European Commission

IP/02/1402

Brussel, 2 oktober 2002

Vennootschapsrecht: Commissie stelt transparant kader voor openbaar overnamebod voor

Vandaag heeft de Europese Commissie nieuwe gemeenschappelijke regels voor het openbaar overnamebod voorgesteld. Met dit voorstel wordt beoogd de rechtszekerheid van de Europese ondernemingen bij dit soort operaties te vergroten in het belang van alle betrokken partijen met inbegrip van de werknemers van deze ondernemingen en tevens de minderheidsaandeelhouders te beschermen wanneer de zeggenschap over een onderneming wordt overgedragen. Alleen een communautair optreden maakt het mogelijk vooruitgang te boeken bij de totstandbrenging van een kader voor dergelijke bedrijfsherstructureringen, waarbij het recht en de autoriteiten van meerdere lidstaten een rol spelen. Daarom blijft de Commissie erbij, ondanks het feit dat het vorige voorstel in juli 2001 door het Europees Parlement werd verworpen, dat een Europese richtlijn betreffende het openbaar overnamebod onontbeerlijk is. Zij heeft dan ook alles in het werk gesteld om zo spoedig mogelijk met een nieuw voorstel te komen dat een goede kans maakt om zowel door de Raad als het Parlement te worden aangenomen.

De heer Frits Bolkestein, het Commissielid dat verantwoordelijk is voor de interne markt, heeft in dit verband het volgende verklaard: "Doel van dit voorstel is ervoor te zorgen dat overal in de EU overnamebiedingen kunnen plaatsvinden tegen de best mogelijke voorwaarden voor alle betrokken partijen. Deze richtlijn werd steeds van cruciaal belang geacht voor de verwezenlijking van de doelstelling om tegen 2005 een volledig geïntegreerde Europese kapitaalmarkt tot stand te brengen. Het gaat hier om een sleutelelement in het streven van de Europese Unie om Europa tegen 2010 te doen uitgroeien tot de meest concurrerende economie ter wereld. In dit nieuwe voorstel worden concrete oplossingen aangereikt voor de bezwaren van het Europees Parlement, dat het vorige voorstel verleden jaar heeft afgewezen. Ik ben er ten stelligste van overtuigd dat dit voorstel thans een zeer goede kans maakt om snel door de Raad en het Parlement te worden aangenomen. Het is immers een evenwichtig en redelijk voorstel, dat vermijdt dat extreme standpunten kunnen worden ingenomen die kunnen uitmonden in uitzichtloze discussies. Het voorstel is de vrucht van uitgebreid overleg met Europese deskundigen en alle belanghebbende partijen. Het komt er thans op aan door te duwen en ik reken dan ook op alle betrokkenen om vaart te zetten achter het besluitvormingsproces."

Met dit nieuwe voorstel wordt ernaar gestreefd de bezwaren van het Europees Parlement te ondervangen, zonder afbreuk te doen aan de in het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met betrekking tot het vorige voorstel neergelegde basisbeginselen die unaniem zijn goedgekeurd. Deze beginselen zijn:

* gelijke behandeling van alle in eenzelfde situatie verkerende houders van effecten van de doelvennootschap;
* de personen tot wie het bod is gericht, moeten over genoeg tijd en informatie beschikken om met voldoende kennis van zaken over het bod te kunnen beslissen;

* het leidinggevend of bestuursorgaan van de doelvennootschap dient te handelen in het belang van de vennootschap als geheel;
* er mogen geen oneigenlijke markten ontstaan in effecten van de doelvennootschap, de biedende vennootschap of enige andere bij het bod betrokken vennootschap;

* de doelvennootschap mag niet langer dan redelijk is in haar werkzaamheden worden gehinderd door een bod op haar effecten.

Nieuwe ideeën

Met het nieuwe voorstel worden dezelfde doelstellingen nagestreefd als met het vorige. Afgezien van de algemene doelstellingen (integratie van de Europese markten overeenkomstig het Actieplan voor financiële diensten en harmonisatie om bedrijfsherstructureringen vlotter te laten verlopen) beoogt het voorstel, enerzijds, de rechtszekerheid op het gebied van het openbaar overnamebod te vergroten in het belang van alle betrokken partijen en, anderzijds, de minderheidsaandeelhouders tijdens de afwikkeling van het overnamebod afdoende bescherming te bieden.

Het nieuwe voorstel bestrijkt hetzelfde toepassingsgebied en bevat dezelfde basisbeginselen als het vorige. Zo is met name de regel gehandhaafd dat de bestuurers van een vennootschap waarop een openbaar overnamebod is uitgebracht vooraf de toelating van de aandeelhouders moeten vragen voordat zij beschermingsmaatregelen mogen nemen, omdat het van fundamenteel belang wordt geacht dat over de toekomst van de vennootschap wordt beslist door de eigenaars ervan.

