: n.v.t. 9807/02

nr. Commissiedocument: COM(2002)257 def

Eerstverantwoordelijke ministerie: FIN i.o.m. JUST

Behandelingstraject in Brussel:

Omstreeks eind 2002 zal de Commissie een document publiceren waarin een overzicht wordt gegeven van de resultaten van de beleidsevaluatie en de raadpleging. Tevens worden hierin de voorgenomen initiatieven uiteengezet

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): N.v.t.

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel

Efficiënte grensoverschrijdende clearing en afwikkeling van effectentransacties is noodzakelijk om optimaal te kunnen profiteren van de interne markt voor financiële diensten. Clearing is het na de handel vereffenen van schulden en vorderingen tussen effecteninstellingen, uitmondend in saldo's (netto vorderingen of netto betalingen). Afwikkeling is de levering en betaling van de nettoposities in effecten die uit de clearing voortvloeien. De Commissie heeft hiertoe twee beleidsdoelstellingen vastgesteld. De eerste doelstelling betreft opheffing van alle belemmeringen in de vorm van nationale verschillen in technische vereisten/marktpraktijken, belastingprocedures en effectenwetgeving, welke de afhandeling van grensoverschrijdende transacties in de weg staan. De tweede doelstelling is gericht op bestrijding van concurrentieverstoringen of ongelijke behandeling van instellingen die vergelijkbare clearing- en afwikkelingsactiviteiten ontplooien. Deze laatste doelstelling moet bereikt worden door enerzijds gelijke toegangsrechten voor financiële instellingen tot de systemen (door het harmoniseren van toezichtsregels) en anderzijds de toepassing van de mededingingsregels. Naast geïntegreerde en concurrerende EU-clearing- en afwikkelingsregelingen moet volgens de Commissie een adequaat toezicht- en regelgevingskader voor de verrichter van clearing- en afwikkelingsdiensten worden bereikt. Het initiatief van de effectentoezichthouders en de centrale banken om gemeenschappelijke normen uit te werken, wordt door de Commissie als complementair beschouwd.

Rechtsbasis van het voorstel: n.v.t., het betreft een mededeling

Comitologie: n.v.t.

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering: n.v.t, het betreft een mededeling

Nederlandse belangen:

Het Europese beleid op het gebied van clearing en afwikkeling (settlement) is voor de Nederlandse financiële instellingen en beleggers van groot belang. Euronext heeft de clearing van transacties reeds geïntegreerd. De centrale clearing van Euronext-transacties wordt door het Franse Clearnet verzorgd voor Nederlandse klanten (clearingmembers). De settlement van alle Euronext-transacties zal op termijn ook worden geïntegreerd in één platvorm. De centrale settlement wordt vooralsnog verzorgd door het in Nederland gevestigde Necigef (centraal effectenbewaarbedrijf) voor Nederlandse klanten (aangesloten instellingen). Voor Nederlandse instellingen die clearing- en settlementactiviteiten verrichten evenals voor de Nederlandse beleggers is een efficiënte afwikkeling belangrijk. De voornemens van de Commissie kunnen hier aan bijdragen. Bij de settlement is de juridische bescherming van de Nederlandse beleggers in het geding.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG): N.v.t

Rol EP in de besluitvormingsprocedure: N.v.t. De mededeling is het EP ter informatie toegegaan.

Fiche 4: Mededeling diensten van algemeen economisch belang

Titel:

Mededeling van de Commissie - Methodologische nota voor de horizontale evaluatie van diensten van algemeen economisch belang.


Datum Raadsdocument: 28 juli 2002

nr. Raadsdocument: 10387/02

nr. Commissiedocument: COM(2002)331 def.

Behandelingstraject in Brussel:

De mededeling is aan de Raad aangeboden tijdens Europese Raad van Sevilla (21-06-2002).

