Vlaamse overheid

PERSMEDEDELING VAN HET KABINET VAN MINISTER VERA DUA VLAAMS MINISTER

VAN LEEFMILIEU EN LANDBOUW Woensdag 2 oktober 2002

Dua wil overleg met Frankrijk over PCB-neerslag Menen

De neerslag van dioxine in Vlaanderen is de eerste helft van dit jaar opnieuw gedaald. Dat blijkt uit recente metingen van dioxinedeposities door de Vlaamse Milieumaatschappij. Op twee meetpunten werd nog een verhoogde depositie vastgesteld, namelijk in Hoboken en Olen. Naast dioxinemetingen werd op alle meetplaatsen - en dit voor de eerste maal - ook een meting uitgevoerd naar de PCB-depositie in Vlaanderen. Het gaat om een oriënterend onderzoek, dat het moet mogelijk maken om vanaf 2004 grondig en onderbouwd PCB-depositie te gaan meten. Momenteel werd slechts één (weliswaar de meest toxische) van de 209 PCB- congeneren onderzocht, namelijk PCB 126.

Uit de eerste verkennende resultaten blijkt dat op drie meetposten in Menen veel hogere deposities zijn vastgesteld. Deze meetposten zijn gelegen aan de Leie aan de Franse grens. Vlaams minister Vera Dua heeft in een schrijven haar Franse collega, Minister van Leefmilieu Roselyne Bachelot-Nanquin, uitgenodigd om samen de bronnen van deze verontreiniging op te sporen en aan te pakken.

Dioxines is een verzamelnaam voor zo'n 210 verschillende scheikundige stoffen. 17 van de 210 zijn uiterst giftig. Elk van deze 17 verbindingen heeft een verschillende toxiciteit die omgerekend wordt naar één toxiciteitsequivalent (TEQ).

Bij dioxinedepositiemetingen wordt het neervallend stof opgevangen en geanalyseerd. Depositiemetingen zijn dus niet hetzelfde als emissiemetingen. Deze laatste metingen gebeuren in de schoorsteen en peilen naar de uitstoot van een bepaalde bron.
Depositiemetingen zeggen iets over de kwaliteit van de omgevingslucht en over de verspreiding van dioxines in het milieu. Depositiemetingen kunnen beïnvloed worden door meerdere bronnen in de buurt. Op dit moment wordt op 65 plaatsen in Vlaanderen gemeten.

Uit de recente resultaten blijkt dat 58 procent van de dioxinedeposities tijdens het voorjaar 2002 niet verhoogd zijn, dat er dus waarden werden gemeten, minder of gelijk aan de richtwaarde van 6 pg TEQ/m2.dag. Wanneer we de resultaten van 2002 vergelijken met waarden van de voorbijgaande jaren, kan men stellen dat de dioxinedepositie in Vlaanderen duidelijk afneemt.
Slechts twee meetplaatsen - Hoboken 2 en Olen 4- werden dioxinedeposities gemeten die hoger lagen dan 26 pg TEQ/m².dag; de drempel waarboven van een verhoogde depositie wordt gesproken. De meetpunten in Hoboken staan in het teken van de non-ferro-industrie. In Hoboken 1 lagen alle depositiewaarden onder 26 pg TEQ/m².dag. In juli-augustus 2002 werd voor het eerst een niet verhoogde waarde genoteerd. In Hoboken 2, dat op 600 m in noordoostelijke richting van het fabrieksterrein gelegen is, werd tijdens de voorjaarscampagne 2002 een verhoogde waarde vastgesteld. Ook op het meetpunt in de Curiestraat werd toen een verhoogde waarde vastgesteld. Depositiemetingen die het bedrijf op het fabrieksterrein laat uitvoeren, geven het bestaan van diffuse dioxinebronnen aan. Momenteel loopt er een onderzoek om deze bronnen te lokaliseren waarna de sanering ervan kan beginnen.

In Olen werden op vier punten metingen uitgevoerd. De maandelijkse metingen in Olen 1, dat het dichtst bij het fabrieksterrein gesitueerd is, geven een positieve trend aan. Niettegenstaande de heropstart van de industriële installaties na de zomerstilstand van Umicore was de depositie in de periode juli-augustus 2002 niet abnormaal hoog. Op Olen 2 en 3 die verder van het fabrieksterrein gelegen zijn, werden geen verhoogde deposities vastgesteld. Op Olen 4, de meetpost die in de nabijheid van het IOK-stort staat opgesteld, werd opnieuw een verhoogde dioxinedepositie gemeten. Tijdens de periode van de staalname werd in de onmiddellijke omgeving van de meetpost een zandweg geasfalteerd. Alhoewel er geen verband gekend is tussen asfalteren en dioxinevorming, kan niet uitgesloten worden dat stofopwaai door de werken mogelijk het meetresultaat beïnvloed heeft. Om dit verder te onderzoeken zal de Milieu-inspectie een bodemstaal van het terrein laten analyseren. De Vlaamse Milieumaatschappij zal een nieuw depositiestaal collecteren om de toestand na de beëindiging van de wegenwerken in te schatten.

PCB-probleem in Menen

In Menen werden bij de metingen naar PCB's flink afwijkende niveaus genoteerd. In de voorjaarscampagne werden op de meetposten Menen 2, Menen 4 en Menen 5 veel hogere deposities van PCB's vastgesteld. De meetposten zijn gelegen aan de Franse grens ter hoogte van de Leie.

Meetplaats April-juni 2002 Menen 1 Rekkem 2.1 pg TEQ/m².dag Menen 2 Wervikstraat 41 pg TEQ/m².dag Menen 3 Ter Berken 2.5 pg TEQ/m².dag Menen 4 Franse grens 17 pg TEQ/m².dag Menen 5 Sluizenkaai 13 pg TEQ/m².dag

De maandelijkse meetresultaten op de meetpost Menen 2 wijzen op persistent hoge waarden.

Meetplaats april-mei mei-juni juni-juli juli-aug Menen 2 41 123 46 44

De eventuele PCB-bron in de regio van Menen is momenteel nog niet gekend. Het feit dat enkel hoge deposities gemeten worden op drie dicht bij elkaar gelegen meetposten en niet op de twee verder afgelegen punten, kan duiden op het bestaan van een lokale bron. Vermits de dioxinedepositie in deze regio ook hoog scoort, is het niet uitgesloten dat één en dezelfde bron verantwoordelijk is voor de dioxine- én de PCB- vervuiling.

De Vlaamse Milieumaatschappij zal in elk geval verder onderzoek verrichten. In eerste instantie wordt de depositie van PCB's opnieuw bepaald tijdens de meetcampagne in het najaar. Ook de maandelijkse metingen worden verdergezet.Daarnaast heeft minister Vera Dua aan de Milieu-inspectie opdracht gegeven om de bron(nen) op te sporen.
Aan de Franse minister van leefmilieu heeft minister Dua een brief gericht met de vraag om zo vlug mogelijk over dit grensoverschrijdend probleem rond de tafel te zitten.

info : Ann Bats, woordvoerder van
minister Dua - tel. (02) 553 27 81
e-mail: persdienst.dua@vlaanderen.be