Het nieuwe voorstel is evenwel aangevuld om de door het Europees Parlement geuite bezwaren te ondervangen. Daarbij worden de in het "verslag Winter" aan de Commissie gedane aanbevelingen opgevolgd (zie verder en zie ook IP/02/24) in verband met de vaststelling van een gemeenschappelijke definitie van het begrip "billijke prijs" voor het verplichte bod en de invoering van een uitstotingsrecht. Dit recht stelt een zeer grote meerderheidsaandeelhouder in staat de resterende minderheidsaandeelhouders ertoe te verplichten hem hun effecten te verkopen. Dit recht wordt in het nieuwe voorstel gecombineerd met een uitkooprecht, dat minderheidsaandeelhouders in het kader van een openbaar overnamebod de mogelijkheid biedt een zeer grote meerderheidsaandeelhouder ertoe te verplichten hun effecten te kopen.

Wat meer bepaald de opheffing van de belemmeringen voor openbare overnamebiedingen in Europa betreft, voorziet het nieuwe voorstel, enerzijds, in een grotere transparantie van zowel de kapitaal- en zeggenschapsstructuur als de beschermingsconstructies van de vennootschappen en, anderzijds, in een mechanisme voor de neutralisering van de beschermingsconstructies ("doorbraakregel") bij openbare overnamebiedingen.

Dit "neutraliseringsmechanisme" zou gelden voor restricties op de overdracht van effecten en op het stemrecht, waarbij erop wordt toegezien dat geen afbreuk wordt gedaan aan verkregen rechten om te vermijden dat er juridische of zelfs constitutionele problemen ontstaan die het merendeel van de lidstaten voor onoverkomelijke moeilijkheden zouden plaatsen.

Er zij overigens op gewezen dat melding wordt gemaakt van het recht van de werknemers van de betrokken vennootschappen om te worden geïnformeerd en geraadpleegd, en dat aan dit recht niet wordt geraakt.

Een stap voorwaarts

In dit voorstel wordt een samenhangende benadering gevolgd, die in dit stadium als de meest realistische moet worden beschouwd. Met de combinatie van een grotere transparantie en de niet-tegenwerpbaarheid van maatregelen die in een onterechte bescherming van de bestuurders kunnen resulteren, wordt een belangrijke stap gezet in de richting van de door het Europees Parlement gevraagde opheffing van de belemmeringen voor openbare overnamebiedingen, zonder daarom het concurrentievermogen van Europese bedrijven ten opzichte van ondernemingen uit derde landen, en in het bijzonder uit de Verenigde Staten, te ondermijnen. Het gaat hier evenwel slechts om een eerste stap: de herzieningsclausule moet het mogelijk maken na te gaan in hoeverre nog andere initiatieven kunnen worden ontplooid om de belemmeringen voor openbare overnamebiedingen uit de weg te ruimen.

Achtergrond

Na 12 jaar onderhandelen heeft het Parlement in juli 2001 het vorige voorstel voor een richtlijn betreffende het openbaar overnamebod verworpen. Een bemiddelingsprocedure tussen het Parlement en de Raad van ministers van de Unie had een compromistekst opgeleverd, maar bij de stemming hierover tijdens een plenaire vergadering van het Parlement bleek deze tekst niet op een meerderheid te kunnen rekenen (273 stemmen voor en 273 stemmen tegen) (zie IP/01/943). Dit was grotendeels toe te schrijven:

* aan de bezorgdheid die voortvloeide uit het feit dat de bestuurders van een doelvennootschap na het uitbrengen van een bod eerst de machtiging van de aandeelhouders moesten verkrijgen voordat zij beschermingsmaatregelen tegen dit bod mochten nemen; en

* aan het misverstand dat deze verplichting voor de bestuurders om neutraal te blijven de doelvennootschap de mogelijkheid ontnam zich te verdedigen en, vandaar, de vrees dat Europese vennootschappen een gemakkelijke prooi zouden worden voor met name Amerikaanse ondernemingen of gewoon voor ondernemingen uit andere lidstaten.

Na deze stemming heeft de Commissie een groep op hoog niveau van deskundigen op het gebied van het vennootschapsrecht ingesteld. Deze groep, onder voorzitterschap van professor Jaap Winter, diende voorstellen te doen om de door het Europees Parlement gesignaleerde problemen te verhelpen. Bij de voorbereiding van haar huidige voorstel heeft de Commissie zich grotendeels laten leiden door de aanbevelingen die werden gedaan in het in januari 2002 door de groep gepubliceerde verslag over de problematiek van het openbare overnamebod (IP/02/24).

De tekst van het nieuwe voorstel zal op de site Europa beschikbaar zijn:

http://www.europa.eu.int/comm/internal_market/en/company/company/news/ index.htm

Zie ook MEMO/02/201.