Eerstverantwoordelijke ministerie: EZ i.o.m. V&W, VROM, SZW, OCW, BZ, VWS

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar):

MEUR5,07 in de periode 2003-2007 voor uitvoering van de voorgestelde evaluatie

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

In haar verslag aan de Europese Raad (ER) van Laken heeft de Commissie een strategie bepaald voor de evaluatie van de prestaties van de diensten van algemeen economisch belang (DAEB) . Een onderdeel hiervan is de jaarlijkse horizontale evaluatie van de diensten in het kader van het Cardiff proces. De ER van Laken, de Raad "Interne markt, Consumentenzaken en Toerisme", de ER van Barcelona en het EP hebben de Commissie verzocht een methodologie voor evaluatie van DAEB voor te leggen en regelmatig evaluaties van deze diensten te verrichten. Met deze mededeling wordt aan die verzoeken gevolg gegeven.

Door de jaarlijkse evaluatie zal beter inzicht worden verkregen in de prestaties van de uitgekozen diensten van algemeen economisch belang. Er zal onder meer gemeten kunnen worden of de politieke doelen van de DAEB worden behaald. (De lidstaten hebben middels het Verdrag zelf de vrijheid de publieke doelen te formuleren. Te denken valt aan eisen voor toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit). Op basis van deze gegevens kunnen de lidstaten van elkaar leren.

Volgens de mededeling zullen de evaluaties op de volgende drie vragen zijn gericht:


· Hoe is de concurrentie in deze industrieën geëvolueerd en, met name, hoe belangrijk was de invloed van het proces van marktopenstelling op deze veranderingen?


· Hebben deze veranderingen een invloed op de marktprestaties gehad?

· Hoe hebben de gebruikers deze veranderingen waargenomen?
Voor de beantwoording van de laatste vraag zal regelmatig opinieonderzoek onder burgers plaatsvinden naar de prestaties van deze sectoren en het effect van de liberalisatie van DAEB.

In de bijlage van de mededeling wordt aangegeven welke sectoren onderzocht worden en welke indicatoren hiervoor gebruikt zullen worden. Het gaat om de volgende sectoren die onderzocht zullen worden: luchtvervoer, lokaal en regionaal openbaar vervoer, elektriciteit, gas, postdiensten, spoorwegvervoer en telecommunicatie.

De Commissie zal vanaf het najaar 2003 de evaluatie publiceren. Op basis van toekomstige ervaringen zal de toegepaste methodologie verder ontwikkeld worden. In 2006 zal er een uitgebreidere beoordeling worden verricht om te bekijken of de methodiek aan de doelstellingen beantwoordt.

In het kader van de DAEB heeft de Commissie beloofd de komende tijd nog twee rapporten te publiceren: een rapport over de wenselijkheid van een eventuele kaderrichtlijn voor DAEB en een rapport met richtsnoeren voor staatssteun. Deze beide rapporten zijn voor de toekomst van DAEB van groter belang, aangezien een richtlijn de Verdragssystematiek t.a.v. DAEB kan wijzigen.

Rechtsbasis van het voorstel: N.v.t., betreft een mededeling

Comitologie: N.v.t.

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

Subsidiariteit/ Proportionaliteit

De methodologie is vooral gericht op de communautaire dimensies van de prestaties van DAEB. De aandacht gaat vooral uit naar het effect op de integratie en werking van de interne markt.

Dit raakt dan ook niet aan de bevoegdheid van de lidstaten om de specifieke prestatieverplichtingen voor DAB vast te stellen en er op toe te zien dat deze verplichtingen nageleefd worden.

De lidstaten zullen waar mogelijk zelf de gegevens voor de evaluatie aandragen.

