Constante zorg mensenrechten Egypte
Buitenland en defensie
Boris Dittrich
02-10-2002 - Er moet een einde komen aan de voortdurende schending van
mensenrechten in Egypte en de bedreiging van homoseksuelen in dat
land, aldus D66-woordvoerder Boris Dittrich. De Europees mediterrane
Overeenkomst met Egypte, die 3 oktober in de Kamer wordt besproken,
biedt aanknopingspunten om druk uit te oefenen op dat land om de
mensenrechtensituatie te verbeteren. D66 dient daartoe een motie in.
Vorig jaar zijn 52 homoseksuele mannen in Egypte opgepakt en nog altijd hangt hen een jarenlange gevangenisstraf boven het hoofd. Ondertussen hebben nieuwe arrestaties plaatsgevonden en worden homoseksuele jongeren in Egypte van school getrapt. De arrestaties zijn exemplarisch voor de mensenrechtensituatie in Egypte, waar beperkingen van de vrijheid van godsdienst, de vrijheid van meningsuiting en marteling aan de orde van de dag zijn; met als tragisch dieptepunt de veroordeling van mensenrechtenactivist Saad Iddin Ibrahim tot zeven jaar cel met dwangarbeid, stelt Dittrich.
Donderdag spreekt de Kamer met het kabinet over de goedkeuring van de
Europees-mediterrane Overeenkomst met Egypte. Die overeenkomst biedt
een scala aan mogelijkheden om druk op de Egyptische regering uit te
oefenen om de situatie van de mensenrechten en de positie van
homoseksuelen te verbeteren. D66 wil dat de regering de
sanctiemogelijkheden van het verdrag ook daadwerkelijk gebruikt en zal
daartoe een motie indienen. D66 vindt dat de overeenkomst niet zonder
meer kan worden geratificeerd. Eerder bood D66 samen met COC Nederland
en Freegay duizenden handtekeningen aan de Egyptische ambassadeur aan
voor vrijlating van de 52 homoseksuele mannen. Boris Dittrich stelde
Kamervragen over hun arrestatie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de situatie van de mensenrechten in Egypte in het
geding is, zoals blijkt uit de veroordeling van
mensenrechtenactivisten, martelingen en beperkingen van de vrijheid
van godsdienst en de vrijheid van meningsuiting;
overwegende dat de positie van homoseksuelen in Egypte in het geding is, zoals blijkt uit de processen tegen 52 veronderstelde homoseksuelen, recente arrestaties van veronderstelde homoseksuelen en schorsingen van veronderstelde homoseksuele scholieren;
verzoekt de regering bij de uitvoering van de Europees-mediterrane
Overeenkomst
met Egypte voortdurend bijzondere aandacht te besteden aan de situatie
van de mensenrechten en de positie van homoseksuelen in Egypte, die
situatie steeds te betrekken bij de politieke dialoog als bedoeld in
artikel 3 van de Overeenkomst, bij voortduring van de hierboven
bedoelde situatie een passende maatregel als bedoeld in artikel 86 van
de overeenkomst te treffen en van haar inspanningen op dit gebied
periodiek verslag te doen aan de Kamer;
en gaat over tot de orde van de dag.