Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van het kamerlid Arib over de behandeling van kinderen in de jeugdpsychiatrie (2020300330)

---
Vraag 1.
Hebt u kennis genomen van het artikel waarin gesteld wordt dat de psychiatrie meer moet doen voor kinderen met een psychische stoornis?
Antwoord
Ja.
Vraag 2.
Klopt het dat de jeugdpsychiatrie onvoldoende te bieden heeft aan kinderen met psychiatri-sche aandoeningen zoals ADHD, autisme, schizofrenie enz? Zo ja, wat is de verklaring hier-voor? Wat gaat u doen om deze situatie te verbeteren?
Antwoord
De kinder- en jeugdpsychiatrie biedt wel behandelmogelijkheden voor kinderen en jeugdigen met ADHD, autisme en andere chronische psychiatrische problemen, maar is nog onvoldoen-de ingericht op zorg voor kinderen met chronische klachten. Om die reden heeft mijn voor-gangster in 2000 GGZ Nederland gevraagd een Stuurgroep 1 'Chroniciteit in de kinder- en jeugdpsychiatrie' in het leven te roepen voor een periode van vier jaar, met als doel de zorg voor de kinderen en jeugdigen met chronische psychiatrische problematiek beter af te stem-men op de doelgroep. In deze stuurgroep zitten naast vertegenwoordigers van instellingen, ook vertegenwoordigers van ouders.
Het rapport van Prismant, waar het artikel betrekking op heeft, is in opdracht van de Stuur-groep uitgevoerd en is bedoeld om inzicht te krijgen in de omvang van de doelgroep, de aard van de problematiek en over welke vormen van hulp het beste aansluiten bij de doelgroep. Dit onderzoek is noodzakelijk om te weten wat er precies nodig is. Daarnaast zijn er in twee jaar tijd meer dan 120 plaatsen logeeropvang bijgekomen, met zeer veel inspanningen van ouders en instellingen. Daarvoor is in de periode 2000-2002 ¤ 4.537802,-- beschikbaar gesteld. Ook wordt er gebruik gemaakt van wachtlijstmiddelen voor uitbreiding van de logeeropvang.
Vraag 3.
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat deze kwetsbare groep kinderen niet adequaat kan worden behandeld?
Antwoord
Ja. Dat is ook de reden dat het bovengenoemde traject in gang is gezet en wordt onder-steund. 1 De naam van de Stuurgroep is inmiddels gewijzigd in Stuurgroep 'Kinderen en jeugdigen met een psychiatrische handicap'.2
Vraag 4.
Klopt het dat er slechts enkele tientallen plaatsen voor jongeren in beschermende woonvor-men zijn, terwijl naar schatting bij 300 kinderen tot en met 18 jaar daar behoefte aan is? Kunt u een overzicht geven van het aantal beschikbare plaatsen en het aantal plaatsen dat nodig is?
Antwoord
Er zijn thans 86 plaatsen voor jongeren in beschermende woonvormen, terwijl in het rapport van Prismant een schatting wordt genoemd van ongeveer 300 kinderen tot en met 18 jaar. Het rapport van Prismant was erop gericht inzicht te krijgen wat er nodig is voor deze doel-groep. De Stuurgroep maakt op basis van dit rapport een voorstel waarbij ook het benodigde aanbod beschermd wonen voor kinderen en jeugdigen betrokken zal worden. Vraag 5.
Deelt u de mening dat het ontbreken van een adequate opvang bij deze groep kinderen verre-gaande gevolgen kan hebben voor hun verdere ontwikkeling en maatschappelijke participatie? Zo ja, bent u bereid voorwaarden en middelen beschikbaar te stellen t.b.v. deze groep? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Ja, ik deel deze mening. Ik ondersteun dan ook het ingezette traject. Ten aanzien van het beschikbaar stellen van middelen merk ik op dat ik in de Zorgnota 2003 heb aangegeven dat per 1 januari 2003 ook voor de GGZ de mogelijkheid zal bestaan om alle verzekeringsaanspraken te honoreren.
In het artikel wordt overigens door GGZ Nederland aangegeven dat een landelijk dekkend hulpaanbod niet per definitie meer hoeft te kosten. Het gaat er vooral om dat de jeugd-GGZ alle zorg levert die nodig is voor kinderen met een psychiatrische aandoening zowel gericht op behandeling en herstel als op begeleiding bij chroniciteit. Voor de ontwikkeling van de logeeropvang zijn extra middelen ter beschikking gesteld. Voor het snel realiseren van deze nieuwe voorziening zijn afspraken gemaakt met het College bouw ziekenhuisvoorzieningen over verkorte procedures in het kader van de Wet ziekenhuisvoorzie-ningen. Vraag 6.
Deelt u de conclusies en aanbevelingen uit het rapport "kinderen en jeugdigen met chronisch psychiatrische problematiek' dat in opdracht van GGZ Nederland en onderzoeksinstituut Prismant is opgesteld? Zo ja, wat gaat u met deze aanbevelingen doen? Antwoord
Ik deel de conclusies uit het rapport. Op basis van onder meer de conclusies en aanbevelingen uit het rapport van Prismant wordt door de Stuurgroep een voorstel voorbereid voor een re-gionaal zorgprogramma voor kinderen en jeugdigen met een psychiatrische handicap. Dit voorstel zal, naast een inhoudelijke beschrijving van een regionaal zorgprogramma, een plan.3 van aanpak bevatten voor de implementatie, waarvoor de instellingen zelf de verantwoorde-lijkheid zullen nemen.
Ik verwacht dit voorstel op korte termijn.