Nederlandse belangen:

Het verzekeren van een hoog niveau van diensten van algemeen (economisch) belang. Door op Europese schaal de prestaties van deze diensten te meten en te vergelijken, kan men leren van fouten en 'best practices'. De Europese integratie kan bevorderd worden indien inzichten uit de evaluatie de hervorming en openstelling van nu nog gesloten markten versnelt . Hierdoor krijgen bedrijven meer ruimte om op nieuwe markten te opereren en de consumenten meer keuzevrijheid.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG) N.v.t.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure:

Geen, betreft een mededeling van de Commissie die het EP ter informatie is toegegaan.

Fiche 5: Mededeling sociale dialoog

Titel:

Mededeling van de Commissie: De Europese Sociale Dialoog, een kracht voor modernisering en verandering. Voorstel voor een besluit van de Raad tot instelling van een tripartiete top voor groei en werkgelegenheid


Datum Raadsdocument: 2 juli 2002

Nummer Raadsdocument: 10564/02

Nummer Commissiedocument: COM(2002) 341 def

Eerst verantwoordelijke ministerie: SZW i.o.m. VWS, OCW, EZ, BZK, BZ

Behandelingstraject in Brussel:

Het besluit zal worden behandeld in de Raadswerkgroep voor sociale vraagstukken en zal naar verwachting worden aangenomen in de Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal beleid op 7 en 8 oktober 2002 .

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): n.v..t

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

Ter voorbereiding van de Europese Raad (ER) in Laken hebben sociale partners op 7 december 2001 een gezamenlijke verklaring opgesteld, waarin werd gepleit voor hervorming van de Europese Sociale Dialoog (ESD). De dialoog, die nu is verdeeld over diverse overleggremia, zou moeten worden overkoepeld door één tripartiet overlegcomité. Naar aanleiding van deze verklaring heeft de Europese Commissie (EC) een ontwerpbesluit gepubliceerd inzake de instelling van een 'Top voor groei en werkgelegenheid', dat het gespreksforum moet worden voor overheid en sociale partners op Europees niveau. Het nieuwe overlegcomité zal in de plaats komen van het Permanent Comité voor Arbeidsmarktvraagstukken (PCA). Belangrijkste doel van de toekomstige topontmoetingen is de sociale partners op EU-niveau intensiever te betrekken bij de uitvoering van de Lissabon-strategie.

Rechtsbasis voor het voorstel: Artikel 202 EG-verdrag.

Comitologie: N.v.t.

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

N.v.t.. Er worden geen bevoegdheden overgedragen.

Tijdens de Europese Raden van Laken en Barcelona, en de daaraan voorafgaande sociale topconferenties, hebben de staatshoofden en regeringsleiders, de sociale partners en de Commissie de belangrijke rol van de sociale dialoog - op alle niveaus - bij het bevorderen van modernisering en verandering binnen de EU en in de kandidaat-landen benadrukt. In de Mededeling 'De Europese Sociale Dialoog, een kracht voor modernisering en verandering', werkt de Commissie haar visie op de toekomst van de sociale dialoog verder uit. Onderdeel daarvan is de instelling van een nieuwe tripartiet overlegcomité, de zogeheten 'Top voor groei en werkgelegenheid'.

Nederlandse belangen:

Om de doelstellingen die in het kader van de Lissabon-strategie voor Nederland zijn geformuleerd te kunnen realiseren, is medewerking van sociale partners onontbeerlijk. Het is in het belang van Nederland om op Europees niveau een eenduidig aanspreekpunt te realiseren.

Nederland heeft belang bij een grotere betrokkenheid van sociale partners bij de totstandkoming en uitvoering van Europees sociaal beleid, in het bijzonder van de Lissabon-strategie. Uitgangspunt bij de vormgeving van die betrokkenheid is dat de verantwoordelijkheden van overheden en sociale partners helder onderscheiden dienen te worden. Overheden en sociale partners kunnen elkaar geen opdrachten geven en zij dienen elkaars autonomie te respecteren. Wel kunnen - en moeten - zij elkaar over en weer aanspreken op elkaars verantwoordelijkheden. Meting van beleidsresultaten en vergelijking van beleid staan centraal in de Lissabon-strategie en de daarbij toegepaste open coördinatiemethode. Oók voor de inspanningen van sociale partners geldt dat de resultaten in de toekomst beter meetbaar gemaakt zullen moeten worden.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG) n.v.t.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure:

Geen. De mededeling is het EP ter informatie toegegaan.

