Persbericht
Drechtstedenbestuur formuleert visie op mobiliteit
Op 3 oktober neemt de commissie Verkeer en Vervoer van de Drechtsteden een besluit over het Mobiliteitsplan en over de Kadernota Hoogwaardig Openbaar Vervoer Drechtsteden. Vervolgens worden de plannen op 17 oktober voorgelegd aan het Drechtstedenbestuur. Het Mobiliteitsplan beschrijft de gewenste ontwikkeling op het gebied van personen en goederenvervoer in de regio tot 2010. Belangrijke uitgangspunten daarbij zijn de positie van de Drechtsteden ten opzichte van de Deltametropool en de bereikbaarheid van de Drechtsteden.
Het Mobiliteitsplan kent prioriteit toe aan de fiets en openbaar
vervoer.
De Drechtsteden zien de mobiliteit de komende jaren verder groeien. Om
in de daarvoor benodigde infrastructurele capaciteit te kunnen
voorzien zetten de Drechtsteden in op een betere benutting van de
huidige infrastructuur. Aangezien het netwerk in de Drechtsteden
bestaat uit regionale maar vooral ook rijkswegen is een gezamenlijke
aanpak van rijk en gemeenten noodzakelijk. Alternatieve vervoerwijzen
worden bij voorrang ontwikkeld. De fiets- en openbaar-vervoernetwerken
over weg en water krijgen daartoe een hoogwaardige vorm.
Goederenvervoer
Veiligheid en gezondheid zijn naast bereikbaarheid de belangrijke
ambities van de Drechtsteden ten aanzien van verkeer en vervoer. Voor
het goederenvervoer zet de regio voor de langere termijn in op
alternatieve routes voor internationaal verkeer over de weg en over
het spoor. Dit geldt zeker voor het vervoer van gevaarlijke stoffen
waarvoor in de Drechtsteden geen ruimte is. Geen ruimte in termen van
de capaciteit van het netwerk en niet wat betreft de milieucapaciteit.
De voorkeur gaat uit naar het gebruik van routes buiten het stedelijk
gebied om. Ook wordt ingezet op verschuiving van het goederenvervoer
van de weg naar het water.
Kadernota Hoogwaardig Openbaar Vervoer
Tegelijkertijd met het mobiliteitsplan hebben de Drechtsteden een plan
opgesteld voor de ontwikkeling van Hoogwaardige Openbaar Vervoer. Dit
plan vloeit voort uit de visie op mobiliteit. Het gaat hierbij om
aansluiting en verbetering van de verbindingen met de omliggende
regio's en het opzetten van een bussysteem binnen de regio (HOV-D). In
de kadernota worden de tracés voor spoor en bus vastgesteld.
Conclusie is dat de Drechtsteden moeten deelnemen in de ontwikkeling
van het Zuidvleugelnet (spoorlijnen Dordrecht -Leiden, Rotterdam -
Gouda en den Haag - Gouda) en de Merwede - Lingelijn (spoorlijn
Dordrecht - Gorinchem - Geldermalsen). Het aan te leggen regionale
bussysteem sluit aan op de NS-stations Dordrecht en Zwijndrecht. Ook
adviseert de kadernota de mogelijkheid open te houden om de as Hendrik
-Ido-Ambacht - Zwijndrecht - Dordrecht ooit om te bouwen tot een tram-
of metrobaan. Tot slot moet ook het openbaar vervoer over water (Fast
Ferry en Waterbus) verder doorgroeien.
Inspraak
Beide plannen bevinden zich op het niveau van visie en doelstellingen.
De concrete uitvoering zal afhankelijk van de financiering zijn beslag
krijgen in een periode van ongeveer acht jaar. Na vaststelling van de
plannen zijn de gemeenten aan zet. In alle gemeenten van de
Drechtsteden zullen burgers uitgenodigd worden om hun mening over de
plannen te geven. Dit moet in de zomer van volgend jaar leiden tot een
definitieve vaststelling van de plannen door de gezamenlijke
gemeenteraden.
Dordrecht, 30 september 2002