Fiche 6: Mededeling sociale verantwoordelijkheid van bedrijven ('MVO')

Titel:

Mededeling van de Commissie over de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven: een bijdrage van het bedrijfsleven aan duurzame ontwikkeling


Datum Raadsdocument: 8 juli 2002

nr. Raadsdocument: 10735/02

nr. Commissiedocument: COM(2002) 347 def.

Eerstverantwoordelijk Ministerie: EZ i.o.m. SZW, VROM, LNV, BZK

Behandelingstraject in Brussel: Raadswerkgroep voor Sociale Zaken

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): N.v.t.

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

In juli 2001 presenteerde de Commissie het Groenboek 'De bevordering van een Europees kader voor de maatschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven' met een tweeledig doel:


1. een debat op EU-niveau over dit vraagstuk op gang brengen, en


2. inventarisatie van Europese samenwerkingsmogelijkheden ter bevordering van de maatschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven.

De mededeling ligt in het verlengde van het Groenboek. De resultaten van de inventarisatie worden samengevat. Vervolgens licht de Commissie haar visie op het belang en de verschillende aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) toe. Bijzondere aandacht krijgen knelpunten bij het integreren van MVO-beginselen in bedrijfsstrategieën. Dit brengt de Commissie tot voorstellen voor een Europese strategie voor de bevordering van MVO bestaande uit


- bevordering van de kennis van positieve gevolgen van MVO voor het bedrijfsleven


- uitwisseling van ervaringen en goede praktijken inzake MVO tussen bedrijven


- bevordering van MVO managementcapaciteiten


- bevordering van MVO onder het MKB


- facilitering van convergentie en transparantie van MVO praktijken en instrumenten


- oprichting van een 'EU Multi-Stakeholder Forum' inzake MVO. (De Commissie streeft ernaar dat het EU Multi-Stakeholderforum zo mogelijk vóór medio 2004 komt met een aantal gemeenschappelijke richtsnoeren)


- integratie van MVO in het beleid van de Gemeenschap op terreinen als werkgelegenheid en sociale zaken, ondernemingen, milieu, consumentenzaken, overheidsopdrachten en externe betrekkingen, incl. ontwikkeling en handel.

Rechtsbasis van het voorstel: N.v.t., het betreft een mededeling.

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

Uit oogpunt van subsidiariteit kan het voorstel om een EU-strategie te ontwikkelen positief worden beoordeeld. Er zijn knelpunten bij de bevordering van MVO die in aanvulling van nationale initiatieven een aanpak op EU-niveau rechtvaardigen.

Uit oogpunt van proportionaliteit is de beoordeling op zich eveneens positief. De meeste voorstellen sluiten aan bij activiteiten en instrumenten die reeds op EU-niveau bestaan (bijv. Communautaire Kaderprogramma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratieactiviteiten; Europees Sociaal Fonds). Een noviteit is de beoogde oprichting van een EU 'Multi-Stakeholder Forum' inzake MVO onder voorzitterschap van de Commissie en met deelname van ongeveer 40 representatieve instanties van werkgevers, werknemers, consumenten en NGO's. Uit oogpunt van Europees draagvlak en samenwerking m.b.t. MVO kan dit initiatief worden ondersteund, zij het dat de taken en bezetting van dit Forum een nadere kritische beoordeling behoeft.

Nederlandse belangen

Het bevorderen van MVO (nationaal en internationaal) is een prioriteit van de Nederlandse regering, zowel uit oogpunt van duurzame ontwikkeling en bevordering van respect voor mensenrechten als uit oogpunt van bedrijfsinnovatie en het bevorderen van een gelijk internationaal speelveld voor bedrijven.

Consequenties voor de nationale regelgeving / beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO / VNG): Vooralsnog niet aanwezig.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure:

N.v.t., het betreft een mededeling die het EP ter informatie is toegegaan

Fiche 7: Mededeling verzekeringen in de luchtvervoersector

Titel:

Mededeling van de Commissie inzake verzekeringen in de luchtvervoersector na de terroristische aanslagen op 11 september 2001 in de Verenigde Staten


Datum Raadsdocument: 9 juli 2002

nr. Raadsdocument: 10978/02

nr. Commissiedocument: COM(2002)320 def

Eerstverantwoordelijke ministerie: V&W i.o.m. FIN, EZ

Behandelingstraject in Brussel:

De kwestie van molestaansprakelijkheidsrisico's in de luchtvaart wordt regelmatig besproken in de ambtelijke 'ad hoc groep insurance' in Brussel en zal ook aan de orde komen in de komende Transportraad van 3 oktober 2002 en de Ecofin Raad van 8 oktober 2002.

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): geen

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

Deze mededeling heeft betrekking op het wegvallen van de dekking voor oorlogs- en terrorismerisico's m.b.t. aansprakelijkheidsverzekeringen op de commerciële markt na de aanslagen van 11 sept. 2001 en de tijdelijke overname van die risico's door de overheden. Beschreven worden marktontwikkelingen en de voorbereiding voor meer structurele oplossingen in de vorm van wederzijdse fondsen met overheidsbetrokkenheid, in de EU-, VS- en ICAO-kader. In de mededeling worden nog geen conclusies getrokken over de te prefereren oplossing voor de lange termijn. Aangekondigd wordt dat de Commissie aan de Transportraad van oktober een analyse zal voorleggen.

Rechtsbasis van het voorstel: n.v.t.

Comitologie: n.v.t

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

Subsidiariteit: Bespreking van dit probleem op EU niveau is wenselijk omdat alle EU luchtvaartondernemingen (airlines, maar ook luchthavens en serviceproviders) met opzegging van terrorismerisico t.a.v. aansprakelijkheid zijn geconfronteerd. Met het oog op een level playing field is actie/afstemming op EU niveau wenselijk. Op mondiaal niveau speelt de mogelijke vorming van een ICAO-fonds. Afstemming in EU kader t.a.v. de in ICAO te volgen koers is eveneens wenselijk.

Proportionaliteit: de commerciële verzekeringsmarkt voor terrorisme risico m.b.t. aansprakelijkheid die na 11 september 2001 wegviel, is nog steeds onvoldoende hersteld om overheidsbetrokkenheid per direct te beëindigen luchtvaartmaatschappijen kunnen (tegen hoge kosten) over het algemeen weer dekking op de markt krijgen, maar dat geldt niet voor veel andere partijen in de luchtvaartketen, zoals afhandelingsbedrijven en beveiliging. Het streven is om die overheidsbetrokkenheid zo snel mogelijk af te bouwen.

Nederlandse belangen:

Om de continuïteit van de luchtvaart te waarborgen werd het noodzakelijk tijdelijk overheidsdekking voor molestrisico m.b.t. aansprakelijk jegens derden te bieden.

Uitgangspunt voor Nederland en de meeste andere EU-lidstaten is dat de overheidsdekking en betrokkenheid zo snel mogelijk moet worden afgebouwd en terugkeer naar de markt wordt gestimuleerd.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG)

N.v.t.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure:

n.v.t., het betreft een mededeling die het EP ter informatie is toegegaan.

Fiche 8: Verordening solidariteitsfonds

Titel:

Voorstel voor een verordening voor het instellen van een Europees solidariteitsfonds.

datum Raadsdocument : 20 september 2002

nr. Raadsdocument: 12157/02

nr. Commissiedocument: COM(2002)514 def

Eerstverantwoordelijke ministerie: FIN i.o.m. BZ, BZK, V&W

Behandelingstraject in Brussel: Groep Financiële Raden, Coreper, RAZEB (30 sept.)

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar):

Het voorstel behelst in feite twee zaken. Ten eerste wordt de mogelijkheid geboden aan de door de overstromingen in midden-Europa getroffen lidstaten om binnen de hen al toegewezen middelen voor structuurfondsen een herschikking aan te brengen ten gunste van de getroffen regio's. Hiermee zijn geen extra middelen gemoeid, maar dit kan wel leiden tot een lagere onderuitputting van de EU-begroting in 2002 en 2003, en daarmee mogelijk tot een lagere afdrachtenmeevaller voor de lidstaten. Ten tweede, en dit wordt voorgesteld in document 514, stelt de Commissie voor om een solidariteitsfonds te creëren met een omvang van EUR 1 miljard. Het fonds komt bovenop de Financiële Perspectieven.

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

Het voorstel betreft een Europees solidariteitsfonds met als doel om in geval van een natuur-, technologische of milieuramp van grote omvang de meest dringende noden te kunnen lenigen. Het fonds is beschikbaar voor lidstaten en kandidaat-lidstaten waarmee toetredingsonderhandelingen gaande zijn. Het doel van het fonds is het beschikbaar stellen van geld voor het nemen van maatregelen om bepaalde infrastructuur te herstellen, tijdelijke opvang op te zetten, het voorkomen van verdere schade en het 'opruimen' van getroffen natuurgebieden. De achterliggende gedachte is dat zo snel mogelijk weer normale levensomstandigheden worden gecreëerd.

De door de Commissie voorgestelde minimumomvang van de ramp is 0,5% van het BNP van de getroffen (kandidaat)lidstaat of EUR 1 miljard.

Rechtsbasis van het voorstel: art. 308 en 159(3) EG-Verdrag.

Comitologie: n.v.t.

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

De subsidiariteit is gelegen in de omvang van de ramp die binnen nationale begrotingen niet normaal is op te vangen, waardoor Europese solidariteit op zijn plaats zou zijn. Het gaat dus eerder om solidariteit dan subsidiariteit. Zuiver gezien kunnen vraagtekens worden gezet bij de subsidiariteit.

Nederlandse belangen:

Nederland heeft weinig belang bij dit fonds. Uiteraard kan het zo zijn dat ook Nederland getroffen wordt door een ramp die een beroep op dit fonds mogelijk maakt, maar in de praktijk zal Nederland vooral gaan bijdragen aan het bestrijden van rampen in andere (kandidaat-)lidstaten. Als één of meer lidstaten worden getroffen door een grote ramp is solidariteit tussen lidstaten op zijn plaats (zo heeft Nederland ook bilaterale steun aan de door de overstromingen getroffen landen aangeboden). Het instellen van een fonds is echter een structurele oplossing zoeken voor incidentele problemen. Dit leidt ertoe dat er een pot met geld wordt gecreëerd op zoek naar bestedingsmogelijkheden. In het Commissievoorstel wordt een ramp bijvoorbeeld al ruim gedefinieerd en is de minimumomvang van de schade dusdanig dat iets al snel een ramp is. Dit leidt ertoe dat Nederland in de praktijk jaarlijks zal gaan bijdragen in de kosten van "rampen" in andere lidstaten.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG) N.v.t.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure: adviesrecht (art. 308)


Kenmerk DIE-473/02

Blad /1
Diensten van algemeen belang zijn diensten, die verschillen van normale marktgegenereerde diensten in die zin dat zij naar mening van de overheid aangeboden dienen te worden, ook als er onvoldoende incentive vanuit de markt zou bestaan. De toevoeging "economisch" duidt op de eventuele verhandelbaarheid van de dienst

===